Interview Jan Geurtz (Het Parool)

Schrijver Jan Geurtz (65) was verslaafd aan drugs, liefde en seks, maar kickte af met hulp van het boeddhisme. Nu heeft hij succes met zijn reeks zelfhulpboeken waarin hij lezers leert af te rekenen met negatieve gedachten.

TEKST KIM VAN DER MEULEN

Bij binnenkomst verontschuldigt Jan Geurtz zich voor de rommel in de gang: hij verruilde onlangs zijn woonboot in het Oostelijk Havengebied voor een huis op de Veluwe. Voor het eerst in vijfentwintig jaar zwemmen er geen eendjes meer langs het raam, maar is hij omringd door de natuur, dicht bij een spiritueel centrum waar hij meditatiecursussen geeft.

Met bestsellers, workshops en cursussen voor tot wel zestig deelnemers heeft u een aardig imperium opgebouwd. Wat is het geheim van uw succes?
“Ik denk dat ik een taal spreek die mensen begrijpen. Ik heb dezelfde shit meegemaakt – ik ben verslaafd geweest aan relaties, liefde, drugs en seks – en heb me sinds 1998 verdiept in het boeddhisme. Dankzij mijn retraites bij Tibetaanse leraren ontdekte ik dat er een manier is om met je problemen om te gaan die veel effectiever is dan alleen psychotherapie. Natuurlijk moeten mensen die midden in een heftige depressie zitten, een angstneurose of heroïneverslaving hebben vaak eerst psychologisch aan het werk met hun problemen. Maar als je doorkrijgt dat je eigen geest de essentie is van al je problemen, kun je de verantwoordelijkheid leggen waar ie hoort: bij jezelf. Ik vind het fijn om dat weer aan anderen door te geven. Dat ik dat in gewonemensentaal doe, is kennelijk iets wat in me zit. Ik was leraar Nederlands en maatschappijleer voordat ik het spirituele pad op ging. Mijn ego vindt het leuk om dingen uit te leggen.”

Wat voor man was u in die tijd?
“Een nice guy, die zich staande hield met seks, drugs en rock-‘n-roll en daar veel ellende mee veroorzaakte bij zichzelf en anderen. Maar ik heb geen spijt van dat verleden. Ik zie het als het begin van de weg naar waar ik nu ben. Door te lijden aan al die pijnlijke egopatronen is bij mij het bewustzijn ontstaan dat je het kunt overstijgen. Het spirituele pad heeft voor mij niets te maken met religie of geloven in boeddha’s, maar met je ontdoen van allerlei rationeel en emotioneel aangeleerde conceptuele constructies. Om een voorbeeld te noemen: een mok thee zie je dankzij een waarneming die volledig wordt bepaald door jouw eigen zintuigen. Een vlieg ziet die mok heel anders. En als onze ogen infrarood konden zien, zagen we hem weer anders. Het menselijk oog is slechts onderdeel van het hele waarnemingsproces; je kunt niet zeggen dat dat de juiste waarneming is.”

Voordat u met mediteren begon, leek het u, met uw wetenschappelijke achtergrond, maar saai en zonde van de tijd. Snapt u de weerstand die sommige mensen tegen spiritualiteit voelen?
“Voor wetenschappers is het moeilijk te begrijpen. Ze zijn zo getraind in de aanname dat het bewustzijn een bijproduct is van de hersenen: het gaat dood als het lichaam doodgaat. Maar deze aanname is, net als de spirituele, niet bewijsbaar of weerlegbaar. Uiteindelijk is het de ervaring die bepaalt wat werkelijk is. Voor veel mensen is het gebrek aan wetenschappelijk bewijs een drempel om het spirituele pad op te gaan: als iets niet te bewijzen is, is het onzin. Die opvatting is zelfs in de westerse wetenschapsfilosofie allang achterhaald. Een andere drempel is de vorm waarin spiritualiteit vaak is verpakt, die veel mensen tegenwoordig niet meer aanspreekt. Het Tibetaanse boeddhisme is bijvoorbeeld een ongelooflijk mooie, zuivere wijsheidstraditie, maar tevens volledig vermengd met rituelen als vuuroffering, rookoffering, het afwenden van boze geesten, het afsmeken van gunstige omstandigheden. Heel middeleeuws. Daar knappen veel mensen op af.”

Het boeddhisme heeft een imagoprobleem?
“De wijsheid van het Tibetaanse boeddhisme klopt, maar is vermengd met een cultuur die in het westen niet meer wordt gepikt. Hetzelfde zie je met allerlei andere spirituele stromingen die wat moderner proberen te zijn, maar die dan doorschieten naar wat ik de ‘wellnessspiritualiteit’ noem. Lekker in een sauna ontspannen met kruiden en geuren. Allemaal prima, ik ga ook graag naar sauna, maar dat is niet gericht op het doorzien van de illusie van onze gedachten.”

