Nooit te oud voor een mooier gebit (RTLnieuws.nl)

Vroeger was een beugel een noodzakelijk kwaad, tegenwoordig kiezen veel dertigers en veertigers er zelf voor. Journalist Kim van der Meulen (36) koos voor een ‘onzichtbaar’ exemplaar. Die valt inderdaad niet zo op, maar heeft ook zo z’n beperkingen. “Mijn wensen? Recht. Maar geen Hollywoodsmile.”

“Je tanden staan een beetje scheef, maar niet zo erg dat je per se een beugel nodig hebt. Wat wil je zelf?” Ik was een jaar of tien, de tandarts had mijn tweelingzus net tot een buitenboord-en-slotjesbeugeltraject veroordeeld en ik kreeg de luxe om te kiezen. Ik zat in mijn vampierfase, was dus best tevreden met mijn ietwat uitstekende hoektandjes en had geen zin in zo’n buitenboordjoekel die ik kende van klasgenootjes.

“Nee”, zei ik dus resoluut. Pas een jaar of vijf geleden viel me op hoe mooi en recht de tanden van mijn zus eigenlijk stonden dankzij de beugelellende die zij als kind had doorstaan, en hoe mijn gebit langzaam maar zeker steeds meer de hoop opgaf. Vooral mijn ondergebit ging steeds schotser en schever staan. Dat zie je gelukkig amper als ik praat, en om nou met een slotjesbeugel rond te lopen… Ik zag mezelf al voor gek staan tijdens interviewafspraken en etentjes. Zo erg was een ietwat scheef gebit ook weer niet, zei ik tegen mezelf. Maar het bleef knagen.

Afgelopen najaar ging ik toch overstag, nadat mijn zus me op Invisalign wees: een doorzichtige beugel, bestaande uit twee dunne kunststof hoesjes die je over je onder- en bovengebit schuift. Elke twee weken doe je een nieuwe in, die steeds weer een paar millimeter van de vorige verschilt, tot je tanden uiteindelijk op hun plek staan. Echt onzichtbaar zijn ze natuurlijk niet, maar ze vallen een stuk minder op dan glanzend metaal op je tanden. De eerste week voelde het alsof mijn hoofd eraf viel en deed het in- en uitdoen pijn, maar inmiddels voel ik alleen wat druk als ik een nieuwe set bitjes (‘aligners’) in doe. Je hebt er alleen een ijzeren discipline voor nodig, want je moet ze 22 uur per dag dragen. Oftewel: je doet ze alleen uit als je eet of drinkt. Om verkleuring en vervorming van de kunststof te voorkomen, mag je alleen water drinken als je ze draagt. Zeg maar dag tegen rode wijn, uitgebreide etentjes en een bitterbal meepikken op een borrel.

Dat eten en drinken hierdoor wat ingewikkelder wordt, merkte ook mede-beugeldrager Jacha Rootlieb (47). “Als je de beugel uit hebt gehad, moet je je tanden én de beugel even poetsen”, legt ze uit. “Voor mij is dat geen probleem, want ik poetste mijn tanden al bovengemiddeld vaak, maar je moet het wel kunnen opbrengen. Meestal heb ik een toilettas mee met daarin een tandenborstel, tandpasta, een handdoekje en mijn beugelbakje. Maar als ik die een keer ben vergeten, wikkel ik mijn beugel gewoon in een servetje. Ik draag mijn Invisalign inmiddels drieënhalve maand en word daar steeds makkelijker in. Het draagcomfort valt me wel wat tegen: door de randjes van de beugel heb ik af en toe wondjes aan de binnenkant van mijn mond. Maar ik kan er goed mee praten, weinig mensen zien dat ik ’m draag en ik zie nu al een groot verschil. Dat werkt heel motiverend.”

‘Met een beetje pech moeten er kiezen worden getrokken voordat je aan het hele proces kunt beginnen’

De prijs van een doorzichtige beugel is niet mis: afhankelijk van het aantal bitjes dat je nodig hebt ben je zo twee- of drieduizend euro verder, exclusief controle. Voor een traditionele slotjesbeugel ben je zo’n duizend euro minder kwijt. Sommige verzekeraars vergoeden een beugel bij volwassenen, maar vaak onder strikte voorwaarden – je moet bijvoorbeeld twee jaar staan ingeschreven bij de verzekeraar, en de bedragen worden vaak maar deels vergoed. Met een beetje pech moeten er ook nog kiezen getrokken worden voordat je aan het proces kunt beginnen, of moet de kaakchirurg eraan te pas komen – bijvoorbeeld als een tand niet meedraait omdat-ie vergroeid is met het kaakbot.

