Wie zonder werk komt te zitten, verliest veel meer dan zijn inkomen, dagstructuur en collega’s: het kan zelfs voelen alsof je een deel van je identiteit kwijt bent. ‘Ik vroeg me af of ik er wel toe deed in de maatschappij.’
“Wat doe jij?” Het is dat je nu even geen nieuwe mensen ontmoet op feestjes, anders had je die vraag vast met enige regelmaat gehoord. En die is niet zo makkelijk te beantwoorden als je zonder werk zit, zeker als je voorheen vol trots vertelde wat je deed en je een groot deel van je identiteit aan je werk ontleende. Dan kun je je zelfs afvragen: wie ben ik zonder werk? Met die vraag liep Susanna (30) rond, toen ze twee jaar geleden haar baan bij een reisorganisatie opzegde om een halfjaar te reizen en na te denken over haar volgende carrièrestap. “Dat ik zelf de beslissing had genomen om te vertrekken maakte mijn situatie makkelijker dan wanneer ik ontslagen zou zijn. Maar toen ik voor de zoveelste keer aan mensen had uitgelegd dat ik in between jobs zat, begon ik me toch af te vragen: doe ik er wel toe in de maatschappij? Ben ik wel interessant zonder werk? Heb ik wel iets te melden? Ik denk dat ik mijn werk toch belangrijker vond dan ik me had gerealiseerd.”
Status en salaris
Je baan verliezen is een grote klap, zoals veel mensen momenteel helaas aan den lijve ondervinden: alleen in april nam het aantal Nederlanders zonder betaald werk al met 160.000 af, volgens cijfers van het CBS. Wie zonder werk komt te zitten verliest niet alleen zijn inkomen, maar ook dagstructuur en regelmaat, sociale contacten, zingeving, status en een deel van zijn identiteit. Geen wonder dat het in de top-5 van meest ingrijpende levensgebeurtenissen staat – een lijst waar ook scheiden, ziekte en het overlijden van een naaste op staan. “Je zelfbeeld kan een knauw krijgen als je zonder werk komt te zitten”, zegt arbeidspsycholoog Sarah van der Schans, die mensen met werkstress en loopbaanvragen helpt. “Vooral als dat niet je eigen keuze was. Ineens verandert je leven ingrijpend.” Ben je verweven met je werk en vind je je baan – of de status en het salaris die daarbij horen – zo belangrijk dat er weinig ruimte meer is om andere delen van je identiteit te ontwikkelen, dan hakt ontslag er nog harder in. “Dan moet je je misschien afvragen: heb ik niet te veel focus gelegd op die baan?”
Wie je bent en waar je voor staat zouden niet moeten afhangen van wat je doet voor de kost, zegt Van der Schans. Je bent meer dan een werknemer of ondernemer: je bent iemands kind, partner, vriendin. En als het goed is, heb je ook buiten je werk zo je voorkeuren, vrienden en passies. Toch vragen we onbekenden op een feestje eerder naar z’n werk dan naar zijn favoriete Netflixserie of vakantiebestemming. Niet bijster origineel, en bovendien pijnlijk voor iemand die zijn baan net verloren heeft. Waarom leggen we dan toch zoveel nadruk op werk?
Ik werk, dus ik ben
“Mensen zijn meer dan ooit hun werk geworden”, zegt Marjolein ten Hoonte, directeur arbeidsmarkt en MVO Randstad Groep Nederland. “Als iemand vraagt hoe het gaat, zeggen we al snel: ‘druk’. Dat is geen antwoord op de vraag. Die ander wil weten of je je goed voelt, gelukkig bent en wat je bezighoudt, maar met zo’n antwoord grijp je direct terug naar je werk. Werk is een status geworden, iets waar we elkaar maatschappelijk op beoordelen.” Waarom dat zo is, durft Ten Hoonte niet met zekerheid te zeggen. Misschien heeft het ermee te maken dat we in het industriële tijdperk ‘overmatig efficiënt’ zijn geworden en sindsdien maken we langere werkdagen, ontlenen we daar status aan en vinden we werk belangrijker.
“In onze samenleving waarderen we werkende mensen heel sterk”, vervolgt Ten Hoonte. “Dat zie je met name als iemand zijn baan verliest. Veel mensen schamen zich daarvoor en voelen zich bijna minderwaardig als ze op een feestje moeten uitleggen dat ze werkloos zijn, terwijl dat volstrekt niet aan de orde is. Mensen hebben ongelooflijk veel kwaliteiten die nuttig zijn in de samenleving en kunnen ook zinvol zijn als ze geen betaald werk doen, maar het lijkt wel of we iemand die een goede moeder is of vrijwilligerswerk doet minder waarderen dan iemand die werkt. Alsof geld verdienen per definitie zinvoller is dan kinderen opvoeden.” Dat werk heel belangrijk voor ons is, heeft iets rijks, zegt Ten Hoonte: het zorgt voor aanzien en we halen er voldoening uit. Maar het heeft ook iets arms, want het geeft ons het idee: zonder werk ben ik niemand. “Dat idee moet echt de wereld uit.”
