Interview Els Rozenbroek en Wies Verbeek (Het Parool)

Bladenmakers Els Rozenbroek (59) en Wies Verbeek (51) zijn Saarmagazine.nl begonnen, een onlinetijdschrift voor wie ‘vijftig plus, maar nog lang niet dood is’. ‘Bij elk artikel moet je denken: dit gaat over mij.’
tekst Kim van der Meulen, beeld Peggy Kuiper

Na het lanceringsfeestje van Saarmagazine.nl namen Els Rozenbroek en Wies Verbeek een dag vrij om bij te komen. “We hadden een enorme kater,” zegt Verbeek. Daarmee bewijst ze onbedoeld wat ook de site moet doen: dat de vijftiger van nu geen oude bes op een elektronische fiets is, maar iemand die feestend en hard werkend door het leven gaat. Het was de kater waard: de eerste week scoorde het platform ‘boven verwachting’. “We zitten nu al op meer dan 22.000 unieke bezoekers en 6600 likes op Facebook. En er zit een stijgende lijn in. We krijgen dagelijks veertigs mails van lezeressen die zich in onze verhalen herkennen. En ik heb net mijn Linkedinaccount afgeschermd, omdat mensen bleven bellen met de vraag of ze voor ons kunnen schrijven.”

Een opmerkelijke stap voor twee bladenmakers, een website lanceren. Waarom hebben jullie niet gekozen voor een magazine?
Verbeek: “Het is een beetje klaar met tijdschriften, voel ik. Het is een aflopende zaak.”
Rozenbroek: “Voor mij was het geen bewuste keuze. Een jaar geleden hoorde ik van Barbara van Erp en Femke Sterken, van uitgeverij Snippet Media, dat ze Saar wilden beginnen. Zij hebben de leiding over het bedrijf en doen sales. Ik zei meteen: daaraan wil ik meedoen. Vijftigplussers zijn een onzichtbare doelgroep, terwijl in 2019 meer dan de helft van de Nederlanders zo oud is. Het lijkt wel of media zich op vrouwen tot veertig jaar richten, dan komt er een hele tijd niets, en dan heb je bladen voor 65-plussers, zoals Max Magazine, Plus Online en Plus Magazine. Razend populair, maar daarin gaat het over trapliften. De vijftiger die volop in het leven staat, bleef over. Ik dacht: als we dat nou heel geestig en scherp neerzetten, moet dat wel gaan lopen.”
Verbeek: “Maar als je zestig plus bent en zo in het leven staat, hoor je ook bij onze doelgroep. Je hoeft geen pasje van de club te laten zien.”

Vijftigers kunnen toch ook Linda en Libelle lezen?
Verbeek: “Klopt. En dat doen ze ook. Maar veel artikelen uit die bladen zijn niet van toepassing op vijftigers, omdat ze in een andere levensfase zitten.”
Rozenbroek: “Bij elk artikel moet je denken: dit gaat over mij. Onze kinderen zijn pubers of al uit huis; we zijn voor het eerst weer vrij.”
Verbeek: “En als je geen kinderen hebt, zoals ik, merk je dat al je vriendinnen weer vrij zijn. Ze kruipen weer uit hun huizen en willen weer weekendjes weg.”
Rozenbroek: “Lichamelijk verandert er veel als je in de vijftig bent. Daarover schrijven we ook. Toen ik 48 jaar was kon ik me niet voorstellen dat de boel zou gaan hangen, maar of je nou sport of niet: dat gebeurt.”

Jullie schrijven opvallend openhartig, met artikelen als ‘Hoe Els weer een seksleven kreeg’ en ‘Wies is bang dat ze straks geen cent te makken heeft’. Waarom?
Rozenbroek: “We hebben geen zin om te faken. Dat betekent: niet anoniem schrijven en bloedeerlijk over jezelf durven te zijn. Het boeit niet om alleen maar te lezen over vrouwen die zeggen nergens last van te hebben in de overgang. Alleen de waarheid boeit.”
Verbeek: “Dat stuk over het seksleven van Els wordt goed gelezen, omdat het zo eerlijk is. Herkenning, humor, relativering: dat is wat mensen willen.”

