De zussen Nicky (28) en Jessie (25) leven zo goed als zero waste. Op hun blog en in hun boek Het zero waste project delen ze hoe ze dit doen. “Maar ik hoef niet over de plastic tandpastatube te beginnen.”
Tekst Kim van der Meulen, fotografie Bart Honingh, visagie Linda Huiberts
Het was even puzzelen om een moment te vinden voor dit interview. Waar zijn jullie zo druk mee?
Jessie: “Met lezingen en presentaties die we door het hele land geven over zero waste leven, maar ook met het beantwoorden van mails. Naar aanleiding van ons boek, dat afgelopen najaar uitkwam, krijgen we regelmatig vragen van lezers. Waar ze verpakkingsvrij hondenvoer kunnen halen bijvoorbeeld, of welk wc-papier het milieuvriendelijkst is. We willen die mensen zo snel mogelijk een antwoord geven. En als we dat niet meteen hebben, gaan we naar een verpakkingsvrij alternatief op zoek.”
Over huisdieren gesproken: jullie hebben een kat. Leeft die ook afvalvrij?
Nicky: “Nee, de kat is de grootste vervuiler van het huis, haha. Hij moet ook nog eens speciaal dieetvoer krijgen. Dat bestaat niet verpakkingsvrij, maar we kopen het in bulk – in zakken van negen kilo, dat scheelt weer allemaal losse verpakkingen. En in plaats van kattenbakkorrels gebruiken we houtsnippers van resthout. Dat is composteerbaar en mag in sommige plaatsen bij het gft-afval. Al zijn de uitwerpselen dat niet, dus kun je die beter bij het restafval doen.”
Leven jullie volledig afvalvrij?
Jessie: “Niet volledig, want voor sommige producten is bijna geen afvalvrij alternatief te bedenken. Zoals die kattenbakkorrels, dus. Maar gemiddeld produceren we ongeveer één linnen tasje papier en glas per maand, en één linnen tasje plastic per ruim een kwartaal. En het meeste daarvan is ongemerkt het huis binnengekomen, bijvoorbeeld doordat visite iets lekkers meenam.”
Wat motiveerde jullie om in 2014 geleden te beginnen met zero wasteleven?
Nicky: “We waren destijds al met duurzaamheid bezig: volgens wetenschappers heeft negentig procent van de zeevogels plastic in hun maag en de impact van de verpakkingen en plastic flesjes die we dagelijks gebruiken heeft een enorme impact op het milieu. Daar wilden we iets aan doen. Toen we op social media een bericht van een Amerikaans meisje tegenkwamen dat al twee jaar afvalvrij leefde, dachten we: dat is een mooie uitdaging voor ons. Het leek ons bijna onmogelijk, maar interessant, dus besloten we dat we het een maandje zouden uitproberen. Jessie zou net een halfjaar naar Parijs gaan voor haar studie en ik ging verhuizen. Een topmoment, dachten we: als we alles opnieuw moeten uitvinden, kunnen we net zo goed meteen afvalvrij gaan leven. Dat bleek absoluut niet zo te zijn. Het mislukte volledig.”
Wat ging er mis?
Nicky: “Als je gaat verhuizen, moet je al zo veel uitzoeken. Dat is het slechtste moment om je hele levensstijl om te gooien – wat überhaupt onmogelijk is in een maand. Je kunt zoiets beter stap voor stap doen, tot het een gewoonte wordt. Wij dachten dat we precies zo konden leven als altijd: thuis bedenken wat je wilt eten, naar dezelfde supermarkt als altijd gaan en dezelfde ingrediënten kopen, maar dan verpakkingsvrij. Dat werkt natuurlijk niet. Als je zero waste boodschappen wilt doen, zul je soms naar een andere supermarkt moeten.”
Vergt dat veel creativiteit in de keuken?
Nicky: “Dat valt best mee; we zijn totaal geen goede koks en aan culinaire hoogstandjes doen we meestal niet. We pluizen geen recepten uit, maar bekijken in de supermarkt welke groenten onverpakt zijn – vaak zijn dat seizoensgroenten – en bedenken daaromheen een simpel gerecht.”
Jessie: “We maken ook niet al onze ingrediënten zelf from scratch, wat mensen weleens denken.”
