Interview actrice Saskia Temmink (Het Parool)

Een voorstelling over rouwverwerking, die even tragisch als komisch is. Zo noemt actrice Saskia Temmink (51) de voorstelling Doet sneeuw pijn, naar het gelijknamige boek van Carolien Spaans.

Tekst Kim van der Meulen, foto Hilde Harshagen

“Lieverd, Jean heeft een ongeluk gehad. Hij is in een gletsjer gevallen. En het spijt me zo, maar hij heeft het niet overleefd.” Zo kreeg journalist Carolien Spaans in 2016 te horen dat haar man Jean overleden was tijdens zijn jaarlijkse skiweekend. Spaans bleef achter met hun zoon van zeven maanden. Ze schreef er het boek Doet sneeuw pijn over. Dat boek is nu bewerkt tot een solovoorstelling. “Na afloop van de try-outs kwamen er mensen naar me toe die hetzelfde hebben meegemaakt,” zegt hoofdrolspeelster Saskia Temmink.

Een voorstelling over rouwen spelen en daarna naar vergelijkbare ervaringen van bezoekers luisteren, is dat zwaar?
“Dat is het gek genoeg niet. Ik wil voorstellingen maken die tot denken aanzetten, die verbinden en gesprekken op gang brengen. Doet sneeuw pijn gaat boven­dien over de opwaartse kracht van die vrouw: na alles wat haar is overkomen probeert ze een manier te vinden om verder te leven. En uiteindelijk is het een liefdesverhaal. In de voorstelling zit een moment waarop ze haar man ­terugziet in een droom, waardoor ze zich realiseert hoe mooi de liefde tussen hen was. Dat ontroert me. Maar tijdens het maken van de voorstelling waren er ook genoeg momenten waarop ik in de lach schoot. Carolien heeft gevoel voor humor en is in haar boek soms extreem open.”

Waar valt bijvoorbeeld om te lachen?
“In het toneelstuk gaat mijn personage naar een therapeut en vindt ze het verschrikkelijk dat ze daar zit te klagen en zegt ze dat ze een teken van haar overleden man wil. Ze denkt: o nee, ben ik nou zo’n vrouw die daarin gelooft? Een heel komisch geschreven scène. Natuurlijk zitten er moeilijke momenten in, maar je moet op het toneel altijd een tegenstelling hebben. Je kunt niet alleen vertellen dat iemand pijn en verdriet heeft.”

Het boek is chronologisch opgebouwd, van de ontmoeting tussen Spaans en haar man tot anderhalf jaar na zijn dood. Geldt dat ook voor de voorstelling?
“Wat ik mooi vind aan die structuur van het boek, is dat Carolien gewoon verder vertelt: haar man overlijdt en zij moet door. Hoe leef je verder, hoe pak je de draad op? Daar gaat de voorstelling ook over, al beginnen wij het verhaal net voordat ze te horen krijgt dat haar man dood is. Haar telefoon gaat – het is niet haar schoonzus, zoals in het boek, maar een skivriend van Jean. Dat vindt ze raar: waarom zou hij bellen als Jean in de buurt is? Ze neemt niet op. Ineens ziet ze haar toekomst voor zich in flash­forwards, zoals sommige mensen kort voor hun overlijden hun leven aan zich voorbij zien flitsen. Ze ziet haar zoon op vijftienjarige leeftijd en zij voedt hem alleen op, terwijl ze nooit had gedacht dat ze dat kon. Door die beelden durft ze de telefoon aan het eind van de voorstelling toch op te nemen. Ze is klaar om te horen wat ze waarschijnlijk gaat horen.”

Heeft u zelf ook iets ingebracht in het scenario?
“Ja. Op de vraag ‘Doet sneeuw pijn?’ was het antwoord bijvoorbeeld eerst: ‘Ja, nee, misschien.’ Maar we kunnen die vraag niet opwerpen en er geen antwoord op geven, vonden regisseur Benno Hoogveld en ik. Toen zijn we, ­samen met scenarioschrijvers Roos Schlikker en Erris van Ginkel, gaan puzzelen tot er een mooie tekst uit kwam. We hebben veel gebrainstormd: wat willen we vertellen over rouw? Wat moet je allemaal uit de kast trekken om overeind te blijven? Ik ontdekte dat Nick Cave iets moois over rouw had gezegd. Hij vergeleek het met een elastiek: soms kun je het leven best aan en ga je steeds vooruit, tot je ineens als een elastiek terugschiet naar de plek waar je rouw begon. Die opmerking zit nu in de voorstelling en is heel herkenbaar voor mensen die zelf iemand hebben verloren, hoorde ik na afloop.”

