Interview Shanti Schiks (Het Parool)


De ex-vriend van Shanti Schiks (30) bracht vorig jaar in de Rivierenbuurt zijn moeder om het leven, gooide hun baby Elfin uit het raam en sprong er zelf achteraan. Beiden overleden op straat. Schiks schreef er het boek ‘Elfin’ over.

tekst Kim van der Meulen, foto’s Cindy Baar

Ik pak mijn telefoon en hij probeert hem van mij af te pak­ken. We belanden op de grond. Hij valt mij aan, en ik weet mij te verweren. Op de een of andere manier weet ik de badkamerdeur open te krijgen en hem op de gang van me af te trappen. Alles gebeurt in een flits.
Eenmaal op de gang schreeuw ik keihard om hulp. De buren op de eerste verdieping doen open en laten mij binnen. We bellen de politie, honderd keer, ze komen maar niet en ze komen maar niet. Ik word helemaal gek van de zenuwen. Ik bel eerst mijn zus, die er meteen aan komt. Daarna bel ik mijn vader en op dat moment zie ik mijn kleine Elfin langs het raam op de eerste verdieping naar beneden vallen. (…)
Robin valt vlak na Elfin. Vanuit extreme paniek, een paar seconden hiervoor, raak ik in complete shock. Ik heb mijn kleintje zien vallen, van driehoog. (…) Ik vraag mijn vader te zeggen dat Elfin nog leeft. Maar nee, hij leeft niet meer, pap. Hij is dood. Mijn kleintje. NEE NEE NEE.

(Uit: Elfin – over liefde, verlies en de kracht in jezelf, Shanti Schiks)

Waarom wilde u een boek schrijven over de gebeurtenissen?
“Na de gebeurtenissen van die dag zei ik meteen, nog in shocktoestand: ik ga hierover schrijven. Waarom weet ik niet precies. Misschien voor mezelf, als verwerking. Ik dacht: ik kom hieruit, mijn ex krijgt me er niet onder. Ik begon met het bijhouden van een blog om mijn vrienden en familie makkelijker op de hoogte te houden van hoe het met me ging – ik kreeg zo veel lieve appjes dat het ­bijna niet te doen was iedereen persoonlijk te antwoorden. En ik wilde anderen laten zien hoe ik met mijn verdriet omging.”

Op welke manier deed u dat?
“Door ook de moeilijke gevoelens er te laten zijn, er niet voor weg te rennen. Vroeger dacht ik dat ik alles altijd ­positief moest zien, maar als ik me nu niet goed voel, zeg ik tegen mezelf: het is oké, dit gevoel is er. Dan geef ik ­mezelf een knuffel en zeg: ‘Shant, ik ben er voor je.’ Ik wil het fijn hebben met mezelf, want daardoor wordt het ­leven aangenamer en makkelijker. Ik ben echt niet altijd vrolijk hoor, die indruk wil ik niet wekken. Natuurlijk voel ik me op sommige momenten verschrikkelijk, maar zo is het leven. Daar moet ook ruimte voor zijn.”

In het boek zitten heel persoonlijke fragmenten, zoals een brief aan uw overleden schoonmoeder en zoon. Heeft u ook overwogen die niet te publiceren?
“Nee, omdat ik mijn hele situatie wilde schetsen. Ik was zo verliefd op mijn ex, maar in de twee jaar dat we samen waren, liet hij twee totaal verschillende gezichten zien. Hij kon intelligent en lief zijn, maar ook agressief en manipulatief. Vanuit een bevroren houding probeerde ik de harmonie maar te bewaren en geborgenheid te zoeken. Ik weet zeker dat er mensen zijn die vastzitten in een soortgelijke relatie als die ik met mijn ex had. Die gedomineerd of gemanipuleerd worden en niet naar hun eigen gevoel luisteren. Door mijn verhaal te delen, hoop ik dat die mensen denken: ik ben niet de enige. Zulke steun had ik ook graag gehad. Ik voelde me heel alleen.”

Kon u met iemand over dat gevoel praten?
“Met zijn moeder, Maria. Maar ik durfde niet aan anderen te vertellen hoe extreem onze relatie was. Ik was bang dat zijn gedrag daarmee erger zou worden, of dat anderen zich ermee gingen bemoeien. Ik wilde problemen zelf ­oplossen, niet een ander ermee lastigvallen. En ik schaamde me, natuurlijk. Omdat ik aan het eind van de dag nog ­altijd in die relatie zat. Dat speelde allemaal mee.”

