Interview Thijs Römer (Het Parool)

‘Ik houd wel van een tikje plat’

TEKST KIM VAN DER MEULEN FOTO’S MAARTEN STEENVOORT

Met vraaggesprekken in sollicitatiesetting is Thijs Römer (36) wel klaar. De acteur stelt daarom voor samen te koken tijdens ons interview vanwege zijn debuutroman Weemoedt, die vrijdag verschijnt.

Aan zijn enthousiasme in de keuken lees je niet af dat Thijs Römer eigenlijk niet zo gek is op koken. “Ik zou het vast kunnen leren, maar ik word er altijd heel blij van als iemand anders het voor me doet,” verontschuldigt hij zich, terwijl hij een plakje ham aanbiedt. Met de rest van het pakket heeft hij zojuist twee kalfsschnitzels bedekt. Op het menu: saltimbocca en sla uit de moestuin naast het tuinhuisje in Noord dat voor de gelegenheid is geregeld. “Maar zo heb je een andere interactie dan wanneer je tegenover elkaar aan een tafeltje zit. En ik heb het gevoel dat ik niet de enige ben die iets moet leveren. Nu sta jij ook onder druk.” Hij lacht aanstekelijk en buigt zich over het recept. “Ik moet me even concentreren.”

Je geeft weinig interviews over je debuutroman Weemoedt. Waarom?
“Je kunt beter kiezen voor een paar media dan overal maar weer aanschuiven. Dan krijg ik het gevoel iets te moeten verkopen. En dat terwijl mensen misschien al denken: acteur schrijft boek, o god. Al ben ik daar niet huiverig voor: ik weet waarom ik het gedaan heb en ken mijn ambities goed. Die liggen bij acteren: daar ben ik voor opgeleid, dat is een serieuze aangelegenheid. Schrijven is een mooie tegenhanger van spelen. Een egomane bezigheid, terwijl je je als acteur afvraagt: wat wil de regisseur, welke kostuums krijg je aan, wat heeft de schrijver bedoeld met die tekst?”

Wilde je al lang een roman schrijven?
“Nee, dat was helemaal niet mijn idee. Ik wist al langer dat ik schrijven leuk vind: Bernlef was heel positief over een filmscenario dat ik schreef naar aanleiding van zijn boek Op slot, waarin mijn opa (Piet Römer) de hoofdrol zou spelen. Maar toen ze overleden, bleef dat project liggen. En zes jaar geleden schreef ik een pilotscenario voor een televisieserie, Weemoedt met sterren, over de gevallen talentenmanager Job Weemoedt. Gewoon, om te zien hoe ver ik ermee zou komen. Toen mijn agent het aan een uitgever liet lezen, zagen ze er een boekversie in. Ik heb nee gezegd. Een roman schrijven kon ik niet, en dat wilde ik ook helemaal niet.”

Römer hurkt voor het fornuis, steekt een lucifer aan en gooit wat olie in de pan.

“Uiteindelijk heb me laten overtuigen één keer te praten met de uitgeverij. Toen bedacht ik onder welke voorwaarden ik het eventueel leuk zou vinden het toch te doen: niet uitgeven onder mijn eigen naam en geen contract – dat verloste me van het idee dat ik een goed boek móet schrijven – en een dagboek als vorm, zodat de zinnen geen literaire kunstwerkjes hoefden te zijn. Ik sprak een proefperiode van drie weken af. Was het niks, dan zouden we het allemaal eerlijk zeggen. In die periode schreef ik 1500 woorden per dag. Ik mocht ermee doorgaan; de eerste versie was in drie maanden af. Toen het eenmaal klaar was, dacht ik: hier hoef ik me niet voor te verstoppen. Dus toch onder mijn eigen naam.”

“Kijk die rollades eens vrolijk liggen in die pan. Gaat het niet te hard?”

En toen was het boek er dus toch.
“Ja. Ik wilde niet zo’n biootje van mezelf op de achterflap; ‘Heeft in het toneelstuk Cloaca gespeeld en won een Gouden Kalf voor 06/05.’ Ja, dat kan iedereen googelen. Nu staat er dat ik een hekel heb aan dat soort tekstjes. Wacht, ik zoek de tekst even op m’n telefoon. Ah, hier. ‘Thijs Römer is eigenlijk helemaal geen schrijver, maar acteur. Op toneel, televisie en in films. Hij vond het wel leuk om dit boek te schrijven en hoopt dat u het met veel plezier leest.’ Heb jij het boek met plezier gelezen?”

Ja. Het is verrassend: een stuk grover dan bij je imago past. Die beschrijving van hurkend poepen terwijl Jobs ballen in de brandnetels hangen, bijvoorbeeld.
“Zo’n man die zichzelf onderpoept, vind ik wel een aandoenlijk beeld eigenlijk. Hij bevindt zich op het slechtste punt in zijn leven, maar houdt de moed erin. En de verhaallijn met Fré, de liefde van zijn leven, is gewoon lief en mooi. Maar ik houd wel van situaties die een tikje neigen naar het platte, ja. Misschien is dat iets Amsterdams in mij. Het is de kunst om het net niet lelijk te maken, maar ertegenaan te schuren. Zo is het leven toch ook? Je komt vaak genoeg in situaties terecht die niet fraai zijn.”

