Vragen wat een collega eigenlijk verdient of je loonstrookje aan een ander laten zien: veel mensen moeten er niet aan denken. Toch kan praten over je salaris best wat opleveren. “Hoe meer transparantie er is over de salarissen, hoe kleiner de lookloof wordt.”
In Nederland zijn we niet dol op praten over geld: waar de meeste mensen hun partner nog wel financiële problemen of twijfels over geldzaken toevertrouwen, vertellen we goede vrienden en familie daar liever niets over. Dat vinden we ongemakkelijk of gênant. Al helemaal als het gaat om wat we maandelijks verdienen. Zouden we opener moeten zijn over wat we verdienen? En hoe pak je zo’n gesprek aan? We vroegen het drie experts.
1. Weg met het taboe
Hoe meer transparantie, hoe beter, vindt Anne Abbenes. Zij doet onderzoek naar de invloed van het brein, emoties en persoonlijke overtuigingen op ons financieel gedrag bij de stichting Financial Psychology Institute. Openheid over geldzaken – en dus ook je salaris – kan volgens haar bijdragen aan je financiële en mentale gezondheid. “Op praten over geld rust net zo’n taboe als voorheen op praten over seks en psychische problemen. Binnen onze calvinistische cultuur wordt geld vaak gezien als iets wat vies is, iets wat onfatsoenlijk is om over te praten. Hoe we over geld denken wordt van generatie op generatie doorgegeven. Als er thuis nooit over werd gepraat, is de kans groot dat jij dat later ook niet doet.”
Iedereen krijgt zo bepaalde ‘geldscripts’ mee, zegt Abbenes: onbewuste overtuigingen die de basis vormen van de manier waarop je met geld omgaat. Je bent alleen goed als je veel geld verdient, bijvoorbeeld. Of: het is beschamend als je minder verdient dan een collega. Vaak zijn die overtuigingen maar gedeeltelijk waar, en vormen ze een drempel om financieel vooruit te komen. Daarom is het belangrijk dat je je bewust wordt van je geldovertuigingen en waar die vandaan komen. Wat is je eerste geldherinnering, je meest positieve, je meest negatieve? Wat heb je over geld geleerd van je moeder, van je vader? Als je dat weet, kun je negatieve geldscripts loslaten en wordt praten over geld en ook over de hoogte van je salaris makkelijker. Dat is belangrijk, want angst of onzekerheid daarover verdwijnt niet door het er niét over te hebben.”
2. Weet wat je waard bent
Of het altijd zinvol is om te weten wat je collega’s verdienen, daarover verschillen de meningen. Volgens Kilian Wawoe, organisatiepsycholoog en docent HR-management aan de Vrije Universiteit Amsterdam, valt er voor mensen in loondienst over het algemeen weinig bij te winnen. “Iedereen is geneigd zichzelf constant met anderen te vergelijken én zichzelf bovengemiddeld te vinden. Iedere vorm van differentiatie is daarmee het begin van ontevredenheid: degene die het meest verdient vindt dat terecht, de rest wordt boos. Vergelijk het met wat er gebeurt als je maar één kind in de klas een ijsje geeft. Het is heel menselijk dat we in het leven altijd op zoek zijn naar referentiepunten, maar dat vergelijken pakt niet per se positief uit.”
3. Dicht die loonkloof
Volgens Wawoe heeft het op één niveau zin om salarissen in openheid ter discussie te stellen: op groepsniveau. “Daar zie je schokkende salarisverschillen tussen mannen en vrouwen.” Nederland staat er nog altijd slecht voor, blijkt uit recente gegevens van Eurostat: vrouwen verdienen gemiddeld 14,6 procent minder dan mannen. “Loondiscriminatie mag natuurlijk niet – als mannen binnen een bedrijf meer verdienen dan vrouwen, moet daar een goede reden voor zijn. Er komt een wettelijke verplichting voor bedrijven (vanaf vijftig medewerkers, red.) om daar transparant over te zijn. Daar heeft Lilliane Ploumen zich met het wetsvoorstel Gelijke Beloning voor ingezet. Bedrijven moeten straks aantonen dat ze mannen en vrouwen voor hetzelfde werk gelijk belonen. Kunnen ze dat niet, dan hebben ze een probleem.”
Dat vrouwen doorgaans minder verdienen komt trouwens niet omdat ze slechter onderhandelen, zegt Vréneli Stadelmaier, auteur en oprichter van SheConsult, een loopbaancoachingsbureau voor vrouwen. “Uit onderzoek weten we dat vrouwen goed kunnen onderhandelen, maar gemiddeld minder krijgen dan mannen. Hoe meer transparantie er binnen een organisatie is over de salarissen, hoe kleiner de lookloof wordt.” Dat zegt ook Abbenes: “Mensen gaan ook harder werken, zijn meer betrokken en er is minder ziekteverzuim. En transparantie helpt om oneerlijke of bevooroordeelde vergoedingspraktijken uit de wereld te helpen.” Daarmee heeft praten over je salaris dus ook op maatschappelijk vlak zin.
4. Check je contract
Vanwege privacywetgeving mogen bedrijven de salarissen van werknemers op individueel niveau niet openbaar maken, dus even dubbelchecken wat Jill van IT eigenlijk verdient zit er niet in (en nee, anderen kunnen jouw salaris ook niet zomaar opzoeken). Bij sommige bedrijven is het niet eens toegestaan om met collega’s over je salaris te praten. “Dan is in het contract een geheimhoudingsclausule opgenomen, waarin staat dat je onderling niet over je salaris mag praten”, verklaart organisatiepsycholoog Wawoe. “Al gebeurt dat in de praktijk vaak wel.” Op niet-persoonlijk niveau mag die informatie wel openbaar worden gemaakt – denk aan websites waarop je kunt opzoeken hoeveel in bepaalde beroepen en sectoren wordt verdiend. Het tegenovergestelde van die geheimhouding bestaat trouwens ook: er zijn bedrijven die hun medewerkers een eigen salarisvoorstel laten doen en volledig transparant zijn over wie wat verdient.