Dat werk voor sommige mensen zo’n groot deel van hun identiteit is, lijkt logisch: onze opa’s en oma’s werkten vooral om geld te verdienen, maar tegenwoordig is de studiekeuze reuze en verwachten we veel meer van ons werk. De werkvloer is een plek waar je vriendschappen sluit, jezelf kunt ontplooien, waar je waardering krijgt en waar je je ontwikkelt. Maar zo simpel is het niet, zegt Ten Hoonte: niet iedereen hoeft zo nodig alles uit zijn werk te halen. Sterker nog, dat geldt maar voor een kleine groep. “Uit onderzoek blijkt dat zo’n 80 procent van de mensen niet geëngageerd is met z’n werk. Een groot deel van de mensen ziet het niet per se als iets waar ze hun levensvreugde uit halen. Ze vinden het leuk om onder collega’s te komen, maar werken vooral omdat ze inkomsten nodig hebben.”
Afscheidsritueel
Of je nou vooral werkt voor het geld of je identiteit eraan ontleent: wie zijn baan verliest, krijgt te maken met ‘scheidingspijn’ – je wordt ergens van weggerukt en moet een nieuwe situatie zien te accepteren. Zelfs als je er zélf voor kiest om op te stappen, kun je met die pijn te maken krijgen, zegt psycholoog Janske van Eersel, die promotieonderzoek doet naar rouwverwerking bij baanverlies. Er is namelijk vaak een rouwproces voor nodig om je nieuwe situatie te accepteren. Sommige mensen krijgen zelfs te maken met iets wat ‘gecompliceerde rouw’ heet: het lukt ze niet om hun baanverlies te verwerken, waardoor ze vastlopen. “De meeste mensen zijn gelukkig veerkrachtig genoeg om hun ontslag te boven te komen,” zegt Van Eersel. “Maar in ongeveer 15 procent van de gevallen levert het rouw-, angst- of depressieve klachten op. Veel mensen die daar last van krijgen, hebben de neiging hun identiteit op te hangen aan hun werk en het behalen van resultaten. Vaak hebben ze ook een laag zelfbeeld.”
Van Eersel ziet dit in haar praktijk regelmatig bij mensen die in de zorg werken en die hun werk als roeping en levensinvulling zien. “Die zijn vaak slecht in hulp accepteren, want ze vinden dat zij juist hulp horen te verlénen. Als ze dat niet kunnen, voelt het alsof hun leven zinloos is.” Zouden we ons werk dan allemaal maar wat minder belangrijk moeten vinden? Of ons op z’n minst minder moeten identificeren met wat we doen? “Er is niks mis met werk doen dat je leuk vindt en daar plezier en voldoening uit halen”, antwoordt Van Eersel. “Maar je moet er wel voor zorgen dat je ook een leven naast je werk hebt.”
Om niet in een identiteitscrisis te belanden bij ontslag is het verder belangrijk dat je op een nette manier afscheid kunt nemen van je werk, je collega’s en mensen met wie je fijn hebt samengewerkt. “De situatie blijft even vervelend, maar je kunt er dan wel beter mee omgaan.”
Ook rituelen kunnen daarbij helpen, weet Van Eersel uit eigen ervaring. Toen ze werd ontslagen bij een re-integratiebureau, verbrandde ze alle functioneringsformulieren, visitekaartjes en ander papierwerk in een vuurkorf – bij wijze van afscheidsritueel. “Jarenlang had ik met veel plezier bij dat bedrijf gewerkt”, vertelt ze. “Ik deed alles voor mijn collega’s en klanten. Ik werkte van 6.00 tot 23.00 uur en in de weekenden. Mijn werk was mijn leven geworden. Toen ik mijn baan verloor, was ik heel boos op mezelf: het voelde alsof ik had gefaald en mijn klanten in de steek had gelaten.” Ze kwam erbovenop door weer structuur in haar dagen aan te brengen, goed voor zichzelf te zorgen. Gezond eten, regelmatig bewegen en uiteindelijk die papieren in de fik steken. “Als je bewust afscheid neemt van je werk, krijg je het gevoel dat je de controle terug hebt.”
Weet wat je kunt
Moet je uitvogelen wie je bent zonder werk, dan kan het helpen eens na te gaan waar je allemaal goed in bent, los van een functie of bedrijf. Daar staan we veel te weinig bij stil, zegt Marjolein ten Hoonte. “Op school ligt de focus al op wat je later wilt worden, in plaats van wat je kunt. We denken niet in competenties, maar in beroepen. Je bent geen verpleegster, nee, je kunt goed voor iemand zorgen, omgaan met protocollen en werken onder spanning. Het is veel belangrijker om te ontdekken wat je competenties zijn en waartoe je in staat bent dan alleen te weten wat je beroep is. Bijvoorbeeld door met een arbeidspsycholoog te praten of een zogenoemde loopbaan-APK te doen.” Het is altijd handig om te weten wat je kwaliteiten zijn, ook als er geen ontslag dreigt. En niet alleen omdat je jezelf daar beter mee leert kennen. Mensen die goed weten wat ze kunnen, kunnen makkelijker schakelen tussen verschillende banen, functies of zelfs sectoren, zegt Ten Hoonte. “Daarmee vergroot je dus ook je kansen op de arbeidsmarkt, hoe lastig het momenteel misschien ook is om aan een nieuwe baan te komen.”
Tot die tijd: weet dat je méér bent dan je werk en gooi de schaamte overboord. “Iedereen maakt weleens iets vervelends mee en de meeste mensen zijn ooit op zoek geweest naar een nieuwe baan. Dat is niets om je voor te schamen,” zegt Van der Schans. Vraagt een onbekende straks wat je doet, zeg dan gewoon dat je je horizon aan het verbreden bent of een baan zoekt die aansluit bij jouw talenten. Of stel gewoon vriendelijk voor om het over iets leukers te hebben. Er is ten slotte meer in het leven dan werk.
EvaJinek.nl, 30 mei 2020