‘Het heeft niet zoveel zin om angstig door het leven te gaan’
Anniko van Santen (52) is al achttien jaar het gezicht van Opsporing verzocht, en daar hoopt ze nog heel wat jaren aan vast te plakken. In het nieuwe seizoen spoort ze kijkers weer aan tips door te bellen aan de politie, hoe onbeduidend die soms ook lijken.
Tekst: Kim van der Meulen
Aan het eind van het seizoen is Anniko van Santen meestal bekaf: haar hoofd zit vol. Als eindredacteur en presentator van Opsporing verzocht krijgt ze wekelijks een stuk of tien nare verhalen voor de kiezen. Over daders en slachtoffers van gewapende overvallen, mishandelingen, schietincidenten, vermissingen en moordzaken. Toch begint het altijd weer te kriebelen. “Als het nieuwe seizoen begint, denk ik: we gaan weer!”
Welke rol speelt Opsporing verzocht in jouw leven?
“Een grote rol. Opsporing verzocht maakt heel veel uren van mijn leven uit; mijn hele week staat in het teken van dit programma. Daarmee heeft het ook invloed op hoe ik me ontwikkel als mens. Dat klinkt een beetje zwaar, maar voortdurend geconfronteerd worden met verhalen van slachtoffers doet natuurlijk iets met je. En op werkgebied heeft het me geleerd dat ik graag iets concreets doe. Ik hou van deadlines, van elke week de kans krijgen om het nog beter te doen.”
Kun je de ellende die je in je werk tegenkomt makkelijk van je afzetten?
“Dat probeer ik te doen. Een beetje in de tuin wroeten helpt heel erg om mijn hoofd leeg te maken. Vroeger dacht ik: ik dender gewoon door, het komt wel goed. Nu sta ik vaker even stil om verdrietig te zijn over iets wat ik in het programma heb behandeld. Laatst hadden we een item over de mishandeling van twee jongens, van 14 en 15 jaar. Ze kwamen aanrijden op hun fietsje, en daar stond een groep leeftijdsgenoten die het blijkbaar een grappig idee vond om ze in elkaar te timmeren. Die beelden bekijken we analytisch: wat is er gebeurd, wat hebben we nodig om die jongens te herkennen? Maar ze raken me ook. Als ouder is dit een nachtmerrie. Je zwaait je kind uit, wenst hem veel plezier en hij komt de verkeerde tegen. Wat als mijn kinderen zoiets zou overkomen? Hoe geef je ze dan het vertrouwen in de mensheid terug? En heb je als ouder en kind genoeg veerkracht om daaroverheen te komen?”
Heeft het programma jouw gevoel van veiligheid veranderd?
“Ik heb een betere radar gekregen voor situaties om me heen. Het besef dat het mis kan gaan in het leven, is bij mij wat concreter dan bij veel andere mensen. Tegelijkertijd weet ik heel goed dat wij de uitzonderingen laten zien. Wij hebben het over onopgeloste, ernstige zaken. Er zijn ook veel zaken die wel worden opgelost. Nederland is eigenlijk een heel veilig land. Het heeft niet zoveel zin om angstig door het leven te gaan. Er kan altijd worden ingebroken – al zou ik het heel onverstandig vinden als een inbreker dat bij ons doet, haha. Je kunt alleen maar zorgen dat je in ieder geval geestelijk zo weerbaar mogelijk bent.”
Waarom zijn jij en dit programma zo’n goede match?
“Het leuke van televisiemaken is dat je verhalen kunt vertellen, en in Opsporing verzocht vertel je verhalen die onderaan de streep iets moeten doen. Kijkers moeten denken: o, wat zielig voor die mensen. Of: de volgende keer als ik ergens een auto gek zie staan, ga ik toch even kijken wat er aan de hand is. En het ultieme wat het programma moet doen, is natuurlijk dat iemand de telefoon pakt en de politie belt. Nadenken over hoe je iemand in beweging kunt krijgen, vind ik heel leuk. Soms zie ik in een politieaangifte ineens één zinnetje dat me naar de keel grijpt, waardoor ik denk: dit verhaal is anders dan andere. Je moet heel precies zijn. Iets wat ik in mijn privéleven grappig genoeg helemaal niet ben. Ik vergeet vaak mails te beantwoorden en schuif mijn administratie zo twee maanden voor me uit.”
