Barbara van Beukering (51), oud-hoofdredacteur van Het Parool, sprak voor haar boek Kruip nooit achter een geranium, veertien van haar vrouwelijke rolmodellen. ‘Ze hebben me toch een energie.’
tekst KIM VAN DER MEULEN foto LINDA STULIC
U werd vorig jaar vijftig. Was dat een aanleiding om een boek te schrijven over ouder worden?
“Met die leeftijd was ik niet zo bezig. Ik vond het alleen een mooi moment om eens een sabbatical te nemen. Daar was het weleens tijd voor, na 28 jaar fulltime werken. Ik nam afscheid van De Persgroep (de uitgever van deze krant, red.), waar ik onder andere had gewerkt als hoofdredacteur van Het Parool en het digitale nieuwsmagazine Paper, en besloot drie maanden alleen maar op vakantie te gaan met vrienden. Bij terugkomst kreeg ik een mailtje van een uitgeverij: of ik misschien een boek wilde schrijven. Ik was stomverbaasd, want de laatste jaren had ik maar twee stukken geschreven: over de euthanasie van mijn moeder in Het Parool en over het emptynestsyndroom in het AD. Blijkbaar viel mijn schrijfstijl in de smaak. Het leek me een mooie kans om mijn rolmodellen te interviewen: vrouwen als Neelie Kroes, Hedy d’Ancona en Gerdi Verbeet.”
Waarom wilde u juist hen interviewen?
“Ik kwam sommigen van hen weleens tegen op feestjes en recepties en ze hebben me toch een energie. Nelleke Noordervliet, die 72 is, stond eens zo lekker na te borrelen met bitterballen en wijn dat ze om half een ’s nachts pas op haar horloge keek en ineens uitriep dat ze jarig was. Geweldig. Dat soort ervaringen had ik ook met Wouke van Scherrenburg en Hedy d’Ancona. Ik bewonder hun uiterlijk, hun levenslust, hun energie. Ze staan nog volop in het leven. Ik wilde weten hoe je oud kunt worden zoals zij, maar ook hoe zij het ouder worden ervaren en of ze zo gelukkig zijn als ze lijken. Drie vrouwen, onder wie Erica Terpstra, hadden het te druk en Hanneke Groenteman vond het een vervelend onderwerp. Verder zeiden ze allemaal ja, van Olga Zuiderhoek tot Gerdi Verbeet en Annemarie Jorritsma. Ik heb veertien vrouwen gesproken.”
Wie heeft u het meest verrast?
“Wat me opviel, waren generatieverschillen: waar mijn generatie veel ietsisten kent – Flow en Happinez zijn niet voor niets zo populair -, moeten zij allemaal niets van het geloof weten. Ze zagen de bekrompenheid die aan het geloof kleefde in een verzuilde samenleving en hebben het van zich afgeschud. Over drank, iets waar mijn generatie bewust mee bezig is, doen ze dan weer niet moeilijk. Ook bijzonder: Hedy rent moeiteloos van de trap en springt zo op de fiets, doordat ze wekelijks aan yoga doet. En toen Gerdi Verbeet Kamervoorzitter was, plande ze elke zes weken een dag waarop ze naar de pedicure, kapper en schoonheidsspecialist ging. Ze liet haar secretaresse in haar agenda noteren: Open Monumentendag. Geniaal. Stuk voor stuk inspirerende, stoere vrouwen. En erg openhartig.”
Neelie Kroes hoeft geen man meer, Wouke van Scherrenburg gebruikt af en toe botox en Hedy d’Ancona vindt dat je nog ‘leuk kunt seksen’ als je oud bent.
“Geweldig toch? En ze vonden het allemaal prima dat het in het boek kwam. Op een bepaalde leeftijd kan het je niet meer schelen wat mensen van je vinden, zei Neelie. Heerlijk.”
U vertelt ook openhartig over uw eigen leven, van een cosmetische ingreep tot problemen in de slaapkamer en uw familiegeschiedenis. Waarom?
“Anders zou het te veel een interviewboek worden. Het moest eerder lezen als een roman. En daar waren persoonlijke verhalen voor nodig, zo verzekerde mijn redacteur me. Ik had niet voorzien dat het een halve autobiografie zou worden, maar die onderwerpen zijn wel relevant voor het thema – ik dacht vroeger bijvoorbeeld dat het op een bepaalde leeftijd wel klaar zou zijn met seks. Nou, dat hoeft dus niet. En door het boek te beginnen met mijn oma’s, een generatie die wél achter de geraniums verdween, kon ik onderzoeken hoe de vrouw van boven de vijftig in de afgelopen eeuw is veranderd. Voor mijn oma’s, geboren in het begin van de twintigste eeuw, was de huishoudschool of de middelbare meisjesschool het hoogst haalbare. Ze werden geacht ontslag te nemen na het huwelijk. De vrouwen die ik interviewde zijn de eerste generatie die het anders deed. Ze werken allemaal nog. Toen de pensioenleeftijd naar 67 ging was het protest enorm, maar onze levensverwachting is ver in de tachtig dus het is achterhaald zo te denken. Bezig blijven is juist de crux.”
Hebben de interviews uw beeld over ouder worden veranderd?
“De beeldvorming rondom ouder worden is over het algemeen negatief: je lichaam raakt in verval en in de media gaat het alleen maar over verpleeghuizen en een ‘voltooid leven’. Zeventig zijn staat niet bekend als leuke fase van je leven. Door die vrouwen te interviewen hoopte ik op een tegengeluid, al was het alleen om mezelf gerust te stellen, haha. Dat is gelukt, denk ik. De vrouwen die ik sprak hebben een heel leuk leven.”
Waar komt dat door?
“Ze hebben vrijheid. De zorg voor hun ouders en verantwoordelijkheid voor hun kinderen is weggevallen en ze zijn niet meer bezig met status, ambitie en geld. De druk is eraf. Als je zeventig bent, leef je in een soort leuke bonustijd. Lichamelijke gebreken zijn de keerzijde van de medaille, maar er zit een hoop positiefs aan ouder worden.”
LINDA wijdde een nummer aan vijftig worden en Saar richt zich alleen op die doelgroep. Is de vele media-aandacht rondom die leeftijd terecht?
“Vijftig is een ding, ja. Hoewel ik er niet mee zat, was het wel de eerste leeftijd waarop ik me realiseerde dat ik niet meer jong was. Misschien komt het ook doordat mijn kinderen het huis uit zijn, maar ineens voelde het alsof ik met mijn rug naar de jeugd stond. Victor Hugo zei eens: ‘Veertig is de ouderdom van de jeugd; vijftig de jeugd van de ouderdom.’ Daar zit wat in. Al is ouder worden veel bijzonderder dan vijftig zijn.”
Hoe ziet u uw eigen oude dag voor u?
“Zover is het gelukkig nog niet en ik ben niet zo plannerig. Ik denk dat ik de adviezen uit dit boek maar gewoon ga opvolgen.”
Barbara van Beukering: Kruip nooit achter een geranium, Unieboek|Het Spectrum, €19,99, verschijnt op 27 februari
Het Parool, 23 februari 2018