Balletdanser Toon Lobach (21) voelt zich thuis op een podium, zijn broer Willem (24) zit het liefst op zijn kamer. Marja de Vries maakte een documentaire over hun relatie. ‘Er is veel liefde, maar ook veel onbegrip.’
KIM VAN DER MEULEN
“Ik doe niet dagelijks interviews, zo glamourous is mijn leven niet, maar als ik word geïnterviewd gaat het meestal over mijn werk als danser,” zegt Toon Lobach op het terras van FC Hyena aan het IJ, de locatie waar hij volgende week tweemaal te zien is. “Het is fijn het even over wat anders te hebben. Ik vind mijn carrière belangrijk, maar uiteindelijk ben ik al langer met mijn broer op de wereld dan ik bij het Nederlands Dans Theater zit.”
Een dansfilm moest de documentaire over Toon en Willem Lobach dan ook vooral niet worden, zegt filmmaker Marja de Vries (56). “De fragmenten waarin Toon repeteert en optreedt maken de film visueel aantrekkelijk, maar hun relatie staat centraal.”
Wat maakt die relatie zo bijzonder?
De Vries: “Beiden geven op een heel verschillende manier invulling aan hun leven. Toon is sociaal en werkt in de documentaire hard aan zijn droom om als professioneel danser bij een gerenommeerd gezelschap aan de slag te gaan – ik begon eind 2015 met filmen, toen hij nog geen auditie had gedaan bij NDT. Hij is een deelnemer aan het leven, terwijl zijn broer een toeschouwer is. Willem is liever op zichzelf en zit vaak op zijn kamer. Hij heeft moeite met alles wat ‘moet’. Zijn wereld lijkt klein, maar hij is heel intelligent. Hij bewijst dat je niet veel van de wereld gezien hoeft te hebben om wijzer te worden. Ook achter Toon zit meer dan mensen misschien denken. De film laat een andere kant van hem zien.”
Toon Lobach: “Het lijkt misschien alsof alles me makkelijk afgaat; dat idee geef ik mensen ook door luchtig te praten over wat ik doe, maar ik werk er heel hard voor.”
Hoe zijn jullie met elkaar in contact gekomen?
De Vries: “De moeder van Willem en Toon is mijn beste vriendin, dus ik ken de jongens al vanaf hun geboorte. Ik loop de deur niet bij haar plat, we spreken namelijk meestal ergens buitenshuis af, maar door de verhalen die ze me vertelde raakte ik gebiologeerd door die twee jongens. In 2015, toen ik twee jaar korte films had gemaakt als autodidact, zocht ik een onderwerp voor een langere film. Toon danste zijn hele leven al en toen hij auditie wilde doen bij een van de beste dansgezelschappen van de wereld, leek dat me een mooi onderwerp om mijn tanden in te zetten. Hem thuis filmen leek me het mooiste en intiemste beeld opleveren. Omdat ik altijd veel sympathie voor Willem heb gehad en hem ook graag bij de film wilde betrekken, vroeg ik of hij dat wilde doen, thuis filmen. Uiteindelijk heeft Willem ook de voice-over verzorgd.”
Lobach: “Een goede aanpak. Niemand anders dan hij had ons thuis zo kunnen filmen, hoe comfortabel we ons ook bij Marja voelen. Ik denk niet dat Willem iemand van buitenaf zo dichtbij had laten komen.”
Willem en jij zijn heel eerlijk over elkaar. ‘Ik denk dat Toon niet zo’n goed beeld heeft van wie ik ben,’ zegt Willem bijvoorbeeld. Hoe was het om dat te horen?
Lobach: “Wat hij daar zei, geloof ik absoluut. Ik heb geen idee wat er in hem omgaat. Er is veel liefde, maar ook veel onbegrip tussen ons. We zijn allebei zo anders, dat het moeilijk is op dezelfde golflengte te komen. School, werk, sociale relaties, de manier waarop we naar de wereld kijken en met bepaalde situaties omgaan: we verschillen in bijna alle aspecten. We kunnen goed met elkaar overweg en kunnen samen lachen en keten, maar het kan ook binnen een minuut omslaan in ruzie.”