Veel bedrijven zeggen al heel transparant over salarissen te zijn: je kunt ze toch keurig opzoeken in de cao? Maar dat is verraderlijk, zegt Stadelmaier. “Je kunt onderin of bovenin een schaal beginnen en er allerlei dingen uit onderhandelen: opleidingen, een auto of laptop van de zaak, betaald verlof.” Als je wilt weten wat een collega precies krijgt, zul je dus toch het gesprek moeten aangaan. Stadelmaier raadt aan te praten met vrouwelijke én mannelijke collega’s. En niet alleen omdat de kans bestaat dat een mannelijke collega meer verdient. “Mannen vinden het over het algemeen ook belangrijker om over geld te praten dan vrouwen. Voor hen is het vaak iets – ik generaliseer nu enorm – waar ze status aan ontlenen, voor vrouwen is geld vooral iets nuttigs. Mannen praten ook eerder met vrienden over wat anderen verdienen. Dat doen vrouwen minder, al is de jonge generatie er onderling wel opener over. Gelukkig, want het is belangrijk dat je goed betaald wordt. Omdat je dan meer geld in je portemonnee hebt, maar ook omdat het een vorm van waardering is.”
Liever geen collega’s raadplegen? Ook van gesprekken over salaris met vrienden of andere mensen uit je omgeving die je vertrouwt kun je veel leren, zegt Abbenes. “Je kunt vrienden binnen jouw branche vragen wat zij verdienen, of een kennis met een leidinggevende functie vragen wat hun bedrijf werknemers betaalt. Doe in elk geval onderzoek voordat je het gesprek aangaat, zodat je geen appels met peren vergelijkt. Dat iemand met twintig jaar meer ervaring meer verdient, is logisch.” Op loonwijzer.nl, nationaleberoepengids.nl of payscale.com krijg je een indicatie van salarissen per branche, functie, leeftijd en werkervaring. “Dat geeft een idee of je eerlijk wordt betaald.”
6. Vragen staat vrij
Maar hoe kun je zo’n gesprek met een collega, vriend of bekende het beste aangaan? Door het bij jezelf te houden, antwoordt Stadelmaier. “Je kunt je vraag inleiden met: ‘Ik wil een beter beeld krijgen van mijn salaris en hoe ik ervoor sta’, en vervolgens je eigen salaris delen. Aan iemands reactie kun je vaak al opmaken of die ander hetzelfde, meer of minder verdient” Of begin met: ‘Er is zo veel te doen over die loonkloof, ik wil eens onderzoeken hoe dat bij ons zit’”, suggereert Abbenes. “Vraag de ander om hulp. Uit onderzoek blijkt dat vanuit jezelf praten en een ‘hulpvraag’ neerleggen geruststellend werkt. Dan is men eerder geneigd antwoord te geven.” Respecteer in elk geval andermans geldovertuigingen, benadrukt Abbenes. “De een heeft er meer tijd voor nodig om comfortabel over het salaris te praten dan de ander. Maar als je die ander oprecht om hulp vraagt en respectvol communiceert, zal het je verbazen hoeveel mensen erover willen praten.”
Ook cruciaal: laat die ander weten dat er geen oordeel aan je vraag is verbonden. We zijn in sociale situaties namelijk bang om veroordeeld te worden, legt Abbenes uit. “In onze samenleving associëren we een hoog salaris met macht en succes, en een laag inkomen met slechte keuzes of zelfs morele tekortkomingen. Die eerste groep voelt zich verplicht dat hoge inkomen te verantwoorden, die tweede groep voelt zich vernederd.” Door te laten merken dat je niet oordeelt, stel je je die ander gerust – en voorkom je dat die persoon uit puur ongemak een ander bedrag noemt dan hij of zij verdient. O ja, en als iemand zijn of haar salaris met je deelt, ben je niet verplicht ook openheid van zaken te geven. “Doe dat alleen als je je daarbij op je gemak voelt en als de ander daarom vraagt. En hou het gesprek gaande, als je eenmaal informatie met elkaar begint te delen. Misschien halen jullie uit een gesprek over elkaars verdiengeschiedenis wel weer tips voor een salarisonderhandeling. Uit onderzoek blijkt dat het wederkerig werkt en mensen een salarisonderhandeling ‘sterker’ ingaan na dergelijke gesprekken.”
7. Meer salaris
Als je erachter komt dat je minder verdient dan anderen, kan dat een flinke domper zijn – inderdaad, een beetje zoals het kind in de klas dat geen ijsje krijgt (zie punt 2). Probeer je niet uit het veld te laten slaan, maar zie het als een aanleiding om het gesprek met je leidinggevende aan te gaan. Stadelmaier: “Je kunt niet alleen aankomen met het argument dat anderen meer verdienen. Zorg dat je van tevoren op een rijtje hebt gezet wat je bijdrage aan de organisatie is geweest en noteer dat nu al wekelijks, want in december weet je echt niet meer wat je deze week hebt gedaan.” Benadruk jouw waarde, dus. En vermijd beschuldigingen, vult Abbenes aan. “Ook een leidinggevende wil niet veroordeeld worden. Als jij niet beschuldigt, krijg je ook geen verdediging.”
EvaJinek.nl, 30 mei 2021