Nicky: “En boodschappen doen kost ons ook geen extra tijd – ook al leven we afvalvrij en eten we biologisch. In het begin moesten we even zoeken naar nieuwe adresjes, maar inmiddels weten we precies wat we waar moeten halen en dat maakt het juist een stuk overzichtelijker. Vroeger gingen we elke dag na het werk snel even de supermarkt in. Tegenwoordig kopen we eens in de paar weken groot in – pasta, rijst, granen, noten – en halen we één, twee keer per week verse groente en fruit in de biologische winkel. Een kwestie van het mandje volladen en naar huis.”
Jessie: “In Amersfoort, waar we wonen, is een natuurwinkel waar je vrijwel alles wat we nodig hebben onverpakt kunt kopen. Maar er zijn nog veel meer verpakkingsvrije en -arme adressen, van supermarkten tot bakkers die het prima vinden als je met je eigen broodzak langskomt. Die staan op onze site.”
De eerste keer dat jullie met een eigen bakje naar de Chinees gingen was een drempel, hoorde ik. Waarom?
Jessie: “Tot die tijd hadden we een beetje thuis zitten prutsen met onze zero waste lifestyle. Als iets niet werkte, zoals DIY-shampoo van roggemeel gebruiken, maakte dat niet uit. Maar als we eten zouden afhalen, zaten we ineens in een sociale situatie waarin we met anderen te maken hadden. Dat was ineens best eng. Wat als ze in het restaurant zouden zeggen dat ze het een belachelijk idee vonden en het niet mocht? Gelukkig reageerde de vrouw achter de balie heel aardig. Hadden we ons daar nou druk om gemaakt?”
Nicky: “Eén keer kreeg ik te horen: ‘O, maar onze bakjes zijn ook gewoon schoon, hoor.’ Alsof ik het niet hygiënisch vond. Maar toen ik uitlegde dat ik mijn eigen bakje had meegenomen omdat ik minder plastic wilde gebruiken, ontstond een leuk gesprek.”
Wonen jullie nog samen in één huis?
Jessie: “Nee. Dat hebben we een paar jaar gedaan omdat we een huis zochten en we samen een grotere kans maakten op een woning, maar nu wonen we allebei samen met onze vriend. Of zij ook zero waste leven? Nee, daar hebben ze allebei niet zo veel mee. We hebben onze partners ontmoet toen we deze lifestyle al hadden, dus we hebben ze meteen verteld hoe we leven en waar ze rekening mee moesten houden. Mijn vriend gaat bewust of onbewust in sommige dingen mee, maar hij is erg gehecht aan zijn tube tandpasta. Ik kan hem duizend keer proberen tandpasta-tabletjes aan te smeren, maar daar wil hij echt niet aan. Dat hoeft ook niet. We verwachten allebei niet van een vriend dat hij onze lifestyle aanneemt, zoals we ook niet van vrienden verwachten dat ze tijdens een etentje verpakkingsvrij voor ons gaan koken. Deze levensstijl is onze keuze; die leggen we niemand anders op.”
Twee zussen die samenwonen, samen zero wasteleven en samenwerken: ging dat altijd goed?
Jessie: “Verrassend genoeg wel, haha.”
Nicky: “Het afvalvrij leven was wel iets makkelijker toen we nog met z’n tweeën woonden, zoals je uit Jessies verhaal begrijpt.”
Jessie: “We kunnen superenthousiast worden als we iets onverpakt vinden. Het is leuk om dat met iemand te kunnen delen. Mijn vriend denkt dan eerder: het zal wel.”
Nicky: “Het was trouwens niet zo dat we elke dag samen waren, hoor: we hebben allebei een eigen sociaal leven.”
Lijken jullie op elkaar?
Allebei: “Nee.”
Jessie: “Ik ben chaotischer, dat kun je in ons boek ook lezen. En Nicky is meer van het…”
Nicky: “…overdenken en afwegingen maken.”
Jessie: “We vullen elkaar goed aan.”
Is gezond leven voor jullie even belangrijk als duurzaam leven?
Jessie: “Nou, we zijn allebei niet echt het type fitgirl; we vinden het fijn dat we met onze lifestyle nog gewoon taart kunnen eten. Al betekent die levensstijl wel dat we vooral verse ingrediënten gebruiken en niet meer met pakjes en zakjes koken, dus we zijn onbewust wel gezonder gaan eten. Ook alles wat we op onze huid smeren, zoals scrub en bodybutter, bestaat uit natuurlijke ingrediënten.”
