Iedereen een eigen podcast (EvaJinek.nl)

Meer dan een gespreksonderwerp, een microfoon en opnameapparatuur heb je in principe niet nodig om een eigen podcast te beginnen. Maar hoe zorg je ervoor dat het ook een góéde podcast wordt? En kan iedereen dat?

Een therapiesessie van Esther Perel bijwonen, aanschuiven bij radio-dj Domien Verschuuren, een minicollege van wetenschappers volgen of het levensverhaal van ‘kalifaatmeisje’ Laura H horen: je kunt het allemaal doen terwijl je een wandeling maakt of de vaatwasser uitruimt. Podcasts waren al aan een opmars bezig, en zijn in coronatijd alleen maar populairder geworden. Bijna de helft van alle Nederlanders luistert er weleens naar, veel makers zagen hun luistercijfers in 2020 ‘exploderen’ en de vraag naar podcastworkshops is groot. De tijd dat iedereen een eigen YouTube-kanaal wilde, is voorbij: een eigen podcast staat nu bovenaan het verlanglijstje.

Verschil in kwaliteit

Het lijkt zo simpel: kies een onderwerp, pak een microfoon en begin te praten. Dat is ogenschijnlijk wat Sander Schimmelpenninck en Jaap Reesema doen in hun mateloos populaire Zelfspodcast (beschrijving: ‘jeugdvrienden nemen hun leven door’), of wat de makers van De Krokante Leesmap doen. Ook veel ondernemers en influencers maken op die manier podcasts: ze delen levenslessen, vertellen over hun vakgebied en geven tips – en maken zo meteen reclame voor hun bedrijf. Dat kan iedereen. Toch?

“In theorie wel, maar in de praktijk is het niet iedereen gegeven om een goede podcast te maken,” weet radio- en podcastmaker Ludo de Boo, die onder meer workshops geeft over het ontwikkelen, presenteren en monteren van podcasts. “Mensen die meedoen aan mijn workshops zijn zelden volkomen talentloos, maar als je veel naar podcasts luistert, hoor je waarschijnlijk ook dat er een verschil in kwaliteit is. Sommige makers doen een interview in een rumoerige ruimte en hopen dat hun iPhone het geluid wel opvangt, maar van een stem blijft dan weinig over. Een rustige studiolocatie werkt beter. En als je muziek en een stem niet goed mixt, luistert dat ook niet lekker. Of als een stem kraaierig klinkt. Dan haken luisteraars eerder af.” Een pakkende titel helpt ook, en natuurlijk een onderwerp dat nieuwsgierig maakt. Vaak zijn mediagenieke podcasts – het soort dat je al je vrienden meteen wilt tippen – terug te brengen tot een paar prikkelende soundbites.

Volgens De Boo is het handig als je weet met welk doel je iets maakt, en voor wie. Al zijn er ook genoeg mensen die ‘gewoon iets leuks’ maken en daar luisteraars voor weten te vinden. Over zo’n beetje alle denkbare niches is dan ook wel wat gemaakt. Over kaaspoppen en de Efteling, bijvoorbeeld. “De ontwikkeling van podcasts lijkt op die van blogs,” merkt De Boo. “Daar zag je ook steeds meer niches ontstaan. Het enige nadeel van podcasts over heel specifieke onderwerpen is misschien dat ze minder makkelijk vindbaar zijn. Luisteraars raadplegen het liefst één platform, vooral Spotify en Apple Podcasts. Zit je daar niet op, dan loop je een hoop luisteraars mis. Al weten liefhebbers ook een extreme nichepodcast vaak wel te vinden.” Een goede podcast is, kortom, niet per se een podcast die de massa bedient.

Uit de hand gelopen hobby

Het fijne van podcasts maken, is juist dat je je eigen publiek kunt zoeken, vindt journalist en podcastmaker Gijs Groenteman, die zijn eerste, De Grote Harry Bannink Podcast, vooral voor zijn eigen plezier begon. “Het freaky uitleven van mijn eigen hobby, was dat eigenlijk: vijftig uur praten over Harry Bannink is vrij extreem. Maar ik wilde heel graag interviews doen met tekstschrijvers, acteurs, musici en programmamakers die met hem hadden samengewerkt, dus begon ik er gewoon aan. Eerlijk gezegd dacht ik dat het niemand zou interesseren, behalve misschien twee homoseksuele theaterwetenschappers en mijn moeder. Het verbaasde me dat er uiteindelijk tienduizenden mensen naar luisterden en ik er heel leuke reacties op kreeg. Sindsdien weet ik: als je een toon, onderwerp of manier van interviewen hebt die mensen aanspreekt, kun je je publiek wel vinden. Of dat nou een groot of klein publiek is.”

In Praten over muziek spreekt Groenteman uitgebreid met muziekkenners over één muziekstuk – heel specifiek en gedetailleerd. In Met Groenteman in de kast, zijn populairste podcast, interviewt hij mensen die hem hebben verwonderd. En in zijn nieuwste serie kletst hij met goede vriend Teun van de Keuken zoals hij ook doet zonder microfoon. “Soms denk ik weleens: interesseert iemand dit? Maar het is een populair genre en er wordt goed naar geluisterd. Ongelooflijk leuk.”