Je staat op de cover, het boek is in de ik-vorm geschreven en gaat over het showbizzwereldje, Jobs zoontje heet Sem en jouw dochtertje Sammie. Gaat Weemoedt over jou?
“Het verhaal komt uit mijn fantasie, dus ik heb er wel iets van mezelf ingelegd, ja. Maar ik heb het twee jaar geleden geschreven, toen ik nog niet in Jobs positie zat van alleenstaande vader. De publicatie bleef een beetje liggen, tussen alle acteerklussen door, en nu heeft de realiteit het boek ingehaald. Al kan ik me voorstellen dat mensen denken dat het over mij gaat, met in het achterhoofd wat het afgelopen halfjaar in de bladen heeft gestaan.”

Römer blust de rolletjes vlees voorzichtig af met marsala. “Verdomme, wat goed! Hier mogen we heel trots op zijn. Ik denk dat we aan tafel kunnen.”

Je personage Job heeft het gehad met de showbizzwereld. Heb jij dat gevoel ook wel eens gehad?
“Nou ja, dat drong zich de afgelopen tijd natuurlijk wel aan me op.” (In februari maakten Thijs Römer en Katja Schuurman bekend na een huwelijk van acht jaar uit elkaar te gaan, red.) Na een korte stilte: “Ik vond het best een nederlaag om een persbericht uit te brengen over de stand van zaken omtrent je relatie. Maar Evert Santegoeds heeft alle tijd. Die maakt er gewoon elke dag een item over, net zolang tot er in de stad steeds fotografen voor je uitlopen. Ze fotografeerden ook Sammie als ze net van het schoolplein kwam. Bloedirritant. Evert zal er wel trots op zijn als hij het leest, maar die bladen dwingen je uiteindelijk toch uitspraken te doen. Daar had ik het wel zwaar mee. Het is voor jezelf op zo’n moment al moeilijk om te beseffen wat er gebeurt. De dag dat je relatie een nu.nl-bericht wordt, is geen fraai moment.”

Wat heb je over jezelf geleerd sinds die periode?
“Het lastige van uit elkaar gaan is de confrontatie met het beeld dat je van jezelf had: dat klopt voor een deel niet meer. Als je elkaar het jawoord geeft, is dit natuurlijk niet het idee van je nabije toekomst. Je leven moet in de revisie en dat kan soms heel pijnlijk zijn. Daar moet je mee leren omgaan. Maar om gelukkig te zijn is het noodzakelijk het beeld van jezelf te blijven verversen. Ik ben er trots op dat we heel goed met elkaar omgaan. Er is nog veel liefde over. We laten wel iets achter, maar sluiten het niet af.”

Speelt de scheiding van je eigen ouders een rol in de manier waarop je ermee omgaat?
“Nou, ik heb zeker wel gedacht: ik wil op een positieve manier revanche nemen door het heel goed te doen. Waarmee ik helemaal niet wil zeggen dat ik een rotjeugd heb gehad, hoor. Integendeel. Mijn ouders waren ook heel open naar elkaar.”

“Het is hartstikke goed gelukt, hè? Ik voel me op de toppen van mijn culinaire kunnen.”

Waar woon je nu?
“Midden in de stad. Mijn hele familiehistorie ligt hier. Mijn opa en oma ontmoetten elkaar in de Jordaan en mijn ouders woonden randje Osdorp toen ik geboren werd, op de plek waar nu station Lelylaan ligt. Daar is hun huwelijk stukgelopen, wat je heel goed begrijpt als je die flat ziet, haha. Als eerstejaarsstudent woonde ik in de Plantagebuurt, vlak bij de Toneelschool, en werkte ik bij café De Smoeshaan. Stond ik daar biertjes te tappen voor Gijs Scholten van Aschat. Hij wist niet wie ik was, maar ik vond het alleen al te gek om tien gulden van hem aan te nemen.”

Wil je het theater weer in?
“Daar zijn wel plannen voor, maar ik zeg alleen ja als alles klopt. Momenteel heb ik het erg naar m’n zin voor de camera. De opnames voor de romantische komedie Ja, ik wil zitten er net op en ik ben bezig met een rol in een Deense film, al streef ik niet per se een carrière in het buitenland na. Ik heb vooral de drang om zelf te creëren: ik kan beter in andermans producties staan als ik daarnaast eigen projecten kan doen, of dat nou schrijven is of een nieuwe serie bedenken. Daarom heb ik na de toneelschool ook een eigen gezelschap opgericht. Ik heb altijd gedacht: ik word volwassen op mijn dertigste en speel mijn mooiste rollen op mijn vijftigste. Dat eerste klopte in elk geval.”

Weemoedt verschijnt 12 juni bij uitgeverij Gloriae/A.W. Bruna, €17,95. Thijs Römer signeert zijn boek die vrijdag om 16.00 uur bij Scheltema, Rokin 9.

Het Parool, 10 juni 2015