Nicky: “We eten ook vooral plantaardig: geen vlees meer en alleen af en toe zuivel en eieren. Uit praktische overwegingen, maar ook omdat we het milieuaspect belangrijk vinden. Al heeft minder vlees eten ook gezondheidsvoordelen, als we onderzoeken mogen geloven.”
Hoe zit het met jullie balans tussen werk en privé?
Jessie: “Die is er niet, haha. Dat is het risico als je iets doet waar je heel enthousiast over bent: je bent er altijd mee bezig. Als ik er met mijn vriend op uit ben en ik zie een afvalvrije winkel, moet ik er bijvoorbeeld gewoon een foto van maken: leuk om te delen met onze volgers. Die balans is bij ons dus echt een uitdaging. Daarom proberen we er heel bewust ook dingen naast te doen die niets met zero waste te maken hebben. Ik hou bijvoorbeeld erg van tekenen en doe aan yoga. Het is belangrijk om niet in een bubbel terecht te komen.”
Nicky: “Ik vind het leuk om kleren te maken en dingen te doen met vrienden – ook met vrienden die niet per se intoduurzaamheid zijn. Zo ga ik eens in de zoveel tijd met een groepje vriendinnen naar een escaperoom. Het is fijn om dan even over heel andere onderwerpen te praten. Op een gegeven moment werkten we tachtig, negentig uur per week, dat was niet per se gezond. We proberen nu iets vaker wat afstand van ons werk te nemen, bijvoorbeeld door af en toe offline te gaan. Dat is moeilijk, maar wel belangrijk. Een e-mail hoeft bovendien niet binnen een uur beantwoord te worden.”
Wanneer is jullie missie geslaagd?
Jessie: “Onze grootste missie is onnodig plastic en afval uit Nederland weg te krijgen. Daarom geven we ook lezingen en presentaties, onder meer voor het bedrijfsleven. Het verbod op plastic wegwerpartikelen in de EU, dat in 2021 ingaat, is een goed begin, maar we hebben nog wel even te gaan.”
[kader]
Wie zijn Nicky en Jessie?
Nicky Kroon (28) en haar zus Jessie (25) zijn oprichters van de blog Het Zero Waste Project (hetzerowasteproject.nl), waarop ze hun successen, ervaringen en tips delen om anderen te inspireren duurzamer te leven. Ook geven ze lezingen en presentaties over duurzaamheid. Nicky studeerde antropologie en politicologie; Jessie studeerde communicatiewetenschap. Afgelopen najaar verscheen hun boek Het Zero Waste Project: Een leuker leven met minder plastic, waarin ze hun twaalf belangrijkste lessen delen om een duurzame lifestyle te ontwikkelen (uitgeverij Lev., €20,99).
[kader]
Sportregime
Jessie: “Ik hou van yoga en doe soms fitness in de sportschool, maar ik vind het vooral leuk om af en toe een natuurgebied in te trekken en daar een dag door te brengen.”
Nicky: “Vanwege een blessure kan ik niet sporten, dus ik haal mijn beweging uit fietsen en lopen. We doen alles met de fiets en het ov, dat scheelt.”
[kader]
Eetdagboek
Ontbijt: Een groene smoothie met havermout, banaan en groente, van spinazie tot courgette of komkommer. We eten ongeveer hetzelfde, dus dit eetdagboek geldt voor ons allebei.
Lunch: Meeestal zuurdesembrood met chocoladepasta, pindakaas of hummus.
Diner: Vaak een curry, pasta of een stamppot, afhankelijk van de seizoensgroente en wat onverpakt verkrijgbaar is. We koken altijd ‘om de groente heen’: we kiezen eerst de groente en bedenken dan de rest, heel praktisch.
Tussendoor: Noten, dadels, fruit, zelfgemaakte granola en chocola – bij de chocolatier, delicatessenwinkel of op bijvoorbeeld de Albert Cuypmarkt kun je losse brokken chocola kopen en bij de natuurwinkel noten met chocola eromheen. Iets duurder, maar ook lekkerder. En in het weekend eten we graag een vers gemaakt taartje buiten de deur bij een bakker of lunchroom waar ze lokale, biologische ingrediënten gebruiken.
Santé, maart 2019