Zijn we het meespeuren na ruim veertig jaar nog niet zat?
“Nee, misdaad is een onderwerp dat veel mensen fascineert. En heel veel mensen kijken naar het programma uit een soort burgerplicht. Het format is ook heel duidelijk: politie zoekt boef, u kunt helpen. En er zit een preventieve werking in. Je ziet waar je op moet letten, hoe je voorkomt dat je ergens in tuint. Je hebt er dus zelf ook belang bij. En we stralen uit dat we er voor iedereen zijn. We zijn heel netjes naar slachtoffers, maar ook – dat klinkt misschien een beetje raar – integer naar daders. Als iemand brand probeert te stichten in een afgesloten winkel met benzinedampen, vervolgens als een fakkeltje naar buiten rent en het vuur snel dooft, mogen we best zeggen: nou, dat was niet handig. Maar de toon is altijd: sommige dingen deugen niet, en daar kunnen we samen wat aan doen. Het gaat over recht. Opsporing verzocht is een programma waarin het gaat om wat je hebt gedaan, niet om wie je bent.”
Heb je zelf weleens iets meegemaakt wat in Opsporing gezocht uitgezonden had kunnen worden?
“Nou, we waren ooit met oud en nieuw op weg naar mijn schoonfamilie in Eindhoven en zagen een of andere idioot over de weg jakkeren. Die ramde de auto van een gezin, reed daarna terug en ramde ze nóg een keer. Echt belachelijk. Daarna rende hij weg uit zijn auto. Toen was het fijn dat ik wist dat ik 112 moest bellen en de standaardvolgorde van signalementen kende. Ik wist precies wat ik moest doorgeven. Ik ben naar zijn auto toegerend en heb het sleuteltje eruit gehaald – geleerd in mijn eigen programma, ja. Hij is later die dag aangehouden, hoorde ik achteraf van een rechercheur in onze studio, die dat onderzoek gedaan bleek te hebben.”
Sta je te juichen als je hoort dat een zaak is opgelost dankzij tips van kijkers?
“Heel erg. Als we horen dat iemand op basis van onze uitzending heeft besloten door te geven wat hij wist en dat de zaak daardoor is opgelost, denk ik: wat top dat we dit kunnen doen! Het is wonderlijk hoe dat soms gaat. Als we kijkers vragen wie zich nog een zwart autootje kan herinneren dat vier maanden geleden ergens reed, denk ik weleens: dit wordt lastig. Maar dan belt toch iemand om te zeggen dat ’ie zich die auto ineens herinnert, omdat er iets opvallends aan de binnenspiegel hing. We weten niet altijd of ons programma voor een oplossing heeft gezorgd, want het kan ook een samenloop van omstandigheden zijn. Maar we spreken in elk geval de grootste denktank van Nederland aan.”
Waar ben je trots op?
“Dat Opsporing verzocht er nog steeds toe doet. We staan in de top-5 van hoogst gewaardeerde programma’s van de NPO. En ik ben er serieus trots op dat het me is gelukt om een leuke moeder te zijn en dat te combineren met heel veel werk. Dat vergt offers; ik heb heel lang nul sociaal leven gehad. Maar ik heb het voor elkaar gekregen, en dat vind ik echt leuk.”
Zie je jezelf ooit nog een ander programma presenteren?
“Af en toe denk ik: het zou leuk zijn om weer programma’s te maken voor het Wereld Natuur Fonds, zoals ik vroeger lang heb gedaan. Ergens in een uithoek een programma over bedreigde dieren maken. Wat ik nu doe is natuurlijk niet zo avontuurlijk, heel gestructureerd en binnen de lijntjes. Maar het voelt nog helemaal niet alsof ik het al achttien jaar doe. Opsporing verzocht is een instituut, maar dat betekent niet dat je achterover kunt leunen en dat mensen toch wel blijven kijken. Je moet jezelf iedere keer weer een schop onder je kont geven.”
Veronica Superguide, september 2023