Ga toch met de benen wijd (Het Parool)


Vrouwen krijgen vanaf hun dertigste een brief in de bus om een vaginaal uitstrijkje te laten maken. Is dat straks niet meer nodig dankzij het HPV-vaccin? ‘De spookverhalen zijn hardnekkig.’

Tekst Kim van der Meulen, beeld Krista van der Niet

Leuk is anders, maar wie wordt uitgenodigd om een uitstrijkje te laten maken, kan daar volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) maar beter gebruik van maken. Baarmoederhalskanker komt het meest voor bij vrouwen tussen de dertig en zestig jaar, aldus het onderzoeksinstituut, en met het onderzoek kan de ziekte in een vroeg stadium worden opgespoord en zelfs voorkomen. Sinds 2017 wordt het uitstrijkje eerst getest op het humaan papillomavirus. Is dat aanwezig, dan wordt hetzelfde uitstrijkje getest op afwijkende cellen. Vrouwen worden elke vijf jaar voor het onderzoek uitgenodigd; vrouwen van veertig en vijftig jaar zonder HPV krijgen na tien jaar weer een uitnodiging. “Van alle mensen die in een jaar gescreend worden, heeft grofweg vier procent een afwijkende uitslag,” zegt gynaecoloog Menke Hazewinkel van het OLVG.

Opruimfase
De oorzaak van een afwijkende uitslag is in vrijwel alle gevallen het humaan papillomavirus (HPV), dat baarmoederhalskanker kan veroorzaken als het langere tijd – tien, vijftien jaar – in het lichaam aanwezig is, zegt Hazewinkel. “De meeste mensen krijgen in hun leven te maken met HPV: als je seksueel actief bent, is de kans tachtig procent dat je het ooit krijgt. In de meeste gevallen ruimt het lichaam het virus zelf op. Om zeker te weten dat dat gebeurt, worden vrouwen met slechts een licht afwijkende uitslag geadviseerd over een half jaar opnieuw een uitstrijkje te laten maken. Misschien zit je net in de opruimfase en is het virus een half jaar later vanzelf verdwenen.”
Een afwijkende uitslag betekent: alle classificaties die hoger zijn dan de normale uitslag PAP1 (vernoemd naar George Papanicolaou, de ontwikkelaar van het uitstrijkje), met PAP5 als hoogste score. Een afwijkende PAP-uitslag geeft aan dat er iets aan de hand is. Wat precies, dat moet uit een biopt blijken. En dat wordt niet zomaar afgenomen, stelt Hazewinkel gerust. “We doen eerst een colposcopie, waarbij we de baarmoedermond bekijken met een zoomlens. Pas als we daar afwijkende gebieden zien, nemen we een stukje weefsel weg met een tangetje – ja, als we verkleinwoorden gebruiken wordt het minder leuk. Maar het is wel belangrijk. Als de cellen in dat weefsel niet meer goed zijn opgebouwd, spreken we namelijk van een CIN-afwijking. Dat is een voorstadium van baarmoederhalskanker.”
Dat hoeft niet meteen alarmerend te zijn, zegt de gynaecoloog. “Er zijn verschillende gradaties.” Bij de eerste is alleen de bovenliggende cellaag afwijkend, bij de derde is de hele cellaag aangedaan. Bij die laatste volgt een ingreep: een lisexcisie, waarbij een plakje van de baarmoedermond wordt weggebrand. “Daar zijn we terughoudend in, want je kunt niet oneindig vaak een plakje weghalen. Hoe vaker je dat doet, hoe korter de baarmoedermond wordt. En die is nodig om de baarmoeder dicht te houden, zodat er tijdens een zwangerschap geen vroeggeboorte plaatsvindt.” Daar hoef je bij één behandeling niet bang voor te zijn, zegt Hazewinkel. “Dan kun je gewoon naar de verloskundige en heb je geen ziekenhuiscontrole nodig.”