U heeft zelf een goede vriend verloren, regisseur Willem van de Sande Bakhuyzen. Herkende u iets uit het rouwproces van Spaans?
“Een vriend verliezen, die niet in je dagelijks leven staat, is natuurlijk iets anders dan een partner verliezen. Dat rouwproces is niet vergelijkbaar, denk ik. Al ben ik met dat verlies toch zeker een half jaar bezig geweest. Willem was als een grote broer voor me, een heel fijne regisseur, iemand die ergens voor stond. Tijdens het maken van ­deze voorstelling heb ik veel aan hem gedacht. Ik heb toen ook weleens zijn nummer gebeld, omdat ik benieuwd was wat er ging gebeuren. Toen kreeg ik ook ­iemand anders aan de lijn. En ook ik heb weleens gedacht: geef me een teken. Daar heb je blijkbaar toch behoefte aan als iemand overlijdt.”

Hoe het is om alleenstaande moeder te zijn, weet u ook: u voedt uw dochter bewust alleen op. Hielp dat u in uw rol te komen?
“Het woord ‘bewust’ doet denken dat ik het liever alleen wilde doen, maar dat is niet zo. Het was altijd mijn droom om moeder te worden, maar het kwam er niet van. Ik was 38 jaar toen een vriendin zei: ‘Jij en je carrière, dat is toch ook prima?’ Ineens dacht ik: wacht even, dat is ook weer niet de bedoeling. Toen ben ik het hele traject ingegaan om een kind te krijgen met een donor. Ik ben heel dankbaar dat het gelukt is. Carolien schrijft in haar boek dat ze zich ineens realiseert hoe kwetsbaar ze met z’n tweeën zijn – als één van hen iets overkomt, is het klaar. Dat ­gevoel ken ik erg goed. Als ik daar te lang over nadenk, word ik gek. Maar ook zonder je eigen ervaring moet je ­begrip hebben voor wat een personage meemaakt. Het fijne van ouder worden is dat je steeds meer bagage hebt, waardoor dat steeds makkelijker gaat. Mijn eigen ervaringen, vrolijke dan wel verdrietige, neem ik allemaal mee.”

Hoe is het om anderhalf uur alleen op het podium te staan?
“Heel leuk; tijdens het repetitieproces had ik al elke dag zin om te spelen. Maar drie dagen voor de eerste try-out werd ik heel zenuwachtig. Ik vond het ineens eng: ik had sinds de toneelschool geen solo meer gespeeld, zou ik al die tekst wel onthouden? Misschien kwamen die zenuwen ook omdat ik zelf iets wil vertellen met deze voorstelling. Ik wil laten zien dat het oké is om niet aan de norm te voldoen, op welke manier dan ook, en wat is die norm eigenlijk? Gelukkig kon ik de knop omzetten en gewoon gaan spelen. We hebben een stuk gemaakt waar ik heel trots op ben.”

Heeft Carolien Spaans de voorstelling gezien?
“Ja, ze was onlangs bij de laatste doorloop in De Meervaart. Dat was heftig. Ze zei: ‘Je speelt mijn grootste angst.’ Ze vraagt zich nog altijd af wat er precies in die ­seconde is gebeurd dat haar man in die gletsjer is gevallen, een vraag die ik ook uitspreek op het podium. Dat is haar grootste pijnpunt. Ik hoorde haar snikken in de zaal, waarop ik ook geëmotioneerd raakte. We kunnen het goed met elkaar vinden en ze heeft een goed gevoel over het ­toneelstuk. Dat vind ik heel belangrijk, want het is toch grotendeels haar verhaal. Een verhaal met een mooie conclusie: ze is er sterker uitgekomen. Ze had lang last van paniekaanvallen en stond soms wankel in het leven, maar dat veranderde toen ze er alleen voor kwam te staan. Ze ontdekte dat ze het ook alleen kon.”

Doet sneeuw pijn van Solo Stories gaat op 27/1 in première in het DeLaMar Theater.

Het Parool, 24 januari 2020