Een kaakoperatie staat beugeldrager Lisa Scholte (23) hoe dan ook te wachten. Die heeft ze nodig om van kaakgewrichtklachten af te komen. Ze draagt nu al anderhalf jaar een naar eigen zeggen ‘flink uitgebreide’ bracketbeugel, zoals de ouderwetse slotjesbeugel officieel heet, met zes witte – ook wel: keramische – slotjes op haar bovenste tanden. “Als kind heb ik lang een beugel gehad”, zegt ze. “Die zette mijn tanden recht, maar niet de stand van mijn kaken. Mijn tanden en kiezen worden nu alvast zo verplaatst, dat ze na de kaakoperatie goed op elkaar passen.” Daarna moet ze de slotjes nog een halfjaar dragen.

Paar maanden of jaren beugelen 

Of ze daar tegenop ziet? “Nee, hoor. Ik ben me er niet eens meer van bewust dat ik een beugel draag. Het aanpassen doet telkens wel even zeer, maar dat is van korte duur. Het lijkt niemand echt op te vallen. En die ene keer dat iemand er iets over zegt, is het vaak een opmerking uit interesse. Een beugel dragen als volwassene wordt tegenwoordig als heel normaal gezien. Van een goed functionerend gebit heb je de rest van je leven plezier. Dat is een paar maanden of jaren beugelen wel waard.”

Dat vindt ook Patrick Strijker (45), die al negen maanden een slotjesbeugel draagt. Hij heeft nog anderhalf jaar te gaan en moet ook een kaakoperatie ondergaan. “In de jaren tachtig had ik zo’n slisbeugel, door de tandarts op de lagere school zelf gezet, maar die bleek weinig effectief”, zegt hij. “Mijn ondertanden raken steeds meer het tandvlees van mijn bovengebit. Dat is gevoelig en irritant, en kan uiteindelijk tot grotere problemen leiden. Met alleen de beugel was dat volgens mijn ortho niet op te lossen, daarom volgt ook nog een kaakoperatie.”

De eerste week at Patrick slecht, uit angst dat er iets zou afbreken, maar nu snijdt hij harde voeding gewoon in stukjes en gaat het best. “Ik had niet het mooiste gebit qua uitlijning, maar nu is het al een stuk netter dan het was. Al heb ik ’m puur om praktische redenen hoor, niet voor de looks.” Voor gekke reacties uit zijn omgeving was hij niet bang: als eigenaar van een webwinkel heeft hij niet voortdurend face-to-face-contact met collega’s en zijn vrouw begon ook op latere leeftijd aan een beugeltraject van twee jaar. “Ik maak er niet zo’n ding van. Als mensen ernaar vragen, maak ik gerust een praatje. Dan zeg ik: ach, de een neemt in de midlife een tattoo, ik heb een beugel.”

Dat veel volwassenen tegenwoordig kiezen voor een beugel, valt ook tandarts Karin Molhoek van KiesQ Tandheelkunde op. De belangrijkste reden: naarmate je ouder wordt, zijn je tanden meer geneigd naar binnen te groeien. Niet zo mooi en het maakt je gebit bovendien gevoeliger voor tandplak – en daarmee gaatjes. In haar praktijk ziet ze veel dertigers en veertigers die daar last van hebben, of ze als kind nou een beugel hebben gehad of niet. “Ik heb zelfs weleens zeventigers behandeld die zich hun hele leven aan hun gebit hebben gestoord en daar iets aan wilden doen”, zegt Molhoek. “Weinig mensen hebben er spijt van; ze hebben vooral spijt dat ze het niet eerder hebben gedaan.”

Kleihappen hoeft niet meer

Ernstige tandheelkundige problemen, zoals een grote overbeet of een grote afwijking in kaakstand, kunnen niet altijd met een beugel aangepakt worden. Maar tanden die over elkaar heen staan – crowding, heet dat – kunnen er meestal wel mee worden rechtgezet. “Er is veel mogelijk, mede dankzij de techniek die zich blijft ontwikkelen”, zegt de tandarts. “Veel beugelaanbieders werken met uitgebreide softwarepakketten, waarmee 3D-scans aan digitale röntgenfoto’s worden gekoppeld en meteen te zien is hoe tanden verplaatst moeten worden. Kleihappen, zoals vroeger gebruikelijk was, hoeft dus niet meer. Zelfs tanden die buiten de kaak uitsteken, kunnen snel gesignaleerd en rechtgezet worden.” 

