De norm is: zodra de zon schijnt, is het lekker weer. Maar er zijn ook zomerhaters die juist prima gedijen bij ‘rotweer’. ‘Ik heb een bloedhekel aan terrasjes.’
KIM VAN DER MEULEN
Als Jan de Hoop in het RTL Ontbijtnieuws vertelt dat we ‘een heerlijke zomerdag met temperaturen tot 27 graden tegemoet gaan’, weet ik dat het een slechte dag gaat worden. Zo’n dag waarop de volle zon op je huid brandt terwijl je haar tegen je knalrode hoofd plakt. Zo’n dag waarop de hooikoorts welig tiert en je loom en bezweet tussen schaars geklede medepassagiers in de tram geklemd staat. Zo’n dag waar niet tegenop te ventileren valt. Warm weer is lekker weer, lijkt de norm: niet zeuren en ervan genieten nu het kan. Maar wat als je helemaal niet van hitte houdt?
Het goede nieuws: ik ben als hittehater (recente vakantiebestemmingen: de Noordkaap en Spitsbergen – in de winter) niet alleen. Op het Vivaforum steken zomerhaters en winterliefhebbers elkaar in duizenden reacties een hart onder de riem in ‘het topic waar het altijd rotweer is, volgens de heersende opinie dan’, en volgens onderzoek van de Universiteit Utrecht naar de relatie tussen weer en humeur blijkt dat er onder jongeren zelfs meer zomerhaters dan -liefhebbers zijn. Er zijn dus mensen zat die juist blij worden van koele, bewolkte dagen. Sterker nog: mensen gedijen het beste bij een temperatuur van zeventien graden. “Bij die temperatuur is het sterftecijfer het laagst; bij elke graad hoger of lager stijgt het,” weet Hein Daanen, hoogleraar thermofysiologie aan de VU en onderzoeker bij TNO.
Blijven zweten
Toch is de algemeen geaccepteerde voorkeur voor warm weer goed te verklaren. Daanen, die overigens wel van een zonnetje houdt: “De winter leidt over het algemeen tot meer discomfort: koude handen en voeten, meer moeite doen om je te kleden. Door kou treedt bovendien bloedvatvernauwing in de huid op, dezelfde reactie die je krijgt bij stress en schrik. In de warmte verwijden bloedvaten zich juist, wat een ontspannen gevoel geeft. Daarbij zijn mensen in alles tropische dieren; onze regelmechanismen zijn volledig afgesteld op functioneren in een warm klimaat. Aan kou kunnen we ons uitermate gering aanpassen, maar aan warmte heel goed. Ga je een paar dagen achter elkaar de zon in, dan verandert er fysiologisch veel. Zo ga je tot twee keer zo veel zweet produceren, waardoor je jezelf beter koelt. En als je elke dag bij hitte inspanning zou verrichten, zou je zo acclimatiseren dat je bij een steeds lagere temperatuur zou gaan zweten.”
Keep calm and sweat on, dus. Als dat lukt. Mede-hittehater Sabine van Staden (46) zweet niet snel en raakt de warmte daardoor maar moeilijk kwijt. Warmer dan een graad of 24 hoeft het voor haar niet te worden. “De zonkracht in de zomer is aan mij niet besteed,” zegt ze. “Ik heb weleens een zonnesteek opgelopen. In Nederland, ja. Daarnaast heb ik zonneallergie, en een bloedhekel aan terrasjes. Dat verplicht in de volle zon zitten… Natuurlijk blijf ik niet de hele zomer binnen, maar ik zoek wel altijd de schaduw op.”
Nog een grote ergernis: vrolijk móeten worden van zon. “Ik word buitengewoon narrig van mensen die me vragen of ik het zonnetje ook zo heerlijk vind. In de zomer bepaalt het weer blijkbaar ieders gemoedstoestand. Ik kreeg laatst zelfs een kaartje van iemand: ‘Kop op, het wordt weer zomer’. Dan ken je me echt niet, haha.” Opmerkelijk detail: Van Stadens kinderen, geadopteerd uit Nigeria en Ghana, houden ook meer van koelte dan van zon. “Ze zweten makkelijker dan ik, maar de oudste vond het in februari bij tien graden al veel te warm.”