Wanneer wist u: ik moet bij hem weg?
“Ik vond de woedeaanvallen van mijn ex wel extreem, maar wuifde zijn gedrag lang weg. Gek genoeg zag ik na zo’n aanval weer een liefdevol persoon. Na een tijdje denk je dan: het gaat wel weer. In een kort tijdsbestek trok ik bij hem in, raakte ik zwanger en beviel van ons zoontje. Mijn leven stond op z’n kop, dus ik wilde alles eruit halen wat erin zat. Toen Elfin negen maanden was, ging het echt niet meer. Toen zijn we definitief uit elkaar gegaan en ben ik met Elfin bij mijn zus ingetrokken.”

Het drama kreeg veel media-aandacht, zeker toen ­bekend werd dat u de zus van Fajah Lourens bent. Hoe was dat?
“Media hebben mijn zus er wel naar gevraagd, maar ze heeft alles afgehouden. Wat ik vervelend vond, was dat er onjuiste berichten verschenen. Twee dagen na die dag, 22 juli 2016, liep ik in de supermarkt – helemaal in shock nog, maar ik wilde er even uit – om melk te kopen. Daar zag ik in het tijdschriftenschap ineens een roddelblad staan met een artikel vol leeftijdsfouten en onwaarheden over wat er precies was gebeurd. Ik heb het genegeerd, maar het was wel een extra aansporing om de waarheid op te schrijven.”

Denkt u vaak terug aan 22 juli?
“Ik kan er op zich wel aan terugdenken, maar het blijft ­bizar. Mijn ex was wanhopig en doorgedraaid, maar ik kan er met mijn verstand niet bij dat hij zoiets heeft gedaan. Ik zal nooit weten waarom, en ik kan er ook niks meer aan doen. Het is wat het is. Begrijp me niet verkeerd: ik zou ­Elfin het liefst nu op mijn schoot hebben, daar zou ik ­meteen voor tekenen. Maar dat is niet de realiteit. En ik kan niet terug naar toen. Ik heb er al vroeg heel bewust voor gekozen me niet af te vragen: wat als ik die dag eerder in het huis van Maria was geweest om Elfin op te halen? Wat als ik eerder bij mijn ex was weggegaan? Van ­zulke gedachtes word je gek. Heel soms denk ik: Elfin zou nu bijna twee zijn geweest. Maar dat is niet zo, dus laat ik die gedachte los. Ik heb geleerd niet naar mijn hoofd, maar naar mijn gevoel te luisteren.”

Bent u boos op uw ex-vriend?
“Dat ben ik heel vaak geweest, maar na een paar weken heb ik ook dat losgelaten. Ik wil hem geen aandacht meer geven.”

Hoe was het om zo’n pijnlijke periode terug te halen voor het boek?
“Dat was soms heftig, want ik moest weer even terug naar toen. Letterlijk: sommige passages heb ik in Amstelveen geschreven, waar we destijds woonden. Heel bizar om ­terug te zijn op die plek en het eenzame gevoel dat daarbij hoorde op te roepen. Ons leven daar voelde als een gevangenis, waar ik uit wilde ontsnappen. Maar ik had zo veel inspiratie om dit boek te schrijven. Ik ben er dankbaar voor dat ik er al snel op een goede manier mee kon omgaan. Iemand van Slachtofferhulp vertelde me dat veel mensen na zo’n groot trauma zelfmoord plegen. Ook voor die mensen doe ik het, al is er maar één die er wat aan heeft, zodat ze weer kunnen genieten van het leven.”

Is dat weer mogelijk?
“Ja. Daar wil ik eerlijk over zijn. Ik heb het gevoel dat ik voor drie leef: voor Elfin, Maria en mezelf. Ik plan niet te veel, heb rust en doe alleen dingen waarbij ik me goed voel. Ik wil weer twee of drie dagen bij een kinderdagopvang gaan werken, wat ik eerder ook deed. Dat mis ik; ­baby’s stralen zo veel liefde uit. Als het te verdrietig is, merk ik het wel, maar de associatie met Elfin heb ik niet bij ­andere kinderen. Daarnaast ben ik bezig Stichting ­Elfin op te zetten, waarmee ik meer zelfliefde en -bewustzijn wil creëren met empowermenttrainingen, lezingen en onderwijsprogramma’s. Voor allerlei doelgroepen, maar in de eerste plaats voor vrouwen die in de situatie zaten waarin ik zat. Ik wil hen inspireren. Zo krijgt Elfins naam een mooie betekenis.”

Elfin – over liefde, verlies en de kracht in jezelf, Shanti Schiks, Kosmos ­Uitgevers (€16,99)