Hij haalde zijn artiestennaam uit een detectiveroman en kijkt graag naar series over speurwerk, maar onze eigen ‘singing detective’ George Baker (76) is toch meer zanger dan snuffelaar. “Incognito over straat? In mijn dorp hoor ik bij het meubilair.”
tekst Kim van der Meulen
Als zijn vrouw en dochters ’s avonds naar RTL4 kijken, is het voor George Baker – of eigenlijk: Hans Bouwens, zoals hij thuis gewoon heet – tijd voor recherchewerk. Op tv, dan. Hij zit namelijk midden in True Detective. “Een geweldige serie. Fargo vond ik ook te gek, zowel de serie als de film. Of ik zelf een goede rechercheur zou zijn weet ik niet, maar ben wel een liefhebber van het genre.”
Koos je daarom een artiestennaam uit een detectiveboekje?
“Vroeger las ik heel veel detectiveboekjes. Toen er een nieuwe naam voor de band moest komen, omdat we als soulband Little Green Bag hadden uitgebracht en dat nummer niks met soul te maken had, koos ik een naam uit zo’n boekje dat in de tourbus lag. Een dun dingetje, waar iemand in voorkwam die George Baker heette. Aan de ene kant van de bus lag een stapel detectiveboekjes, aan de andere kant porno. Het had dus zomaar een heel andere naam kunnen worden, haha.”
Moet jij, net als The Singing Detective, in vermomming over straat?
“Nee, hoor. In mijn dorp Waddinxveen hoor ik bij het meubilair. Mensen zijn compleet aan me gewend en ik maak met iedereen een praatje. Ik ben misschien een bijzondere dorpeling, maar wel een dorpeling. Op andere plekken word ik weleens aangestaard, maar ik doe dit al vijftig jaar. Je raakt eraan gewend. Het is ook niet alsof ik me nergens kan bewegen. Dan moet je echt zo schijtberoemd zijn als Elvis. Ik ben beroemd, maar heb ook vrijheid.”
Wat is het grootste verschil tussen Hans Bouwens en George Baker?
“George is een act. Op het podium ben ik een ondeugende jongen die kan doen wat ’ie wil, maar thuis ben ik gewoon de vader van mijn kinderen en opa van mijn kleinkinderen. Mijn vrouw zou het niet leuk vinden als ik elke keer als ik thuiskwam de artiest zou uithangen. Dat is ook niet vol te houden. George Baker is verdwenen zodra ik de voordeur dichttrek. Het heeft me ook vaak geholpen kritiek van me te laten afglijden: die ging niet over Hans, maar over George. Hoewel in mijn muziek veel van mijn persoonlijkheid zit.”
Klopt het dat je pre-corona driehonderd keer per jaar optrad?
“Nou, dat is wel lang geleden, hoor. Nee, normaal gesproken doe ik er tachtig, soms zeventig in het jaar. De ene keer op een festival, dan weer in een feesttent of op een privéparty. Het is altijd weer een uitdaging om de wedstrijd weer te winnen, elk optreden is weer een avontuur. Ik ben blij dat het weer kan, anders zit je alleen maar in de studio te klooien. Al is dat ook best leuk. Ik dacht in coronatijd: ach kom, ik ga voor de lol eens wat covers opnemen waar ik al jarenlang mee loop. Daar had ik heel lang geen tijd voor. Het is voornamelijk countrymuziek geworden, twintig nummers. Even zien wat ik daarmee ga doen.”
Was er privé ook ineens tijd voor achterstallige projecten?
“Helemaal niet. Ik heb twee linkerhanden joh: als ik ergens aan begin, eindigt het meestal in een ramp. Het enige wat ik thuis doe, is grasmaaien. En het vuilnis buitenzetten. Daar houdt het wel een beetje bij op. Muziek opnemen en liedjes schrijven, dat vind ik het leukste. Al zou er geen hond naar luisteren, dan zou ik het nog doen. Het is een uitlaatklep. Een ander voetbalt of staat te schreeuwen op de tribune, ik heb dit. Voor die andere dingen ben ik ook iets te oud geworden.”
