Het thuiswerken begint te wennen, maar je werk van een afstandje bekijken kan ook vragen oproepen: ben ik nog gelukkig met mijn baan? Waarom verdien ik niet meer of heb ik zo weinig vrije tijd? Vier experts helpen je weer plezier te krijgen in je werk.
Je zit al een paar weken thuis, maar verheugt je er bepaald niet op straks weer naar kantoor te gaan. Tijd voor een beetje soul searching. Met een crisis op komst is het misschien niet de beste periode om naar een nieuwe baan op zoek te gaan. Maar dat hoeft misschien ook helemaal niet, want je kunt ook binnen je huidige positie meer doen dan je denkt. We zetten vier scenario’s op een rij:
De gouden kooi
Je bent uitgekeken op je baan, maar wilt je mooie salaris en goede secundaire arbeidsvoorwaarden niet opgeven. Dus blijf je zitten waar je zit. Herkenbaar? In dit geval is het goed om uit te zoeken waarom je het eigenlijk zo belangrijk vindt om dit salaris te verdienen, zegt arbeids- en organisatiepsycholoog Karin Post. “Neem eens de tijd om na te denken: wat vind ik belangrijk in het leven? Zijn dat je vrienden en familie, je relatie en gezin, comfort, gezondheid, geld, aanzien? Maak een top-5 van je belangrijkste waarden en vergelijk die met de manier waarop je leven nu is ingericht. Zo kun je zien of je nastreeft wat je belangrijk vindt. Misschien staat je partner op 1, maar werk je tachtig uur per week waardoor je samen weinig tijd kunt doorbrengen. Of vind je het eigenlijk belangrijker om leuk of zinvol werk te hebben dan veel te verdienen. Je moet de waarde van geld en goede arbeidsvoorwaarden niet overschatten.”
Uit onderzoek blijkt dat meer salaris niet zonder meer gelijkstaat aan geluk: iemand die 6000 euro kan uitgeven, voelt zich ongeveer net zo gelukkig als iemand die maandelijks 2500 euro verdient. Kun je voorzien in je basisbehoeften, daarnaast leuke dingen doen en hoef je je geen zorgen te maken om schulden, dan maakt extra geld niet heel veel gelukkiger, zegt Post. In dat geval zou je bijvoorbeeld kunnen overwegen om minder uren te gaan werken, om in die tijd iets te doen waar je wél voldoening uit haalt. Ook al ga je daardoor minder verdienen, ja.
“Vaak is een ‘goed salaris’ relatief,” zegt arbeids- en organisatiepsycholoog Nicoline Hermans. “Of je voldoende verdient, is vooral afhankelijk van je uitgavenpatroon. De meeste mensen passen na verloop van tijd hun uitgaven aan de hoogte van hun inkomen aan, maar zouden best met minder toe kunnen. Soms hoef je daar niet eens veel voor te laten. Kijk dus eens kritisch naar je uitgaven en bepaal hoeveel inkomen je minimaal nodig hebt.” Door je salaris minder belangrijk te maken, ontstaat er ruimte om te kijken naar waar je voldoening uithaalt en hoe je verder wil ontwikkelen.
De in-betweenbaan
Dat het niet je droombaan was, wist je al toen je solliciteerde. Maar nu word je je er steeds meer van bewust dat deze functie echt niet is wat je uiteindelijk zoekt. “Je kunt domweg gaan wachten tot er een betere baan voorbijkomt, maar dat heeft weinig zin,” zegt loopbaancoach Marlène Langbroek. “Je kunt tot die tijd beter proberen je huidige functie zoveel mogelijk naar je hand te zetten. Ga bijvoorbeeld eens na waar behoefte aan is binnen de organisatie waar je nu werkt. Kun je daar een bijdrage aan leveren door jouw kwaliteiten in te zetten? Zijn er uitdagende taken die passen bij wat jij kunt, maar die je nu nog niet doet? Stap naar je leidinggevende of hr-afdeling en bied je diensten aan.”
Vaak is er meer mogelijk dan je denkt, zegt Langbroek, juist als je een duidelijk beeld hebt van waar je naartoe wilt in je werk. De manier waarop je naar je baan kijkt, is ook bepalend voor je werkplezier. Probeer die dus niet als nodeloos tussenstation te zien, maar als noodzakelijke opstap naar je ideale baan. “Je doet er misschien inzichten en vaardigheden op die je in de toekomst mooi kunt inzetten,” zegt Langbroek.
Vrijwilligerswerk doen, een cursus volgen of bijvoorbeeld lid worden van de ondernemingsraad zijn ook manieren om je vaardigheden bij te spijkeren, vult Karin Post aan. Die kun je mooi op je cv zetten als je droombaan toch ineens voorbijkomt. “Blijf wel realistisch,” zegt Post. “Vooral jonge werknemers, die net zijn afgestudeerd, verwachten nog weleens meteen in een leidinggevende functie terecht te komen. Dat gaat meestal niet. Je moet nou eenmaal ervaring opdoen voordat je je ideale baan krijgt.”