Ontbrak dat in media voor vijftigers?
Rozenbroek: “De harde waarheid kregen vrouwen lange tijd niet te lezen in tijdschriften. Libelle en Margriet bejegenden de lezer met eerbied. De toon was: je hebt anderhalf kind en we begrijpen best dat je daarnaast niet ook nog een baan kunt hebben. Toen kwam Linda: nee, je bent gewoon lui. Daar gaan we voor de harde waarheid; dat is het geheim van dat blad. O, ik spreek in de tegenwoordige tijd … Ik heb er veertien jaar gewerkt; ik rond nu mijn laatste nummer af.”
Verbeek: “Els heeft als eindredacteur de toon gezet. ‘Kut’ op de cover zetten was nog nooit ergens gebeurd, tot zij daar ging werken.”

Jullie hebben beiden een baan opgezegd voor Saar. Was dat een makkelijke keuze?
Rozenbroek: “Het was een enorme stap. Ook financieel. Mensen verklaarden me voor gek. Ik werkte als freelancer bij Linda, maar Wies heeft haar vaste baan en alles wat erbij komt kijken opgezegd.”
Verbeek: “Ja, ik werkte als chef redactie bij Beau Monde, Happy In Shape en Marie Claire. Maar ik geloof hier zo in dat ik de sprong durfde te wagen. Zelfs als dit zou mislukken, krijg ik er geen seconde spijt van. Het past zó bij me. Dat gevoel wordt bevestigd nu we al zoveel goede reacties krijgen van lezers.”
Rozenbroek: “Ik blijf wel Het dagboek van Juul schrijven voor Libelle. Dat doe ik al veertien jaar en ik hoop ermee door te gaan tot mijn honderdste.”
Verbeek: “Dat we deze stap durfden te nemen, zegt misschien ook iets over onze jeugdigheid: kiezen voor iets onbekends doe je doorgaans eerder op je dertigste dan op je vijftigste.”

Hebben jullie ooit last gehad van leeftijdsdiscriminatie?
Verbeek: “In de bladenwereld moesten interviewkandidaten onder de vijftig zijn, anders zou het er niet leuk uitzien op beeld. Daaraan heb ik meegedaan, omdat het zo gebruikelijk was. Wat me opvalt is dat ik vaak een van de ouderen ben op een redactie. Heel gek.”
Rozenbroek: “Als een nieuwe chef wordt gezocht, komen 45-plussers niet meer aan de orde. Met uitzondering van Linda, waar ze rustig 55-jarigen aannemen. ‘Ik wil gewoon de allerbeste,’ zegt hoofdredacteur Jildou van der Bijl. Zo zou het moeten zijn: de beste willen, al is ie tachtig. Maar het is uitzonderlijk. Directeuren durven het vaak niet aan. Die denken: straks krijgt ie een hartaanval. Bij Sanoma is het ook onbestaanbaar, daar zou ik nooit meer in vaste dienst worden genomen. Sinds mijn vijftigste al niet meer. Terwijl uit onderzoek blijkt dat vijftigplussers minder vaak ziek zijn en dat ze loyale, betrouwbare medewerkers zijn.”
Verbeek: “Feminisme vind ik een eng woord, maar we begrijpen ook echt niet waarom vrouwen op televisie eruit worden geschopt als ze zogenaamd te oud zijn.”
Rozenbroek: “Ik ben een echte feminist. Ik begrijp niets van vrouwen die hun eigen broek niet kunnen ophouden of na hun scheiding jarenlang alimentatie willen. Maar ik durf ook schaamteloos te schrijven dat ik baal omdat ik nooit een man met een platina creditcard heb getrouwd. En omdat ik nog steeds de kost moet verdienen.”
Verbeek: “Die dualiteit zie je ook op Saarmagazine.nl. Naast een artikel over mijn hardloopsessie kun je gerust een stuk van een andere auteur zien met 25 redenen om niet te beginnen met rennen. Dat kan naast elkaar bestaan, want we vertegenwoordigen niet één persoon. Niet iedereen hoeft zich in alles te herkennen. Als ik schrijf over een botoxje hier of daar, zullen er mensen zijn die denken: die vrouw is gek.”

