tekst Kim van der Meulen setdesign en fotografie Lieke Janssen
Fit is het nieuwe slank. Je hoeft maar naar covers van tijdschriften of naar enkele van de miljoenen Instagram-foto’s van #fitgirls en #healthyfood te kijken om te zien dat we niet meer streven naar size zero, maar naar een gezond en fit lichaam. De tijden dat we verslingerd waren aan montignaccen en sonjabakkeren zijn voorbij: de afgelopen jaren zochten we ons heil in gojibessen, zeewier en boekweitpannenkoekjes en verklaarden we suiker, brood en E-nummers tot de duivel. Niets mis met een beetje gezond bezig zijn, zou je zeggen. Zeker als je weet dat de gemiddelde Nederlander dagelijks veel te veel zout en suiker binnenkrijgt, aldus het RIVM, en te weinig beweegt. Driekwart van de Nederlanders dénkt dat-ie genoeg beweegt, maar volgens onderzoeksbureau I&O Research doet slechts 42 procent dat – en dan hebben we het over tweeënhalf uur per week ‘matig intensief’ bewegen. Maar je kunt ook doorslaan in je gezondheidsmissie.
Smerige smoothie
Wat een obsessie met gezondheid met je kan doen, weet Nienke Appels (26). Toen haar relatie vijf jaar geleden uitging, stortte ze zich op sporten en gezond eten. ‘In die periode voelde het alsof ik nul grip op mijn leven had. Ik dacht: als ik maar supergezond bezig ben en in shape kom, gaat het straks vast beter met me. Ik sportte zes keer per week, soms ging ik zelfs twee keer op één dag. Op de apparaten in de sportschool hield ik mijn progressie bij – ik probeerde steeds langer op de loopband te staan en meer gewicht te heffen – en op een hartslagmeter en in een Excelsheet hield ik bij hoeveel calorieën ik verbrandde. Op mijn dieptepunt waren dat er 975 tijdens één work-out. In de metro naar huis viel ik bijna flauw.’ Ook haar voedingspatroon paste Nienke aan: ze ging voor lean protein en at vooral salades, zelfgemaakte soep en kip. En ze dronk smoothies met spinazie. ‘Supersmerig, maar ik dacht dat het gezond was, dus dwong ik mezelf ’s ochtends een liter weg te werken.’ Haar sociale leven leed eronder. Als vriendinnen haar mee uit vroegen op een dag waarop eigenlijk geroosterde bloemkool op de planning stond, bedacht ze smoesjes om niet mee te hoeven. En als iemand zei dat ze erg mager was, was dat voor haar een bevestiging dat ze goed bezig was. ‘Bizar, als ik er nu op terugkijk.’
Nienke had orthorexia: een obsessieve fixatie op gezond eten en sporten. Klinkt als een ziekte van deze tijd, maar de term dook al op in 1997, in een boek van Steven Bratman, een arts voor alternatieve geneeskunde. Orthorexia is nog altijd geen officiële eetstoornis. ‘Er bestaat gedrag dat je kunt samenvatten onder de noemer orthorexia, maar het is geen erkende psychiatrische diagnose,’ zei hoogleraar eetstoornissen van het LUMC Eric van Furth daarover in Niet gezond meer, het tv-programma dat foodie en ervaringsdeskundige Jet van Nieuwkerk over de aandoening maakte. ‘Veel mensen zijn bezig met gezond eten omdat ze dat leuk vinden. Daarnaast is er een kleine groep bij wie dit gedrag hun leven belemmert. Die sluiten hele voedingsgroepen uit en krijgen daardoor essentiële tekorten, gaan niet meer uit eten of verbreken vriendschappen.’ In tegenstelling tot een officieel erkende eetstoornis als anorexia draait orthorexia meestal niet om gewichtsverlies, maar om goede voeding. ‘Het is eerder obsessief-compulsief gedrag,’ vult voedingspsycholoog Diana van Dijken aan, die vrouwen met eetproblemen begeleidt. ‘Doordat er de laatste jaren meer aandacht is voor biologisch en vers eten, valt het ook meer op als mensen hierin doorschieten.’
Controledrang
Doordat orthorexia geen officiële psychische stoornis is, is er weinig onderzoek naar gedaan en ontbreekt het aan cijfers. Mogelijke oorzaken kan Van Dijken wel noemen. ‘Ik zie in mijn praktijk vooral vrouwen die perfectionistisch of onzeker zijn, die controle willen houden en zich graag ergens in vastbijten. Soms hebben ze ook moeite met emotieregulatie: hoe ga je om met boosheid, angst, verdriet? Als je die gevoelens wilt wegstoppen, kan een rigide focus op sport en gezond eten een alternatief worden. Ook vrouwen die in het verleden iets te zwaar zijn geweest, ontwikkelen soms orthorexia, als hun lijnpoging doorslaat in het schrappen van hele voedingsgroepen. Ze mogen uiteindelijk nauwelijks meer iets van zichzelf eten en geloven dat er iets vreselijks zal gebeuren als ze toch zuivel, koolhydraten of chocola binnenkrijgen. Dat ze gezond eten, kan ze ook een superieur gevoel geven: mij lukt het wél om die taart te laten staan. Tot slot treft het vrouwen die beroepsmatig met voeding en beweging bezig zijn, zoals sportinstructrices of danseressen.’
