Onbedoeld hoogwatereffect, korte jassen die tocht doorlaten en hakken die door de voetenplank steken – rolstoelgebruikers moeten lang zoeken naar kleding die lekker zit en er bovendien goed uitziet.
tekst Kim van der Meulen illustraties Merel Corduwener
Eva Jacobs (26) zit van jongs af aan in een rolstoel: haar onderlichaam is sinds haar geboorte verlamd. Als ze op naden of dubbelgevouwen stof zit, voelt ze het dus niet, met striemen, drukwonden en beknelling tot gevolg. “Broeken met stiksels op de kontzakken koop ik daarom niet, net als kleding met veel naden en plooien. En ik draag alleen high-waisted broeken: heupmodellen zakken af en zorgen voor inkijk aan de achterkant. Rokken moeten altijd net over de knie vallen. En omdat ik een handbewogen rolstoel heb, heb ik gespierde bovenarmen. Shirtjes zitten daardoor al snel te strak.” Het zijn stuk voor stuk moeilijkheden die onlangs ooknaar voren kwamen in onderzoek van de HvA, waarin kledingwensen van rolstoelgebruikers in kaart werden gebracht. De grote meerderheid van de ondervraagden gaf aan geen geschikte kleding te kunnen vinden. Enkele issues die genoemd werden: broeken met onbedoeld hoogwatereffect vanwege opgetrokken knieën, broeken met een strakke taille die in de buik prikt, lange jassen die een prop worden als je erop zit en korte jassen die tocht doorlaten.
Met één hand
“Ik zit ook in een rolstoel, maar had nooit moeite met het vinden van mijn confectiemaat. Ik was me dus nooit zo bewust van die problemen,” zegt onderzoeker Lisette Vonk van het Fashion Technology Lab. “Maar uit het onderzoek bleken die er wel degelijk te zijn. Zowel bij mensen die nog wel kleine stukjes kunnen lopen als mensen die door bijvoorbeeld een dwarslaesie of amputatie dagelijks uren achtereen in een rolstoel zitten. Ze lopen tegen dezelfde lastigheden aan en stellen dezelfde eisen aan kleding.”
Sanne ter Heide (31) is zo’n rolstoelgebruiker die iets mobieler is – ze is spastisch en gebruikt daarom buitenshuis een elektrische rolstoel en thuis een rollator. Ze herkent sommige klachten die uit het onderzoek naar voren kwamen ook. “Bredere heupen en dunnere onderbenen maken het kopen van jeans inderdaad lastig en hakken dragen is onpraktisch omdat die door de voetenplank steken of tegen de wielen aankomen. Gelukkig ben ik meer van de sneakers – ik heb 35 paar. Maar het lastigst was lingerie vinden. Ik ben na een zoektocht uitgekomen bij beha’s van Marlies Dekkers, waar mensen trouwens weleens geschokt op reageren – alsof gehandicapte vrouwen er onder hun kleren niet mooi uit willen zien.”
Hoewel er kledingmerken zijn die zich richten op rolstoelgebruikers (zie kader), valt er ook bij grote winkelketens genoeg te kiezen, zegt Ter Heide. “Truien en pantalons koop ik vaak bij Only en bij WE haal ik jeans – of eigenlijk: jeggings, broeken van stretchstof met een jeanslook. Het enige wat ik altijd controleer, is of ik een broek met één hand kan openmaken. Zoals veel spastische mensen heb ik namelijk een dominante hand. En als ik een toffe stof tegenkom, laat ik daar bij de coupeuse een broek op maat van maken. Als je iets mooi vindt, moet je het gewoon durven dragen. Mijn opvallendste shirt is er een van Judith Osborn met de tekst ‘ku(l)twijf’. Als mensen naar me kijken, kunnen ze maar beter iets te lezen hebben, haha.”
Minder degelijk
Ook Jacobs slaagt prima bij winkels als Zara, Sting en Mango. Truien past ze gewoon in de winkel, en omdat ze hulp nodig heeft bij broeken past ze die vaak thuis. “Dat mag altijd wel als ik het vraag. En ik weet waar ik op moet letten. Er moet genoeg rek in de stof zitten, bijvoorbeeld. En vroeger wilde ik weleens een buikje verhullen door wijde shirts te dragen, maar doordat je al wat onderuitgezakt zit in een rolstoel, accentueerde ik dat juist. Ik koop nu dus aansluitende kleding. Ik draag graag kokerrokken, omdat die de benen mooi bij elkaar houden, sexy zijn en lang genoeg zijn om inkijk te voorkomen. Ik ga graag met trends mee. Zo ben ik fan van flared jeans – strak om de bovenbenen en wijd uitlopend – en van velours. Die stof is mooi en het zit zo lekker dat je amper doorhebt dat je het draagt. Terwijl niemand zal denken: dat draagt ze voor het comfort.”
Oubollig
Volgens Vonk dragen veel rolstoelgebruikers kleding die niet speciaal voor hen is gemaakt, maar toch voordelen biedt: denk aan een zwangerschapsbeha die aan de voorkant sluit, voor wie moeilijk bij z’n rug kan. Zijn speciale kledinglijnen en -merken voor rolstoelgebruikers dan eigenlijk wel nodig? “Ik vind het goed dat er aandacht voor is, maar ik heb vaak het idee dat die merken kleding maken vanuit een soort nobele overtuiging en niet om rolstoelgebruikers tof te kleden,” zegt Ter Heide. “Nike doet het met de Flyease wel goed: coole sneakers voor mensen met een handicap – zonder veters, mét rits. Maar veel speciale rolstoelkleding is oubollig.” Dat vindt Jacobs ook: “Ik ben een voorstander van aangepaste kleding, maar vaak is het vooral functioneel en degelijk. Er mag meer aandacht komen voor details en afwerking. Mensen met een handicap verschillen echt niet zo veel van anderen; wij willen er ook graag modieus en verzorgd uitzien.”
Het Parool, 6 november 2017