Gebruikt u dat?
Verbeek: “Ja. Zie je het niet? Mooi, dat is de bedoeling. Ik doe het ook niet zo vaak, hoor.”
Rozenbroek: “Ik vind botox juist verschrikkelijk. Op de redactie geef ik lange preken aan jonge meiden om het niet te doen. Omdat ik aan de bloedverdunners zit, mag ik niet geprikt worden. Dat maakt de keuze voor mij ook wel makkelijk. Ik ben ertegen, maar weet niet of ik anders toch gezwicht zou zijn – bij Linda is bijna iedereen mooi en jong en doet niemand aan ouder worden.”

Els vond opnieuw de liefde na een scheiding; Wies woonde lang niet samen en kreeg geen kinderen. Zijn jullie daarmee atypische vijftigers?
Rozenbroek: “Nee, dat is precies de denkfout die veel mensen maken. Vijftigers zijn niet per se allang gesettelde mensen.”
Verbeek: “Het is misschien atypisch dat ik geen kinderen heb, want veel vrouwen van deze leeftijd hebben ze wel. Het leek me heel vanzelfsprekend dat ik die zou krijgen, maar ineens was ik veertig. Het is zo gelopen, maar daar ben ik niet rouwig om. Het leven dat ik nu leid past kennelijk beter mij me. Anders had ik er ongetwijfeld meer moeite voor gedaan.”
Rozenbroek: “Bij iemand van vijftig plus denken mensen al snel aan iemand van zeventig plus. Een mevrouw.”
Verbeek: “Maar de vijftigplusser van nu is niet meer de vijftigplusser van dertig jaar geleden. We facebooken, tinderen en lezen op e-readers. Die veranderingen zijn zo snel gegaan dat mensen hun beeld moeten bijstellen, dat snap ik wel. We hebben er zelf soms ook last van. Ik kan me voorstellen dat een directeur denkt: die is oud, die snapt vast niks van sociale media. Ook al is dat onterecht.”
Rozenbroek: “Wij zitten ook boordevol vooroordelen. Zo was ik bang dat Saar alleen een Amsterdams succes zou worden, bedoeld voor hippige types – alsof wij de enige leuke vijftigplussers zijn en de rest suf is. Dat zou ik erg vinden, want ik ben een provinciaal uit Twente en heb niets met de Amsterdamse grachtengordelscene. Gelukkig kregen we ook enthousiaste reacties uit de provincie.”

Verandert het beeld van vijftigers niet al? Oudere modellen sieren catwalks en modecampagnes; Helen Mirren (71) is het gezicht van L’Oréal.
Verbeek: “Het gaat de goede kant op, ja. Over twee jaar bestaat ruim de helft van Nederland uit vijftigplussers; dan kunnen adverteerders niet meer om ons heen.”
Rozenbroek: “Ons bestedingspatroon is de laatste twintig jaar ook radicaal veranderd. Het idee dat vooral jongeren een interessante groep zijn, is achterhaald. Juist wij hoppen van crème naar crème, in de hoop het nieuwe wondermiddel te vinden. Nieuwe auto’s worden gekocht door mensen van gemiddeld 54 jaar – en dat zijn echt geen kleine Opels of Toyota’s. Erfenissen komen vrij. Wij zijn kinderen van spaarzame ouders, die niets geks deden. Mijn ouders zaten gewoon intens gelukkig in de tuin aan een Blokkertafeltje; die haalden het niet in hun hoofd een notenhouten tuinset te kopen. Die spaarzame generatie laat geld na aan hun hedonistische kinderen, die hun leven er leuker mee maken.”

Hoe verdienen jullie geld met Saar?
Verbeek: “Dat doen we nog niet. Het is online lastiger om aan geld te komen dan bij een blad. Onze artikelen zijn gratis te lezen en voordat je site goed loopt krijg je ook geen geld van adverteerders. Eerst moeten we ons waarmaken. We zijn geen influencers; we gaan niet over een potje crème schrijven omdat we dat opgestuurd krijgen. Als het om branded content gaat, moet het een product zijn dat bij ons past. En dan zetten we dat er altijd bij.”
Rozenbroek: “Wies schreef laatst een stuk over Zara. Ik dacht: straks denken mensen nog dat we hiervoor betaald krijgen. Maar het kwam uit haar hart. Een ander drinkt; zij is verslaafd aan Zara. Haha.”

