De zeurende echtgenote, de bazige bitch, de cheerleadende vriendin: in veel Hollywoodfilms blijven vrouwenrollen beperkt tot stomme clichés. Daar komt gelukkig langzaam maar zeker verandering in. “Eigenlijk werd je altijd geacht je te verplaatsen in een mannelijke hoofdpersoon.”
“Het was een beetje seksistisch,” zei actrice Katherine Heigl in 2008 over haar rol in Knocked Up. “De film zet vrouwen neer als zeurend, humorloos en uptight, en mannen als lief, gek en grappig.” Met die opmerking beëindigde ze ongeveer haar filmcarrière, maar ze had een punt: kijk de film terug en je ziet een grappende goedzak en een zeurende vrouw die het leven veel te serieus neemt. Humor wordt in Hollywood sowieso niet snel aan vrouwen overgelaten (uitzonderingen daargelaten): toen Bridesmaids in 2011 verscheen, was het bijna opzienbarend – een film over grappige vrouwen! Al was een bruiloft dan wel weer het centrale onderwerp.
Want, zoals we al vroeg in Disneyfilms leerden (waarin overigens vooral mannen aan het woord komen): hoe zelfstandig, grappig of slim je ook bent, uiteindelijk ben je pas écht compleet met een man aan je zijde. En zo zijn er nog veel meer ergerlijke filmclichés over vrouwen. Een greep uit een poll van filmdatabase IMDb.com: vrouwen die niet ingaan op de avances van een good guy zijn ijskoud (500 Days of Summer) en vrouwen hebben een make-over nodig om zelfvertrouwen, respect en succes te krijgen (The Princess Diaries).
De zeurende echtgenote en het vriendinnetje-van zijn ook clichés waar filmjournalist Floortje Smit van de Volkskrant zich kapot aan ergert. “En de manic pixie dream girl. Dat is een vrouw die alleen in de film zit om de mannelijke hoofdpersoon tot zelfinzicht te laten komen. Ze heeft geen karakter of inhoud, ze is alleen grappig en fladderig. Denk aan Natalie Portman in Garden State. Als je erop gaat letten, zie je zulke clichés overal.” Neem bijvoorbeeld het trieste groepje vrouwelijke personages die onder de term ‘born sexy yesterday‘ kunnen worden geschaard: vrouwen die weliswaar wijs, maar vooral ook kinderlijk naïef zijn, omdat ze uit een andere wereld komen – en dus een man nodig hebben om hen hier op aarde wegwijs te maken.
Smurfin-complex
Vrouwen hebben niet altijd rollen met de diepgang van een stuk karton toebedeeld gekregen. Zo gaat His Girl Friday (1940) over een vrouw die haar baan als verslaggever opzegt bij de hoofdredacteur, nota bene haar ex-man. De film liet nieuwe mogelijkheden voor sekserollen zien: de vrouw is intelligent, creatief en economisch onafhankelijk, en gelijk aan de man, ook op seksueel gebied. “In de Tweede Wereldoorlog waren veel Amerikaanse mannen naar het front vertrokken en moesten vrouwen aan het werk, waardoor ze zelfstandiger werden. Dat zie je terug in films uit die tijd: het zijn krachtigere personages, die werken.
Tegenwoordig hebben vrouwen zeer zelden een beroep met inhoud, vooral niet in romantische komedies. Vrouwelijke journalisten zitten wel achter hun computer op een tijdschriftredactie, maar we zien ze zelden researchen of schrijven. Op een of andere manier zijn savy vrouwen weer grotendeels verdwenen. Misschien doordat er lang van uit werd gegaan dat de doelgroep voor grote publieksfilms bestaat uit tienerjongens en mannen. Ook al klopt daar niks van: uit onderzoek blijkt dat vooral vrouwen de bioscoopkaartjes betalen.”
