Ten minste vruchtbaar tot… (Het Parool)


Een veertig- of vijftigplusser heeft opties genoeg om een eerste kind te krijgen. Maar hoe wenselijk is dat?Journalist Larissa Pans (42) onderzoekt het late moederschap in Onbeperkt vruchtbaar.

tekst Kim van der Meulen, illustratie Hyshi Sander

Het OLVG telt het hoogste aantal oudste zwangere vrouwen van Nederland, hoorde Larissa Pans vier jaar geleden van haar gynaecoloog. Pans had zich als 38-jarige, zwanger van haar derde kind, al aan de oude kant gevoeld, maar hier waren vijf vrouwen tussen de 45 en 55 jaar per week op het gynaecologiespreekuur geen uitzondering. Die zwangerschappen zijn meestal niet op de natuurlijke manier tot stand gekomen.
“Laat moederschap is meestal kunstmatig moederschap,” zegt Pans, “want op die leeftijd zijn de eigen eicellen meestal niet kwalitatief goed genoeg meer.” Sommige gynaecologen raden vrouwen zonder partner en met kinderwens daarom aan hun eicellen op tijd in te vriezen. “Liever op hun 30ste dan 35ste, want vanaf die laatste leeftijd holt de kwaliteit achteruit. Op zich een goed idee: áls je er later gebruik van gaat maken, heb je geen eiceldonor nodig en geef je je eigen genetisch materiaal door. Maar dat invriezen kost 10.000 euro, je hebt geen garantie op succes en op je 30ste heb je echt nog wel hoop dat je een partner gaat vinden. Dus wie doet dat nou?”

Welke opties blijven over voor veertigers en vijftigers die hun eicellen niet op tijd lieten invriezen? 
“Ivf-behandelingen met hun eigen eicellen en als dat niet meer lukt met eicellen van een jongere donor in privé-vruchtbaarheidsklinieken in bijvoorbeeld Tsjechië, Spanje of Griekenland. Achter dat ‘vruchtbaarheidstoerisme’ zit een miljardenindustrie vol cowboypraktijken, commerciële belangen, ontdekte ik. Er wordt gehandeld in donoreicellen, donorsperma en draagmoederschap. Allemaal verboden in Nederland, maar in die landen bestaat hierover amper wetgeving. Jonge, arme vrouwen staan in feite hun eicellen af aan rijke, westerse vrouwen. Daar krijgen ze natuurlijk geld voor, waarvan ze soms hun gezin onderhouden of schoolgeld voor hun kinderen betalen, maar ze verkopen wel hun lichaamskapitaal, met alle gevolgen voor hun ­gezondheid van dien. Nederlandse vrouwen die na zo’n reis zwanger terugkomen, stuiten op onbegrip van gynaecologen: die waren niet betrokken bij het hele traject en weten dus niets van de toegediende hormonen, gedoneerde eicellen of de kwaliteit van het embryo.”Zou het verboden moeten worden om die klinieken in het buitenland te bezoeken?
“Ik kan het wensouders niet kwalijk nemen dat ze ­gebruikmaken van die industrie: ze zijn er afhankelijk van, het is niet verboden en ze weten amper wat achter de schermen gebeurt. Voor hen is het soms trouwens een heel nare ervaring: ik interviewde een stel dat door artsen op Cyprus werd gepusht vier embryo’s te laten terugplaatsen, hoe vaak ze ook zeiden dat ze er maar één wilden. Maar ja, de wachtlijsten bij eicelbanken in Nederland zijn lang en wensouders zijn afhankelijk van geschikte mensen in hun omgeving, omdat eiceldonatie hier alleen op basis van altruïsme mag – je mag het alleen doen voor een vriendin of zus, bijvoorbeeld. Ik zie niet zo goed wat een fatsoenlijk alternatief is. Buitenlandse draagmoeders vanuit Nederland beter beschermen zou een optie zijn, maar dan faciliteren we iets wat verboden is. Beter iets dan niets, maar het is ingewikkeld.”

En dan zijn er nog veel ethische kwesties die gepaard gaan met het late moederschap. De uiterste leeftijd waarop een vrouw in aanmerking komt voor een vergoede vruchtbaarheidsbehandeling is 42 jaar, maar een leeftijdsgrens voor zelfgefinancierde behandelingen in buitenlandse klinieken is er niet. Is het verantwoord om als zestiger nog een kind op de wereld te zetten? “Goed ouderschap is volgens mij belangrijker dan een leeftijd,” zegt Pans. “Als je op latere leeftijd een kind krijgt, is het wel essentieel om de voogdij goed te regelen en een sociaal vangnet van jongere mensen te hebben. Je ouders zijn waarschijnlijk al te oud om te helpen bij de opvoeding en je vrienden zijn al uit de jonge kinderen.”
Een ander heikel punt is er bij kinderen die uit anonieme donatie worden geboren: zij weten niets over hun ­afkomst. “Zaad- en eiceldonatie gebeurde jaren anoniem, dus veel biologische ouders zijn niet meer op te sporen. Veel moeders die ik voor mijn boek sprak, worstelen daarmee. Vroeger werd anoniem donorschap als iets goeds ­gezien: dan werd het kind nergens mee belast. Tegenwoordig mag het niet meer anoniem en bestaan er zelfs boekjes waarmee je pedagogisch verantwoord aan een kind kunt uitleggen hoe hij verwekt is. In dat opzicht gaan we vooruit: er wordt minder benepen over gepraat en het besef dat donorkinderen moeten weten waar ze vandaan komen, is ingedaald.”