Per toeval ontdekt
De brief van het RIVM valt al sinds 1996 bij vrouwen vanaf dertig jaar op de mat, maar je kunt je afvragen of die leeftijd niet eens omlaag geschroefd zou moeten worden. Jongeren zijn gemiddeld 18,6 jaar als ze voor het eerst seks hebben – anderhalf jaar later dan in 2012, volgens onderzoek van kenniscentrum Rutgers en Soa Aids Nederland, maar nog steeds ver voor hun dertigste. Toch is die leeftijd verdedigbaar, zegt Hazewinkel: “De meeste vrouwen zijn tussen hun 20ste en 25ste het meest seksueel actief en hebben dan wisselende partners.” De kans op HPV en licht afwijkende cellen is in die leeftijdsgroep groter, maar omdat het lichaam daar bijna altijd zelf mee afrekent, zou een vroegere screening tot onterechte behandelingen of onnodige zorgen leiden. Toch zijn er redenen om al eerder aan de bel te trekken, zoals onverklaarbaar tussentijds bloedverlies of bloedverlies na de seks.
Sommige vrouwen komen er per toeval achter dat iets niet in orde is. Dat gebeurde de Amsterdamse Xena Maria Evers (30) twee jaar geleden. Toen ze na het plaatsen van een spiraaltje bij de gynaecoloog langsging voor controle, besloot die voor de zekerheid een uitstrijkje te laten maken. “Een paar weken later kreeg ik een telefoontje: ik had HPV en PAP3a, en werd doorverwezen naar het ziekenhuis voor een colposcopie. Een nare ervaring, vond ik; ik viel bijna flauw. Met mijn CIN2-uitslag kreeg ik het advies om een halfjaar later terug te komen, maar door die ervaring heb ik het een jaar voor me uitgeschoven. Toen ik opnieuw een uitstrijkje liet maken – een veel fijnere ervaring in een ander ziekenhuis – was de uitslag hetzelfde. Mijn lichaam zou het virus niet zelf opruimen, werd me verteld. Het advies: behandelen. Maar sinds ik een folder over de procedure heb gelezen, steek ik mijn kop in het zand. Omdat ik net dertig ben geworden en een oproep kreeg om een uitstrijkje te laten maken, ga ik binnenkort weer naar de huisarts. Ik hoop dat ik een betere uitslag heb, maar vrees van niet.” Dat vrouwen tegen een lisexcisie opzien is te begrijpen – er zijn leukere dingen om in een vrij uurtje te doen – maar effectief is die behandeling wel, zegt Hazewinkel. “Meestal komt zo’n afwijkende uitslag daarna niet meer terug.”

Spookverhalen
Sinds tien jaar krijgen meisjes in het jaar waarin ze dertien worden ook een brief thuisgestuurd: een uitnodiging om een HPV-vaccinatie te halen. Zijn die angst voor een mogelijk slechte uitslag en nare behandelingen daarmee in de toekomst overbodig? “Dat denk ik niet,” antwoordt Hazewinkel. “De vaccinatiegraad is helaas niet zo hoog, mede doordat er allerlei spookverhalen de ronde doen over het vaccin. Dat je er ziek van zou worden of bijwerkingen zou krijgen, bijvoorbeeld. Die verhalen zijn hardnekkig, maar uit grote onderzoeken blijken deze klachten niet vaker voor te komen bij meisjes die gevaccineerd zijn.”
Omdat er veel verschillende soorten HPV zijn, is besmetting niet uit te sluiten. Maar de vaccinatie beschermt wel tegen de twee gevaarlijkste varianten, die zeventig procent van alle gevallen van baarmoederhalskanker veroorzaken. “In het buitenland wordt al gewerkt met HPV-vaccins die ook tegen genitale wratten beschermen, en er wordt onderzocht of we de vaccins uiteindelijk ook kunnen gebruiken om te behandelen,” zegt de gynaecoloog. “Maar daar is nu nog niets concreets over te zeggen.”
Wat je tot die tijd, en op elke leeftijd, kunt doen om het virus voor te zijn: doe het veilig met een nieuwe partner, zodat je het virus niet aan elkaar kunt doorgeven. En stop met roken als je eenmaal besmet bent. “Roken kan het je lichaam moeilijk maken het virus op te ruimen.”

HPV
– Elk jaar overlijden 200 tot 250 vrouwen in Nederland aan baarmoederhalskanker.
– Per jaar krijgen 1680 van de 50.000 vrouwen die deelnemen aan het bevolkingsonderzoek een verwijzing naar het ziekenhuis voor verder onderzoek.
– Wereldwijd zijn meer dan 200 miljoen jonge vrouwen en een miljoen jonge vrouwen en meisjes gevaccineerd met een HPV-vaccin.
– 3500 op de 50.000 vrouwen die het onderzoek zelf doen met de zelfafnametest, moeten later naar de huisarts voor het uitstrijkje, omdat ze HPV hebben.
– Meedoen aan het bevolkingsonderzoek is gratis en niet verplicht. Vrouwen die het vervelend vinden om naar de huisarts te gaan voor een uitstrijkje, kunnen een zelfafnametest doen. Hiermee wordt getest op HPV, maar niet op afwijkende cellen.

Grote vaccinatieproef
Gisteren werd bekend dat vijftien Nederlandse ziekenhuizen meedoen aan een groot onderzoek naar het vaccineren van vrouwen ná een medische behandeling als gevolg van een uitstrijkje met slechte uitslag. Bij die behandeling worden onrustige cellen bij de baarmoederhals weggehaald, maar verdwijnt het HPV-virus niet. Het onderzoek onder achthonderd vrouwen moet uitwijzen of vaccinatie het lichaam kan helpen het virus op te ruimen. In het onderzoek krijgt een deel van de vrouwen het vaccin en een ander deel een placebo.

Het Parool, 2 april 2019