Wat is schadelijker: verliefd of verslaafd zijn?
“Dat kan allebei ontzettend veel ellende opleveren en een tijdje ook geluk. De beginperiode van een verslaving is meestal de leukste: als je net cocaïne hebt ontdekt, lijkt het even allemaal helemaal te gek. Mensen raken aan steeds intensievere prikkels verslaafd. Die heftigheid wordt ervaren als waanzinnig leuk, totdat je in aanraking komt met de schaduwkant. Dan ontstaat er een vicieuze cirkel: je gaat jezelf afwijzen vanwege je verslaving, maar kunt er niet mee ophouden. Als je er op een goede manier vanaf wilt komen, moet je ophouden met jezelf af te wijzen omdat je verslaafd bent.”

Uw werk gaat veel over zelfafwijzing. Bent u daar zelf inmiddels vanaf?
“Nee. Het grappige is: het fundamentele gevoel zelfafwijzing verdwijnt niet, maar je leert het wel herkennen als een gevoel dat niets zegt over wie je werkelijk bent. Je hébt het gevoel, je bént het niet. Als in een situatie een conflict dreigt, voel ik oude angst en zwakheid opkomen. Maar hoe harder je je best doet daar vanaf te komen, hoe verkrampter je geest raakt en hoe langer die negatieve emotie duurt. Door de juiste vorm van meditatie kun je die reflex afleren. Je voelt het nog wel, maar je hebt er geen problemen meer mee.”

Mindfulness en het hier en nu lijken populairder dan ooit. Sluit uw werk daarop aan?
“Aan de populariteit van het ‘hier en nu’ heeft Eckhart Tolles boek De kracht van het nu enorm bijgedragen. Maar mindfulness was natuurlijk allang bekend, daar had Boeddha het 2500 jaar geleden al over. Het ‘hier en nu’-aspect is onderdeel van de theorie die stelt dat onze manier van kijken naar de werkelijkheid niet klopt. Doorgaans beschouwen we de werkelijkheid als een enorm brok verleden, een klein beetje hier en nu en een groot stuk toekomst. Onze geest is vooral bezig met het verleden en de toekomst, mede door gedachten die voortdurend in ons hoofd opkomen.”

Is geluk maakbaar?
“Nee, absoluut niet. Het zit al in ons: ons hele systeem is inherent gelukkig, maar ons ego is gebaseerd op de misvatting dat geluk van een ander moet komen. Baby’s voelen zich machteloos, want zonder vader of moeder kunnen ze niet overleven. Ook in de liefde projecteer je je geluk op de ander. Vandaar dat je er vanaf het eerste moment alles aan doet om die ander bij je te houden. Expliciet – denk aan een trouwgelofte – of impliciet: je ervaart het als vanzelfsprekend dat de ander niet vreemdgaat of een halfjaar op wereldreis gaat. Terwijl je relatie juist leuker wordt als je je niet verplicht voelt de ander gelukkig te maken. De basisaanname van een spirituele relatie: je bent allebei volwassen, zelfstandig en vrij om je eigen keuzes te maken, zonder recht te hebben op elkaars liefde.”

U zou rustig een halfjaar op wereldreis gaan zonder uw partner?
“Jawel, als ik daar echt behoefte aan zou hebben. Ik zou ook de angst voelen mijn geliefde kwijt te raken, maar ken haar goed genoeg om te weten dat ze me het zou gunnen. Liefde en spirituele groei zijn belangrijker dan je veilig voelen.”

Bestsellerlijst
Jan Geurtz (1950) studeerde Nederlands, orthopedagogiek, onderwijskunde en wetenschapsfilosofie, en werkte onder meer als docent voordat hij zich toelegde op het boeddhisme. Zijn eerste boek, De opluchting (1997), over stoppen met roken in één dag, werd met ruim 10.000 verkochte exemplaren een bestseller. Hetzelfde geldt voor daaropvolgende boeken als Het einde van de opvoeding (2004) en Verslaafd aan liefde (2009). Geurtz geeft meditatiecursussen en workshops op basis van zijn boeken.

Jan Geurtz geeft 16 december een uitverkochte lezing in de Vondelkerk naar aanleiding van zijn nieuwe boek Vrij van gedachten (€19,99, uitgeverij Ambo | Anthos). Meer info: www.jangeurtz.nl.

 

Het Parool, 15 december 2015