Veel mensen van jouw leeftijd zijn allang gestopt met werken.
“Ja, maar ik heb te veel lol in het vak. Het is niet zo dat je op je 65ste ineens geen muzikant meer bent. Daarbij is het gezond om na je pensioengerechtigde leeftijd wat te blijven doen. Ik denk dat je anders ontzettend inkakt. Waarvoor kom je dan nog je bed uit? Ongezond, vind ik. En je kunt je tijd wel invullen met een hobby, maar met fotograferen ben je ook wel een keer klaar. Bovendien houdt het me geestelijk en lichamelijk fit. Hoewel het bewegen er in coronatijd een beetje bij inschoot, zonder optredens. Ik ben elke dag vijf kilometer gaan wandelen, hartstikke leuk.”
Waar zing je de laatste tijd over?
“Ik kan niet meer over dezelfde dingen zingen als toen ik twintig was. Ik hou van jou, ik blijf je trouw – dat gaat niet werken. Op mijn laatste cd staat een liedje, Twilight, over vragen als: hoe zal ik op mijn leven terugkijken als ik ouder word? Heb ik spijt van dingen die ik heb gedaan? Kan ik in waardigheid leven? Wat als het zover komt dat ik twintig uur per dag op een natte luier moet zitten? En waar ga je na je dood naartoe? Daar hou je je op deze leeftijd toch een beetje mee bezig.”
Toch ontkom je er niet aan Little Green Bag en Una Paloma Blanca te zingen. Word je dat nooit zat?
“Ik zing die liedjes nooit met tegenzin. En al zou het me de strot uithangen, het geeft een kick om te zien hoe de hele boel losgaat als ik ze zing tijdens een show. Het is altijd prijs. En daarbij, als ik ze niet had geschreven, zag de wereld er voor mij heel anders uit. Die twee liedjes maken voor mij al een heel substantieel deel uit van de Buma/Stemra-inkomsten die ik elk jaar binnenkrijg. Ik weet dat het twee enorme hits zijn, maar verbaas me er weleens over dat er belangstelling voor blijft. Al is dat prettig, natuurlijk.”
Hoe rock-’n-roll is je leven?
“De meeste rock-’n roll is wel voorbij, haha. Ik rij nog steeds een Harley, heb nog steeds een Hummer en ik draag nog steeds mijn leren jasjes en bluejeans. Maar als ik doorzak heb ik twee dagen nodig om bij te komen, dus daar ben ik maar mee gestopt. Daarbij heb ik diabetes type 2, en die pillen gaan niet met een drankje, hoor. Ik kan rustig twee of drie whiskytjes drinken, maar ik kan niet meer zoals vroeger een halve fles laten zakken. Dat stadium is voorbij.”
Toch nog een detectivevraag: ben je de zin van het leven al op het spoor?
“Daar kun je je hele leven over nadenken, maar daar krijg je toch geen antwoord op. Ik weet wel wat de zin van mijn leven is. Goed voor mijn familie en voor mezelf zorgen, en mensen vermaken. Ik hang de franje op, doe het licht uit. That’s it.”
Het theater in
Tot en met december toert George Baker langs de Nederlandse theaters met George Baker 50 jaar live, een vanwege corona uitgestelde jubileumshow. “Eigenlijk is het nu dus een 52-jarig jubileum. Ik heb een goede band, wat koortjes erbij, leuk licht en goed geluid. Er komen een stuk of 25 hits voorbij, en tussendoor deel ik herinneringen. Hoe mijn muziek herinnerd zal worden? Die twee hits blijven nog wel even doorgaan, voor de rest weet ik het niet. De toekomst van de meeste muziek ligt op het Waterlooplein. Maar misschien vindt iemand op die markt over vijftig jaar wel een plaat van mij en denkt ’ie: verdomme, dat was goede muziek, zeg.”
Veronica The Guide, winter 2021