De meeste podcasts die Groenteman maakt, komen voort uit zijn eigen interesses: niets leukers dan kletsen over een uit de hand gelopen hobby of mensen proberen te doorgronden in interviews, vindt hij. Zeker als je begint, is het wel zo leuk om een onderwerp te kiezen dat dicht bij je ligt. Al is dat volgens hem geen vereiste. Zo maakte hij voor de Volkskrant een podcast over de Amerikaanse presidentsverkiezingen, POTUS. “Een onderwerp dat me interesseert zoals iedereen het interesseert, maar geen diepgevoelde passie van me. Dat hoeft ook niet altijd. Ook over een onderwerp dat niet tot de diepste diepten van je ziel reikt, kun je prima een podcast maken.”

Vergeleken met kijk- en luistercijfers van tv en radio zijn podcastcijfers misschien marginaal, zegt Groenteman, maar je trekt wel een geïnteresseerd publiek. “Mensen krijgen het niet over zich uitgestort, maar kiezen ervoor om naar je te luisteren. En dan heb je ook nog eens alle vrijheid om te maken wat je wilt. Een fantastisch medium.”

Kunst van het vertellen

In de lijst met populairste, via Spotify beluisterde podcasts van Nederland staan naast ‘praatpodcasts’ ook producties over nieuws, zelfontwikkeling, daten en tv-programma’s. Ook goed beluisterd: podcasts van influencers en een serie waarin zware criminelen vertellen hoe ze tot hun daad kwamen. Achter de microfoon zitten opvallend vaak ervaren journalisten en bekende mediamakers. Maxim Hartman scoort goed met Mand, Tim Hofman maakt BOOS de Podcast en Ruud de Wild interviewt bekende mensen in 30 Minuten rauw. “Een bekende host heeft al een publiek opgebouwd,” verklaart Ludo de Boo. “Dat kan bijdragen aan het succes ervan. Iemand met media-ervaring snapt ook hoe je een verhaal opbouwt en luisteraars meeneemt.”

In verhalende podcasts, een ander populair genre, is die kunst van het vertellen ook erg belangrijk: wat vertel je wanneer, hoe hou je de spanning erin en hoe zorg je ervoor dat luisteraars met je meedenken of meepuzzelen? “Met alles wat je laat horen, moet je een beeld schilderen,” vertelt Siona Houthuys van het Belgische audiocollectief Schik, dat onder andere de hits Bob en Laura H. maakte. “Je bent constant een schilderij aan het maken met woorden, muziek, pauzes, de manier waarop je iets vertelt. Misschien is dat wel wat een verhalende podcast goed maakt: ervoor zorgen dat de luisteraar het allemaal voor zich ziet.”

Perfecte harmonie

Het verhaal moet daarvoor ook boeiend genoeg zijn, natuurlijk. “Het verhaal van de podcast Bob klinkt niet sexy: een bejaarde vrouw vertelt over een al dan niet fictieve jeugdliefde. Maar wij zagen er meteen interessante thema’s in: een oude liefde, kloostergeheimen, een zoektocht.” Hoe je zo’n verhaal het beste kunt vertellen? Da’s een kwestie van smaak, zegt Houthuys. “Wij gebruiken graag een verteller die zijn betrokkenheid met het verhaal kenbaar maakt, maar sommige makers hebben liever een beknopte of helemaal geen verteller. Dat is ook een optie, zeker als je net begint. Voice-overteksten lijken moeiteloos geschreven te zijn, maar het beslaat het grootste deel van onze montage. Ze moeten in perfecte harmonie zijn met het interviewmateriaal. Een podcast is toegankelijk om te maken, maar het is ook een ambacht.”

Over smaak valt niet te twisten, maar er zijn wel een paar gemene delers als het gaat om wat een verhalende podcast goed maakt. Dat blijkt uit onderzoek van het lectoraat Journalistiek aan de Hogeschool Utrecht. “Luisteraars vinden het bijvoorbeeld belangrijk om meegenomen te worden in het verhaal en een band te krijgen met de maker,” aldus Yael de Haan, lector aan de HU, die het onderzoek uitvoerde. “Naar een podcast luisteren is een intiemere bezigheid dan luisteren naar de radio: je zet het meestal niet aan als achtergrondgeluid, maar wilt je onderdeel voelen van een verhaal. Je luistert toch dertig tot zestig minuten – ergens daartussen ligt de ideale lengte – aandachtig naar iemand. Een van de deelnemers aan het onderzoek verwoordde het heel mooi: ‘Een radiomaker geeft je een hand en een podcastmaker een knuffel.’ Het mag dus meer emotie bevatten, persoonlijker zijn en vrijer in vorm zijn.”

Als het gaat om journalistieke producties – denk aan De brand in het landhuis, waarin een journalist de mysterieuze dood van een miljonair onderzoekt – vinden luisteraars het ook belangrijk dat een verteller transparant is. “Als een maker inzicht geeft in zijn werkwijze en uitlegt hoe hij tot bepaalde bevindingen komt, wordt hij eerder als betrouwbaar gezien. De hang naar transparantie is groot in alle vormen van media, ook in podcasts.”

De Haan verwacht dat podcasts de komende jaren een professionaliseringsslag zullen meemaken, mede door nieuwe technologische mogelijkheden. “Er wordt bijvoorbeeld al geëxperimenteerd met spatial audio, waarbij je echt hoort waar elk geluid vandaan komt. Dat versterkt het gevoel dat je bij de makers aan de keukentafel zit.” En daar gaat het veel luisteraars toch om.

EvaJinek.nl, 9 januari 2021