Weet je precies bij welk bedrijf je wilt werken, dan zou je ook op een openstaande vacature kunnen reageren die niet je droombaan is, zegt Langbroek. “Dan leer je meteen de organisatie kennen, en de organisatie jou. Als je laat weten welke baan je uiteindelijk op het oog hebt, denken ze meteen aan jou als die vacature vrijkomt.”
Te laag salaris
Je krijgt zo weinig betaald dat je maar net kunt rondkomen. Maar ja, je collega’s zijn zo leuk / de baas is zo aardig / je werkt er nou eenmaal al zo lang / de locatie is zo mooi. “Als je helemaal op je plek zit en het niet erg vindt om weinig te verdienen, is er in deze situatie niets aan de hand,” zegt loopbaancoach Marlène Langbroek. “Trek je dan ook niets aan van wat vrienden van je loonstrookje vinden. Maar vind je zélf dat je te weinig verdient en baal je daarvan, ga dan eerst na of dat klopt. Vergelijk je salaris met dat van mensen met een vergelijkbare functie in een vergelijkbare sector en met een vergelijkbare achtergrond.” Check bijvoorbeeld Salariswijzer en openstaande vacatures om een idee te krijgen. Langbroek: “Als je weet wat je waard bent op de arbeidsmarkt, is het makkelijker om over een salarisverhoging te onderhandelen.”
Vraag wel om loonsverhoging op het juiste moment, benadrukt Karin Post – tijdens een functioneringsgesprek of als je extra verantwoordelijkheden krijgt, bijvoorbeeld. “Benadruk in het gesprek vooral jouw toegevoegde waarde. Dat werkt vaak beter dan zielig doen – je baas heeft er niets mee te maken dat jouw huur omhoog is gegaan en dat je dus meer geld nodig hebt.” En, heel belangrijk: voel je vooral niet schuldig als je om salarisverhoging vraagt. “Je leidinggevende heeft daar zelf ook weleens om gevraagd, dus die snapt vast wel dat het voor jou misschien ongemakkelijk voelt.”
Te hoge werkdruk
Er is een verschil tussen ‘lekker druk’ zijn en structureel een ramvolle agenda hebben. Liep je op kantoor al bijna over, dan kan thuiswerken (al dan niet met het hele gezin om je heen en haperende wifi) zomaar de druppel zijn, hoe leuk je je werk ook vindt. Maar hoe krijg je die werkdruk omlaag? “Het begint bij uitzoeken wat die werkdruk precies veroorzaakt,” zegt arbeidspsycholoog Mieke Zwenger. “Misschien zijn de eisen die aan je werk worden gesteld te hoog, of zijn je werkhulpbronnen te laag. Daarmee bedoel ik: alles wat je kan helpen aan die eisen te voldoen. Denk aan autonomie, steun van collega’s, de stijl van leidinggeven op je werk of het gevoel dat je zinvol werk doet. Dat laatste speelt nu misschien extra op, omdat veel mensen beseffen dat ze geen essentieel beroep hebben.”
Zorgen voor voldoende variatie in je werk kan ook helpen: doe eerst de taak waar je het minste zin in hebt en ‘beloon’ jezelf daarna met een taak waar je energie van krijgt. Als je iets moet doen waar je hersenen flink voor aan het werk moeten, kun je dat het beste ’s ochtends doen, blijkt uit onderzoek. En neem regelmatig rustmomenten. “Neem pauzes waarin je van je werkplek gaat,” adviseert Zwenger. “Heb je non-stop aan rapporten gewerkt, staar dan even vijf minuten uit het raam. Of doe een korte ademhalingsoefening. Je moet af en toe even ‘uit je hoofd’ zijn.”
Nee zeggen is ook belangrijk, zegt Nicoline Hermans. Zij stelt voor om jezelf bij elk verzoek of extra taak af te vragen: moet ik dit nu doen? “Stel jezelf die vraag vijf keer, waarbij je steeds de nadruk op een ander woord legt. Dat helpt je even afstand van de situatie te nemen en je volgende stap te bepalen.”
Daardoor krijg je de regie over je werk grotendeels terug, zegt ze. “Als mensen een te hoge werkdruk ervaren, komt dat bijna altijd doordat mensen het gevoel hebben een speelbal van de omstandigheden te zijn. Ze denken geen invloed te hebben op de hoeveelheid werk die op ze afkomt. Nee zeggen en prioriteiten stellen helpt daarbij. Dat betekent meestal: leg de lat wat lager dan ’ie nu ligt.” Ga in gesprek met je leidinggevende over deadlines en verwachtingen en stel vragen over wat er precies moet gebeuren, adviseert Hermans. “Vaak is minder of iets anders ook goed genoeg.”
EvaJinek.nl, 4 april 2020