Heeft iedereen recht op een kind?
“Niet op een kind, wel om het te proberen. Ik denk dat niet koste wat kost elke kinderwens moet worden vervuld. De tijd waarin men dacht dat het Gods wil was als je geen kinderen kon krijgen, is voorbij. Die heeft plaatsgemaakt voor een maakbaarheidsgedachte: we denken ons leven naar onze hand te kunnen zetten, of het nou om ­gezondheid, carrière, liefde of vruchtbaarheid gaat. Dankzij moderne technologieën komen we wat dat laatste betreft een heel eind. Dat vind ik een feministische verworvenheid. Mannen konden al lang op late leeftijd kinderen krijgen, terwijl het voor vrouwen onverbiddelijk was: tussen hun dertigste en veertigste moest het allemaal gebeuren. Lang wachten op de juiste partner, een droomhuis of een vast contract kon niet. Tot veertig jaar geleden, toen de eerste geslaagde ivf-poging plaatsvond in Nederland. Dat vrouwen hun vruchtbaarheid nu kunnen oprekken, vind ik alleen maar eerlijk, maar het ­leven is maar deels maakbaar. Sommige dingen liggen buiten je bereik, hoe hard het ook is.”

Zou u vrouwen aanraden op late leeftijd aan kinderen te beginnen?
“Nee. Ik vond het eerst flauw dat alle gynaecologen die ik sprak, zeiden: ‘Zet vooral in je boek dat vrouwen op tijd moeder moeten worden.’ Maar nu ik heb ontdekt dat het veel tijd, geld, moeite en energie kost om zwanger te raken op latere leeftijd, zonder garantie op succes, zou ik het echt als plan B zien. Ik snap die wensouders best: als mijn eicellen niet goed waren geweest, was ik waarschijnlijk ook eens gaan kijken in een vruchtbaarheidskliniek. Ook al ken ik de risico’s en bezwaren, en weet ik dat je ook een gelukkig leven kunt leiden zonder kinderen. Maar die kunstmatige manieren om zwanger te raken zijn nooduitgangen, geen wondermiddelen.”

Wat wilt u bereiken met uw boek?
“Ik hoop een maatschappelijke discussie over het maakbare, late moederschap op gang te brengen, met empathie voor alle partijen: wensouders die steeds een stap verdergaan in de hoop hun kinderwens in vervulling te zien gaan, vrouwen die hun kinderwens uitstellen omdat ze carrière willen maken voordat ze beginnen aan het ouderschap – dat in Nederland helaas toch nog grotendeels op vrouwen aankomt – en gynaecologen, medisch-ethici en donorkinderen. Het is voor iedereen een kwestie van ­laveren tussen ons gezonde verstand en wat er allemaal kan.”

Larissa Pans: Onbeperkt vruchtbaar – een zoektocht naar de uiterste houdbaarheidsdatum van het moederschap, De Bezige Bij, €19,99.

Larissa Pans
is historicus en schreef als freelance journalist voor onder andere 
De Correspondent, Opzij en NRC. Onbeperkt vruchtbaar is haar eerste boek.
Maandag is om 20.00 uur in de Rode Hoed het debat Onbeperkt vruchtbaar: grenzen aan maakbaar moederschap?, met onder anderen Hedy D’Ancona, gynaecologen, donorkinderen en late moeders. Dit debat wordt gemodereerd door Larissa Pans en is tevens de doop van haar boek.

Laat moederschap
– Het aantal vrouwen tussen de 40 en 45 jaar dat een kind kreeg tussen 2000 en 2015 steeg met 49 procent.
– De Friese Tineke Geessink beviel op 63-jarige leeftijd van haar eerste kind en is daarmee waarschijnlijk tot nu toe de oudste Nederlandse vrouw die een eerste kind kreeg.
– 1 op de 36 kinderen die in Nederland worden geboren, wordt verwekt via ivf of het daarop lijkende icsi: een behandeling tegen mannelijke onvruchtbaarheid.
– Wereldwijd zijn er bijna zeven miljoen ivf-kinderen.
Bron: Onbeperkt vruchtbaar

Het Parool, 20/04/2018