Orthorexia ontwikkel je niet zomaar: vaak begint het met stoppen met snoepen, iets vaker sporten of één voedingsmiddel van het menu schrappen. Totdat je gezondheidsobsessie je dagelijkse leven belemmert. Als je in de stress schiet omdat je bij vrienden weleens iets ‘ongezonds’ voorgeschoteld kunt krijgen, je wekenlang een schuldgevoel hebt over het eten van dat ene stukje chocola of je brein zo weinig voedingsstoffen binnenkrijgt dat je je amper meer kunt focussen, is het tijd om aan de bel te trekken. Van Dijken: ‘Vaak zien vrouwen zelf niet dat ze ongezond bezig zijn: ze zoeken geen hulp vanwege hun eetprobleem, maar vanwege de klachten die ermee gepaard gaan. Ze durven niet meer mee te eten met het gezin of worden niet meer ongesteld vanwege hun ondergewicht, en willen weten hoe dat komt.’
Ook Desteny van Paasen (23) zag de ernst van haar eetprobleem niet in. Op haar zeventiende was ze wat zwaarder dan leeftijdsgenoten en had ze een laag zelfbeeld. Ze begon minder te eten en meer te sporten, boekte resultaat en sloeg door. ‘Op een gegeven moment at ik maar twaalfhonderd calorieën per dag, en alleen voeding die ik als gezond bestempelde. ’s Ochtends havermout met amandelen, tussendoor een half bakje kwark, soms wat fruit, als lunch een salade met tonijn en ’s avonds kip met groenten en weer kwark. Niet genoeg om van te leven als je dertig uur per week werkt en veel sport. Ik hield mijn calorieverbruik bij in een app. Mijn doel in de sportschool: vijfhonderd calorieën verbranden. Daar deed ik ruim anderhalf uur krachttraining voor. Toen ik in die periode twee keer een verkeerde opleiding koos, gaf dit gedrag me het gevoel dat ik toch ergens controle over had. Ik durfde niet meer naar etentjes, nam mijn eigen eten mee op vakantie en vreesde de feestdagen, maar ik realiseerde me pas dat ik een probleem had toen ik de controle verloor: ik had mezelf zo lang van alles verboden, dat ik omsloeg en eetbuien kreeg.’
Desteny besloot over haar problemen te praten met een psycholoog, maar kwam er uiteindelijk op eigen kracht uit. ‘Door de eetbuien was ik wat aangekomen. Dat vond ik eerst walgelijk, maar ik voelde me er wel beter bij: ik was niet meer humeurig, mijn cyclus kwam terug en ik had meer energie. Zo ben ik er langzaam overheen gegroeid, al blijf ik geïnteresseerd in eten en wat het met je lichaam doet.’
Gevoelig punt
Voor Nienke kwam het keerpunt toen ze met haar ouders op vakantie ging naar Italië. ‘Ik kon mijn gekke gedrag daar niet voortzetten: er was geen sportschool en ik at in gezelschap. Ik gaf me eraan over, al voelde ik me moddervet toen ik terugkwam. Daarna verhuisde ik en ging het geleidelijk beter: de nieuwe omgeving deed me goed. Ik ging minder sporten en werd me ervan bewust dat ik best meer rijst, pasta en brood mocht eten. Het zal een gevoelig punt blijven: volgens mijn moeder zei ik als driejarige al dat ik dikke benen had. Maar ik herken triggers nu beter. Als ik stress heb, ga ik op een negatieve manier op mezelf focussen. Gelukkig zeggen vriendinnen op zulke momenten dat ik op mezelf moet passen en durf ik ook eerder om hun hulp te vragen.’
Het goede nieuws: je kunt van orthorexia genezen. Al zul je altijd wat meer op je eetgedrag moeten blijven letten dan iemand die de stoornis niet gehad heeft. Van Dijken: ‘Als je moe of kwetsbaar bent of te maken hebt met verdriet en onmacht, zoals na een break-up, een ontslag of een sterfgeval, kunnen ex-orthorexia-patiënten soms een terugval krijgen. Dat is niet erg, het hoort erbij. Als je het maar opmerkt en ziet als een leermoment. Gedrag veranderen gaat met vallen en opstaan.’
&C, februari 2019