Schrijver Huib Stam: ‘Na twee happen zit ik vol’ (Het Parool)

Schrijver Huib Stam (62) kwam in tien jaar tijd dertig kilo aan – en die kilo’s gingen er ondanks vele dieetpogingen niet meer af. Vorig jaar onderging hij een maagverkleining. In zijn boek Tien jaar lichter pleit hij onder meer voor het eerder inzetten van deze ingreep.

Tekst Kim van der Meulen

Niets wijst erop dat Huib Stam een jaar geleden nog te zwaar was: hij oogt fit, springt van zijn fiets en bestelt tijdens het interview een witbiertje. “Ik kan eigenlijk geen bier meer drinken, dus ik ga er lekker lang over doen.” Bruisende, koolzuurhoudende dranken passen niet goed in de kleine maag die over is na zijn sleeve gastrectomy, waarbij tachtig procent van de maag is weggehaald. Zijn nieuwe maag is zo groot als een banaan. “Ik ben veertig kilo afgevallen.”

U was wel dik, maar had geen ernstige last van uw obesitas, schrijft u. Waarom overwoog u toch een maagverkleining?
“Tussen mijn vijftigste en zestigste kwam ik dertig kilo aan: forse buik, hoge bloeddruk, allerlei kwalen. Diabetes had ik gelukkig niet, maar ik werd wel steeds ongezonder. Ongezond word je per definitie als je dikker wordt en dat betekent een groter risico op kanker, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. Ik voldeed aan alle voorwaarden om in aanmerking te komen voor een maagverkleining: ik was bijvoorbeeld nog niet te oud, was minstens 45 kilo zwaarder dan zou moeten en kon aantonen dat ik veel pogingen had ondernomen om af te vallen. Tientallen kilo’s afvallen zou me nooit lukken, dus een maagverkleining was het enige wat ik nog kon doen.”

Waarom lukte afvallen op eigen kracht niet?
“Ik heb van alles geprobeerd: allerlei diëten, een tijdlang niet drinken en weinig koolhydraten eten. Maar ik kwam net zo hard weer aan, en meer. Als je weinig gaat eten, gaat je energieverbruik op de spaarstand. Dan verbruik je minder calorieën dan iemand die normaal eet en even actief is. Zo verzet je lichaam zich tegen afvallen – bedoeld om te overleven, natuurlijk. Tijdens mijn dieetpogingen had ik verschrikkelijke trek, de hele dag door. Dat hou je geen maanden vol.”

Waardoor kwam u zo aan?
“Ik was altijd al stevig, dat zit in de familie. Boven je vijftigste verandert je stofwisseling en heb je minder energie nodig, dus dan moet je ook je voeding aanpassen. Dat deed ik niet. En toen mijn vrouw ander werk kreeg, begon ik meer vanuit huis te werken. Dat betekende een minder actief leven, meer huishoudelijke taken en meer zorg voor onze elfjarige zoon. Het is wetenschappelijk aangetoond dat het krijgen van een zorgtaak de hormoonhuishouding van mannen verandert. Is ook iets evolutionairs.”

Ga je ook automatisch meer eten als je thuiswerkt?
“Dat zou je denken, maar ook als je op pad bent kun je overal eten. Kijk alleen al naar het Centraal Station. Gezondheidswetenschapper Jaap Seidell noemt het treffend ‘een vreetschuur waar af en toe een trein stopt’. De reden dat we te veel eten en te dik zijn, is vooral de alomtegenwoordigheid van bewerkt voedsel: te vet, te zout, te zoet. Chips, snoepgoed en suikerhoudende dranken zijn overal verkrijgbaar. Bij de Lidl kun je vijf ongezonde broodjes, zoals croissants en een appelflap, voor één euro kopen. Er is wereldwijd een overdaad aan gemaksvoedsel dat nauwelijks voedingswaarde bevat. We worden vetgemest door de voedingsmiddelenindustrie.”

Daar zijn we toch niet weerloos tegen?
“Nou ja, we hebben een keuze, maar niemand kan die maken. Het is heel moeilijk met wilskracht de biologische aandrang tot eten te overwinnen. De meeste mensen lukt het niet. En daar kun je niks aan doen. Dat hoop ik duidelijk te maken in mijn boek: dik zijn is niet je eigen schuld, al denken veel mensen van wel. Of je dik wordt of niet heeft te maken met je genen, de manier waarop je reageert op voedsel – dat verschilt enorm per individu – en de ‘voedselomgeving’ waarin je je bevindt. Wie dikke vrienden en familie heeft, heeft ook nog eens een grotere kans dik te worden. Het is moeilijk om te zeggen dat je geen taartje wilt op een verjaardag of een biertje als je in een café zit.”