Waar leven jullie nu van?
Rozenbroek: “Ik werk als tekstschrijver en eindredacteur voor andere opdrachtgevers.”
Verbeek: “Ik ben zzp’er en factureer aan Snippet Media.”

Hoe ziet de toekomst van de bladenwereld eruit?
Verbeek: “Tijdschriften proberen hun websites groot te maken, maar dat is lastig: er kleeft al een imago aan zo’n titel. Dat zal omslaan: eerst een website, dan cursussen en evenementen daaromheen, dan misschien een magazine erbij. De sterke merken, zoals Libelle, Margriet en Linda, overleven. Veel andere titels vallen om, vrees ik. Ik betrap mezelf erop dat ik bijna geen tijdschriften meer koop, terwijl ik altijd stápels kocht.”
Rozenbroek: “Ik koop ook nooit meer een blad. We zijn verslaafd aan onze schermpjes.”
Verbeek: “En er komen meer online-initiatieven. Zo lanceert Franska Stuy (oud-hoofdredacteur van Libelle) binnenkort een lifestylemagazine voor veertigplussers. Dat soort initiatieven laat alleen maar zien dat daaraan behoefte is.”

Gaan jullie ooit met pensioen?
Verbeek: “Daar kan ik me nog niets bij voorstellen. Ik ben nog te jong om ernaar uit te kijken.”
Rozenbroek: “Zolang ik mijn verstand niet kwijtraak, ga ik door.”

Opgebiecht
Leermeester: Verbeek: “Ellen Verbeek, niet omdat ze mijn zus is, maar omdat zij als bladenmaker altijd jaren vooruitloopt.” Rozenbroek: “Rozemarijn de Witte, bedenker van Linda, die mij leerde dat je altijd moet streven naar perfectie.” De beste uit het vak: Verbeek: “Sylvia Witteman. Zij heeft maar drie woorden nodig om grappig te zijn.” Rozenbroek: “Mijn ex. De in 2012 overleden Vrij Nederland-journalist Gerard van Westerloo.”

De slechtste uit het vak: Verbeek: “Iedereen die zichzelf te serieus neemt.” Rozenbroek: “Alle vooringenomen, niet nieuwsgierige journalisten en programmamakers – vaak te vinden in de grachtengordel.”

Het beste advies gekregen: Verbeek: “Over twintig jaar baal je dat je nu niet meer van je lijf en kop genoten hebt. Dus geniet ervan.” Rozenbroek: “Democratie is mooi, maar niet als je een goed blad wilt maken.”

Het slechtste advies: Rozenbroek: “Van mijn lieve, bezorgde moeder, toen ik ging freelancen: ‘Kind, denk toch aan je pensioen.” Verbeek: “Geef niet je vaste baan op. Als ik daarnaar geluisterd had, was ik niet aan Saar begonnen. Ik wil voor de uitdaging gaan en niet voor de zekerheid.”

Els Rozenbroek
Geboren 21 juli 1957, Istanboel
Opleiding havo
Loopbaan 1977 leerling-journalist Libelle. Hoofdredacteur Kinderen (1987), Top Santé (1994), Vrouw Vandaag (1998). 2003: eindredacteur Linda. Nu: Saarmagazine, eindredacteur Kek Mama, rubriek in Libelle.

Wies Verbeek
Geboren
3 oktober 1964, Enschede
Opleiding hbo Communicatie
Loopbaan 1989-2000 producer reclame/tv, 2000 leerling-journalist Margriet, 2003 redacteur/coördinator Esta, 2012 chef redactie Fab Magazine, 2014 redactiecoördinator Libelle, Marie Claire, 2015 chef redactie Beau Monde, adjunct-hoofdredacteur Happy in Shape.

Het Parool, 17 september 2016