De Hollywoodtraditie is een patriarchale traditie, zegt Dan Hassler-Forest, docent en onderzoeker Mediastudies aan de Universiteit Utrecht. “Hollywood heeft altijd een conservatieve en traditionele verdeling van genderrollen uitgedragen. Daarom is in veel films een heel evident binair onderscheid tussen mannen en vrouwen.” In bepaalde genres ligt het er wat dikker bovenop, zegt hij: zo worden actiefilms grotendeels gemaakt door mannen, gaan ze over mannen en werden ze lange tijd ook alleen gemaakt voor mannen. “Veel van die films lijden aan iets wat weleens het ‘Smurfin-complex’ wordt genoemd. Daarbij is er een grote groep mannelijke personages, die allemaal andere eigenschappen hebben: de een is wijs en oud, de ander stoer en sterk, of creatief. En dan is er één vrouwelijk personage, met als taak: ‘de vrouw’ zijn. Precies zoals bij de Smurfen.”
In Hollywoodfilms zie je dat principe nog opvallend vaak terug. Zo zijn er maar weinig films die slagen voor de zogeheten Bechdeltest, een bekende manier om vast te stellen hoe de representatie van vrouwen in fictie ervoor staat. Hassler-Forest: “Die test houdt in dat je drie simpele vragen stelt: komt er meer dan één vrouw in de film voor met een naam – dus niet ‘serveerster 1’? Praten ze met elkaar? En gaan die gesprekken over iets anders dan een man? Bizar veel films redden dat niet. Toen Avengers: Endgame uitkwam, zeiden de regisseurs trots dat die film wél voor de Bechdeltest slaat. Actiefilms zijn zo op de beleving en het verhaal van mannen gecentreerd, dat het blijkbaar bijzonder is als er minstens één scène in zo’n film zit waarin twee vrouwen met elkaar in gesprek zijn.”
Meer vrouwelijke regisseurs
Omdat mannen de meeste films schrijven en regisseren, zien we de wereld daarin door hun ogen. Dat is al decennia zo: de Britse filmhistorica Laura Mulvey schreef in 1973 al over de male gaze, die films met mannelijke protagonisten en ondersteunende vrouwenrollen oplevert. “Eigenlijk werd je altijd geacht je te verplaatsen in een mannelijke hoofdpersoon,” zegt Smit. “Daar doet eigenlijk niemand moeilijk over; ik heb ook met liefde naar al die Godfather-films, ET en Ghostbusters gekeken. Ik merk dat ik, als ik privé een film aanzet, niet zo veel zin meer heb in typische mannenfilms. Dat viel me op toen ik The Irishman zag, Martin Scorseses Netflixfilm over oude maffiamannen. Kwalitiatief een topfilm, maar toch dacht ik: dit is niet gemaakt voor mij. Met een dochter die zo’n vijftien woorden tekst had en weer alleen fungeerde als het geweten van zo’n man, dat zie je wel vaker in die maffiafilms. Toen ik schreef dat het enige vrouwelijke personage van belang alleen een simplistisch symbool was, kreeg ik boze reacties – je mag als man wel zeggen dat vrouwenfilms niets voor jou zijn, maar andersom mag dat blijkbaar niet.”
Waarschijnlijk zouden meer Hollywoodfilms de Bechdeltest doorstaan als niet slechts een handvol films werd gemaakt door vrouwen. Uit onderzoek naar 1200 kaskrakers die tussen 2007 en 2018 werden gemaakt, bleek dat slechts vier procent van alle regisseurs vrouw was (en dat vooral vrouwen van kleur over het hoofd worden gezien). Enkele filmstudio’s hebben sindsdien de four percent challenge aangenomen: ze hebben beloofd in anderhalf jaar tijd minimaal die vier percentage te behalen.
“Niet buitengewoon ambitieus,” vindt Hassler-Forest. “Maar dit laat wel zien dat het probleem er vooral in zit dat de filmindustrie achter de schermen zo gedomineerd wordt door mannen. Dat filmstudio’s daar iets aan willen doen, komt trouwens niet voort uit idealistische overwegingen: ze staan onder maatschappelijke druk om vrouwelijke regisseurs meer zichtbaarheid te geven. Het belang daarvan is voelbaarder en zichtbaarder geworden door Trumps vrouwenhaat en het misbruik waarmee de filmindustrie doorspekt is. En er is interesse in, en dus publiek voor. Studio’s bouwen er vooral krediet mee op. Maar dat neemt niet weg dat het nu, voor het eerst in de geschiedenis denk ik, een goede tijd is om een ambitieuze, vrouwelijke regisseur te zijn in Hollywood.”