Na afloop van het behandeltraject krijgen patiënten een nachtbeugel mee, die voorkomt dat de tanden alsnog teruggaan naar hun oude plek. Het is net zo belangrijk om die te dragen als de beugel zelf, weet Molhoek uit ervaring. “Als puber had ik een buitenboordbeugel, maar die vond ik zo vreselijk dat ik ’m nauwelijks droeg”, geeft ze toe. “Toen kreeg ik last van relapse: mijn tanden schoven langzaam terug. Ik kan in de praktijk dus goed uitleggen hoe het niet moet, haha. Sinds ik een onzichtbare beugel heb gehad, zijn mijn tanden mooi recht.”

Volwassenen kiezen vooral voor de slotjesbeugel of de onzichtbare beugel (die even lang gedragen moeten worden en hetzelfde resultaat opleveren), maar er zijn nog meer opties. Zo bestaat er een linguale beugel, een slotjesbeugel aan de binnenkant van het gebit. Dat klinkt ideaal, want hij valt niet op, maar populair is ’ie niet. De behandeling duurt namelijk langer en is pijnlijker, omdat het metaal tegen de tong van de beugeldrager schuurt. En dan is er nog de geliefde versnelde beugel, een combinatie van een slotjesbeugel en een chirurgische ingreep waarbij kunstbot onder het tandvlees wordt geplaatst. “Als je tanden en kiezen wilt verplaatsen, moet er bot worden opgelost én nieuw bot bijkomen”, legt Molhoek uit. “De ruimte die overblijft na het verplaatsen moet namelijk worden opgevuld, zodat ze op hun nieuwe plek blijven staan. Door de versnelde beugel wordt het kaakbot actiever en gaat dat proces tot wel vijf keer sneller.”

De keuze is dus reuze. Blijf in elk geval ver weg van doe-het-zelfpakketten, waarbij je thuis een afdruk van je gebit moet maken. “Als je een beugelbehandeling ondergaat, hoor je een professional te zien, of dat nou een orthodontist of een tandarts is. Die kan het proces in de gaten houden en bijsturen als dat nodig is.” Informeer vooraf ook goed naar de kosten: vaak worden alleen de kosten van het plaatsen van de beugel genoemd, maar daar komen nog kosten bij voor controles, röntgenfoto’s en nachtbeugel. De tarieven voor behandelingen zijn overigens voor iedereen gelijk, want die zijn door de overheid bepaald.

‘Sommige mensen storen zich aan elke afwijkende millimeter en willen een spierwit gebit. Maar een ‘Gerard Joling’ doe ik niet’

Overweeg je een beugel, zoek dan uit hoelang je tandarts of orthodontist al met een bepaalde techniek werkt en hoe diens praktijk gewaardeerd wordt, bijvoorbeeld via Independer. Al krijg je tijdens een intakegesprek vaak pas écht een goed beeld van een behandelaar, heb ik gemerkt. De eerste orthodontist die ik bezocht, nam weinig tijd om mijn vragen te beantwoorden en begon over het creëren van een overbeet, waarna elastieken mijn kaken weer op elkaar zouden trekken. Slik. Volgens mij huidige ortho was dat gelukkig niet nodig. Hij beantwoordde al mijn vragen geduldig, vroeg door en schetste een realistisch beeld van de kosten, behandelduur en het eindresultaat: recht, maar geen Hollywoodsmile. Dat hoeft van mij ook helemaal niet – een gebit mag best wat eigenheid hebben.

Coronacrisis

Dat vindt Molhoek ook: “Sommige mensen storen zich aan elke millimeter die afwijkt en willen een spierwit gebit. Tegen zulke mensen zeg ik altijd: een ‘Gerard Joling’ doe ik niet. Het is net als met botox en fillers: ook al neem je een beugel alleen uit esthetische overwegingen, het moet er wel natuurlijk blijven uitzien.” Ook nu mijn behandeling even stilstaat wegens de coronacrisis, denk ik aan dat eindresultaat om mezelf gemotiveerd te houden: straks heb ik een mooiere versie van mijn eigen gebit.

RTL Nieuws, 27 maart 2020