De Vries: “Ze nemen allebei geen blad voor de mond en sparen elkaar niet. Die eerlijkheid is een mooie en belangrijke eigenschap, vind ik: daardoor weet je wat je aan iemand hebt.”
Lobach: “We zijn soms bijna te eerlijk als we het over elkaar hebben.”
Straks kan iedereen zien hoe jullie band is. Een vreemd idee?
Lobach: “De band met mijn broer bespreek ik niet snel met mensen. In die zin is het dus best een gevoelig onderwerp. Maar ik vind het prima dat mensen ons zo zien, of erover beginnen als ze de documentaire hebben gezien. Ik vind dat we er niet slecht van afkomen. De film geeft een mooi beeld van mijn broer en de manier waarop hij naar de wereld kijkt.”
Het filmen duurde drie jaar. Bleef iedereen in die periode gemotiveerd om mee te werken?
Lobach: “Ja, omdat Marja alleen af en toe bij ons thuis of tijdens dansrepetities kwam filmen. We dachten nooit: zucht, daar gaan we weer. Ik had zelfs geen idee hoeveel er was gefilmd en vroeg me af wat voor beeldmateriaal we in godsnaam hadden.”
De Vries: “Er zat geen druk achter. Dat was fijn voor Willem en ook voor mij, want ik kon in mijn eigen tempo werken. Al moest ik op een gegeven moment wel iets aan donateurs kunnen laten zien, omdat een deel van de financiering via crowdfunding is gegaan.”
Lobach: “Vooral het begin was leuk. Toen dachten we nog: we zien wel wat het wordt. Willem liet de camera de hele tijd tollen, gewoon omdat hij daar zin in had. Die gekke beelden zijn in de film terechtgekomen.”
De Vries: “Ja, dat werkte goed. Willem deed wat ik vroeg, zoals Toon filmen als hij thuiskwam van zijn auditie, maar hij liet de camera soms ook per ongeluk aanstaan als hij even naar de badkamer liep voor een glas water. Die beelden bleken ook leuk genoeg om te gebruiken. Ik heb uiteindelijk echter ook veel weggelaten. Het moment waarop Toon te horen krijgt dat hij is aangenomen, bijvoorbeeld. Tijdens het monteren liep ik een beetje vast, omdat het zo’n groot project was en ik zo veel had gefilmd. Toen heb ik twee uur een goede editor ingeschakeld. Hij vroeg: ‘Wat wil je vertellen?’ Daar moest ik me op focussen, realiseerde ik me. Alles wat er niet toe deed, kon weg.”
Wat wilde u vertellen?
De Vries: “Ik wilde toewerken naar een uitspraak van choreograaf Jirí Kylián in het programma Podium Dans, waar Willem en Toon in de documentaire naar kijken. Hij heeft het in dat fragment over de grens tussen normaal en niet normaal en vraagt zich af: wie stelt de norm van normaliteit? Een interessant gegeven. We vinden het normaal om mee te doen in deze wereld, maar is dat wel normaal?”
Is dat de boodschap van de film?
De Vries: “Een boodschap wil ik het niet noemen, dat komt zo belerend over. Ik hoop wel dat mensen geraakt worden. Toon en Willem zijn jongens van wie je vanzelf gaat houden.”
Lobach: “Ik vind het een fijne, simpele film geworden die zonder vooroordelen alle kanten van de relatie tussen mijn broer en mij laat zien. Je ziet soms dat het allemaal niet zo makkelijk gaat tussen ons, maar er is ook genoeg humor en luchtigheid.”
Lobach wordt vertoond in FC Hyena, 2/6 om 19.00 uur, 5/6 om 21.00 uur.
Het Parool, 28 mei 2019