In uw boek pleit u voor een versoepeling van de regels rondom een maagverkleining. Waarom?
“Ik vind dat de regels wel wat liberaler mogen worden toegepast, ja. Elke dag die je langer wacht, is er één te veel. Ik onderging mijn ingreep eigenlijk preventief, want ik was niet ziek. Maar ik ken ook te dikke mensen die bang zijn voor de ingreep en eigenlijk wachten tot ze durven. Oftewel: tot ze zo zwaar en ziek zijn dat ze wel moeten. Tot hun BMI (body mass index, red.) ver voorbij de minimale 40 is die nodig is voor zo’n operatie. Waarom zou je een jong iemand met een BMI van 33 en ernstige leververvetting niet meteen helpen? Hoe eerder je erbij bent, hoe groter de kans dat iemand weer gezond wordt. Dat laten alle onderzoeken zien.”

Het is tegelijkertijd een radicale ingreep met levenslange gevolgen: een beperkt dieet, oprispingen, overgeven.
“Zeker. Na de operatie moet je een andere levensstijl aanmeten, daar moet je wel klaar voor zijn. Maar je wordt er door de operatie ook toe gedwongen. Mijn gezin moest er ook aan wennen dat ik soms even van tafel loop om over te geven. Iedereen die ik sprak voor mijn boek neemt de bijverschijnselen voor lief. Zo interviewde ik Hanneke Groenteman, die op haar 68e een maagverkleining onderging: ze straalt. Ook ik heb meer energie en voel me fitter. Mijn smaak is veranderd en na twee happen zit ik vol, maar ik heb nog evenveel lol in koken als altijd. Ik heb laatst nog mijn verjaardag gevierd met een etentje voor dertien vrienden. Ik at een beetje, zij de rest. Prima hoor, ik heb toch geen trek.”

Wat moet er gebeuren om obesitas te voorkomen?
“Alle Nutellawinkels dichttimmeren. Alle foodtrucks naar de autosloperij. Domino’s en die andere vieze pizzaketens met pek en veren de stad uit. Frisdrank met suiker verbieden en allemaal netjes om zes uur naar huis om de Hollandse kost te eten die moeder gekookt heeft. Oftewel: snelle koolhydraten, de ‘gefrituurde suikers’, mijden en kiezen voor groente, vlees, eieren, vis, bonen – die veel voedingsstoffen bevatten, weinig calorieën leveren en toch goed verzadigen. Daarnaast denk ik dat er meer kennis over gezonde voeding verspreid moet worden, op school en thuis. Ouders zijn ten slotte de ‘voedselpoortwachters’ – daarover gaat mijn volgende boek. Laat je kinderen dus niet uit luiheid bepalen wat er gegeten wordt. Leer ze koken en betrek ze bij het boodschappen doen. Maak bijvoorbeeld samen ketchup, dan zien ze hoeveel suiker daarin zit. Ik heb trouwens wel het idee dat er langzaam maar zeker iets verandert. Denk maar aan het Luizenmoeder-achtige trakteerbeleid op scholen. Truttig en lullig, maar het werkt wel als iedereen het accepteert. Ik ben niet graag moralistisch, maar ik denk dat er strenger opgetreden moet worden tegen slecht voedsel, ook door de wetgever.”

Zou u te dikke mensen een maagverkleining aanraden?
“Ja. Er zitten vervelende consequenties aan, maar de voordelen zijn groter. Veel dikke mensen zitten binnen uit angst voor fatshaming en worden alleen maar dikker door hun afhankelijkheid van junkfood. Een vermageringsoperatie kan hun hun leven teruggeven. Ik weet uit eigen ervaring hoe bevrijdend het is als het monster niet meer gevoed hoeft te worden.”

Tien jaar lichter, €15, uitgeverij Podium


Huib Stam is als schrijver gespecialiseerd in voeding en gezondheid. Hij schreef onder andere Haring: De vis die Nederland veranderde (2011), Eetsprookjes (2013) en Suiker, het zoete vergif (2015). Eerder schreef hij als freelance journalist over film, kunst en media voor de Volkskrant.

Het Parool, 15 mei 2018