Sexy pakjes
Levert een vrouw aan het roer ook meteen een betere verhouding tussen mannen- en vrouwenrollen op? Die vrouwen zijn toch ook opgegroeid met male gaze-films? “Manieren om mannen en vrouwen in beeld te brengen zijn door de filmcultuur inderdaad geïnternaliseerd,” antwoordt Hassler-Forest. “Maar in de praktijk zie je meestal wel degelijk verschil wanneer vrouwen creatieve rollen achter de schermen hebben. Heel tekenend was de manier waarop de amazones in Wonder Woman als Justice League in beeld werden gebracht. In die eerste film dragen ze pragmatische gevechtskleding, ontworpen door een vrouw. Voor die tweede film werd de kleding ontworpen door een man: ze dragen sexy pakjes waarin hun vrouwelijke vormen worden benadrukt en waarbij veel huid te zien is. Als een film wordt gemaakt door een groepje witte mannen, zonder betrokkenheid van andere groepen, komen die andere groepen er doorgaans per definitie bekaaid vanaf.”
Films zijn niet de werkelijkheid, zou je kunnen denken – we snappen toch allemaal dat we ons niet hoeven te spiegelen aan Bondgirls en manic pixie dream girls? Natuurlijk, antwoordt Smit. “Laat die sexy stoeipoezen in films vooral bestaan. Ik ontdekte als kind zelfs dat je als meisje ook computerprogrammeur kon worden dankzij zo’n Bondgirl – ik vond ze dus erg leuk, ook al vielen ze uiteindelijk allemaal voor Bond, doken ze met hem het bed in en gaven ze meteen alle staatsgeheimen door. Maar er moet ook genoeg tegenover staan. Het is merkwaardig dat dat evenwicht er nu niet is. Ga maar na: hoeveel films over een vrouwelijke veertiger ken je? Je hebt vertwijfelde dertigers, dan heel lang niks, en na de menopauze worden actrices weer gecast als iemands moeder of tante. De overgang of menstruatie komen in films ook bijna nooit voor. Of een vrouw die een zwangerschapstest doet in de hoop dat ze niét zwanger is.”
Aandacht voor vrouwelijk genot in seksscènes is er ook amper, getuige de ‘clittest’. En als verkrachting voorkomt in Hollywoodfilms, is dat vooral aanleiding voor een man om wraak te nemen. Smit: “Het drijft revenge-films, maar het slachtoffer en haar trauma boeien daarin verder niet.” Mannen worden overigens net zo goed stereotiep neergezet: een huilende Superman is een zeldzaamheid in Hollywood, en problemen worden door mannen liever uitgevochten dan uitgepraat. Maar zij worden wel vaker als succesvol en krachtig neergezet dan vrouwen. “Film drijft in zekere zin op clichés,” verklaart Smit. “In anderhalf uur moet je personages en verhaallijnen meteen kunnen herkennen en plaatsen. Maar iets meer variatie in de sociale kaders die daarvoor gebruikt worden zou fijn zijn.”
Die variatie komt er gelukkig aan. The Hunger Games bewees al dat een actiefilm met een vrouwelijke hoofdrol ook een enorm succes kan zijn, in horrorfilm The Shallows moet een vindingrijke vrouw een gevaarlijke situatie zien te overleven en Pieces of a Woman brengt een bevalling die misloopt angstvallig realistisch in beeld. Al is het voor sommige kijkers nog even wennen, zo’n stap buiten de gebaande genderpaden: Star Wars-film The Last Jedi kreeg veel kritiek van mannelijke fans, omdat vrouwelijke personages hun autoriteit gebruikten om mannen te corrigeren en ze een lesje leiderschap gaven. Dat er iets verandert is belangrijk, vindt Hassler-Forest, want films geven toch een beeld van hoe de maatschappij in elkaar zit en hoe we ons tot elkaar verhouden. “Als je in films bijvoorbeeld steeds ziet dat mannelijke personages commentaar leveren op hoe een vrouw eruitziet, bevestigt dat het idee dat vrouwen er zijn om naar te kijken. Of dat commentaar nou aardig of onaardig is. Bovendien levert het interessantere films op als we niet meer uitgaan van de bekende kaders. Meer vrouwelijke personages brengen ook andere soorten verhalen met zich mee.”
EvaJinek.nl, 3 april 2021