Wintersport in T-shirt
Goed kunnen zweten en wennen aan warmte mogen dan prima overlevingsmechanismen zijn voor hittehaters, aan de afkeer voor warmte verandert het niets. Hoe komt het dat de een rustig in T-shirt kan wintersporten en de ander zelfs hartje zomer blijft bibberen? “Dat ligt aan het zogenoemde setpoint in onze hersenen,” zegt Daanen. “Daar zit onze thermostaat die bij een bepaalde temperatuur een signaal aan de zweetklieren doorgeeft dat er gezweet moet worden. Die thermostaat staat bij iedereen anders afgesteld. De huid kan ook een rol spelen bij die voorkeur voor warmte of kou. Zo heb ik begrepen dat mensen met rossig haar een drogere huid hebben en minder makkelijk transpireren.”
Dat de combinatie rossig haar en een lichte huid de zonnehaat voedt, weet Bas van Dam (31) uit eigen ervaring. “Dat bepaalt mijn voorkeur voor de winter voor honderd procent,” zegt hij lachend. “Ik heb geen hekel aan de zon, maar kan gewoon niet tegen hitte en benauwdheid. Bij felle zon en vanaf 25 graden voelt het alsof mijn poriën openspringen en ik levend verbrand. Je kunt het vergelijken met het gevoel dat je krijgt als je te dicht bij de open haard staat. Na een dag in de zon kan ik me zelfs misselijk en duizelig voelen. Mijn vriendin heeft hetzelfde huidtype en houdt ook niet van felle zon; bij haar triggert het migraine.” Hun vakanties gaan dan ook naar koele oorden. “Maar deze zomer ga ik, in het hoogseizoen, met vrienden naar Italië. Ik wil me ook weer niet te veel laten leiden door het feit dat ik hitte niet te harden vind. Hoe ik dat ga volhouden? De schaduw opzoeken.” De irritatie dat warm weer per definitie als mooi weer wordt beschouwd, herkent Van Dam ook: “Mensen die me vragen of ik nog van de zon ga genieten, zeg ik eerlijk dat ik er niks mee heb. De sociale druk om wenselijk te antwoorden is groot, maar daar doe ik niet aan mee.”
Zomerdepressie
Toch kan dat ‘verplicht vrolijke’ gevoel een valkuil zijn voor mensen die het al niet zo op de zomer hebben. Naar schatting heeft één op de duizend Nederlanders last van een zomerdepressie, en dat gaat een stuk verder dan een flinke afkeer van hitte. GZ-psycholoog Marisse Bomkamp van het Instituut voor Positieve Psychologie legt uit: “Van een depressie spreken we pas als iemand gedurende minimaal twee weken het grootste gedeelte van de dag en bijna elke dag last heeft van een depressieve stemming, en interesse en plezier in activiteiten verliest. Andere symptomen zijn slaapproblemen, gebrek aan of toename van eetlust en concentratieproblemen.”
Omdat er nog weinig onderzoek naar het fenomeen is gedaan, is de exacte oorzaak van zomerdepressie onbekend. Bomkamp: “Het ontstaan van een depressie hangt vaak samen met een combinatie van biologische, psychische en sociale factoren, zoals erfelijkheid en het meemaken van ingrijpende ervaringen. Meestal hangt een zomerdepressie niet alleen samen met het seizoen, al kan ik me best voorstellen dat mensen het lastig vinden dat in de vakantieperiode het normale ritme en activiteiten die normaliter voldoening geven, wegvallen. Een van de oorzaken van winterdepressie, waar we veel meer over weten, is een gebrek aan licht. Dat wordt bestreden met onder meer lichttherapie.” Is de zomervariant te bestrijden met een donkere ruimte? “Je zou het bijna denken, ja. Er is in elk geval geen wetenschappelijk bewijs voor.”
Voor wie niet de hele zomer wil Netflixen met de gordijnen dicht: zweet, zoek schaduw en kop op, het wordt weer winter.
Franse sferen
Volgens de definitie van het KNMI is een ‘mooiweerdag’ een dag met veel zon (een zonpercentage van vijftig of meer), hooguit 0,2 millimeter neerslag per etmaal en een bovennormale temperatuur. Koudegolven komen in Nederland nauwelijks voor en het aantal koude dagen neemt de laatste jaren af, terwijl de laatste dertig jaar waarschijnlijk de warmste periode in 1400 jaar was. De temperatuur blijft stijgen; de toekomstige winters in Amsterdam kunnen meer gaan lijken op de huidige winters in Bordeaux.
Het Parool, 5 juli 2016