Opgroeien met sociale media: wat doet dat met je dagelijks leven en zelfbeeld? Journalist Kelli van der Waals (36) onderzoekt het in het boek Picture perfect. ‘Je moet tieners niet onderschatten.’
tekst Kim van der Meulen, foto Marit Goossens
‘Suzy vertelde over haar openbare Instagramaccount, waarop ze ook door haar moeder gevolgd werd, en zei dat ze daarnaast een ander, besloten account had,’ schrijft Kelli van der Waals in Picture perfect over een van de meisjes die ze voor haar boek interviewde. ‘Ze vertelde over vriendinnetjes die rondhingen met oudere jongens en een Facebookprofiel aanmaakten om zich ouder voor te doen. Over apps om foto’s te retoucheren en meisjes die lippen en billen groter lieten lijken.’ Voor Suzy en haar leeftijdsgenoten zijn sociale media geen aanvulling op hun leven, maar een belangrijk onderdeel ervan.
Wat fascineert u aan tieners en hun socialemedia-gebruik?
“Ik schrijf voor Vrij Nederland en de Volkskrant vaker over sociale media en de plek die technologie in ons dagelijks leven inneemt. De ontwikkelingen op dat gebied gaan zo snel; ik vind het interessant om te zien wat het met ons doet. Zeker als het om tieners gaat. De iGen-generatie, geboren na 1995, is de eerste generatie die geen tijd zonder internet heeft gekend. Toen ik op de middelbare school zat, was msn’en na schooltijd een kleine aanvulling op het sociale leven. Maar het online- en offlineleven van deze groep grijpt volledig in elkaar. Maakt dat hun pubertijd echt zo anders? Hoe ziet hun dagelijks leven met die smartphone eruit? Waar lopen ze tegenaan? Daar kon ik alleen achter komen door jongeren zelf aan het woord te laten. Zij zijn de experts.”
Was het lastig om jongeren te vinden die een inkijkje in hun onlineleven wilden geven?
“Nee, door rond te vragen waren die snel gevonden. En Suzy liep als veertienjarige snuffelstagiair de redactie van Vrij Nederland op, waar ik aan het werk was. Ze vertelde uitgebreid over haar smartphonegebruik en wilde graag meewerken. Je moet tieners niet onderschatten; ze kunnen heel goed uitdrukking geven aan wat ze meemaken. Ik heb in drie jaar tijd uiteindelijk 29 jongeren gesproken, van verschillende opleidingsniveaus en op verschillende plekken in Nederland. Al wil ik niet de indruk wekken dat dit boek op een of andere manier empirisch is, of dat deze jongeren hun hele generatie vertegenwoordigen. Het is anekdotisch.”
Wat viel u op in de interviews?
“Ik vond het grappig dat ze allemaal iets aan te merken hadden op het smartphonegebruik van jonge kinderen. Ze vonden het oneerlijk dat iemand van acht al een smartphone had, terwijl zij er pas een op hun elfde kregen. Of ze vonden het belachelijk dat een achtjarige al Instagram gebruikte, omdat je op die leeftijd zo makkelijk kunt worden beïnvloed en omdat er volgens hen ‘vieze mannen op internet zitten’. Ze gingen ook allemaal anders naar hun eigen socialemediagebruik kijken naarmate ze ouder werden: ze waren er minder intensief mee bezig en hoefden niet altijd meer de mooiste foto van zichzelf op Instagram te plaatsen.”
Voor veel jongeren is het perfecte plaatje belangrijk: ze besteden veel tijd aan het maken en bewerken van foto’s van zichzelf.
“Ja, en ze zijn zich er heel bewust van dat mensen zich op Instagram van hun mooiste kant laten zien, dat het niet de werkelijkheid is. Op hun openbare Instagramaccount creëren ze zorgvuldig een beeld van zichzelf, dat iedereen mag zien. Daarnaast hebben ze vaak een afgeschermd account, waar ze foto’s, domme grapjes en memes voor een select gezelschap plaatsen. Op het ene account laten ze zichzelf zien als microberoemdheid, op het andere meer zoals ze onder vrienden zijn. Die identiteiten lopen deels in elkaar over. Dat perfecte plaatje hebben ze zelf gemaakt, dus dat zijn ze óók. Tieners zijn erg bezig met het ontdekken van hun identiteit: wie ben ik? Welke plek heb ik in de groep? Dat is van alle tijden. Sociale media zijn nu alleen onderdeel van dat proces.”
Nadenken over elke Instagramfoto, likes bijhouden, dagelijks foto’s uitwisselen op Snapchat: is opgroeien met sociale media vermoeiend?
“Het lijkt mij heel vermoeiend. Als ik ernaar vroeg, zeiden veel jongeren dat ze verslaafd waren aan hun smartphone en dat het bijhouden van al die apps soms als een verplichting voelde. Bolletjes, plingetjes en andere meldingen van sociale media eisen steeds hun aandacht op, en dan zijn ze ook nog voortdurend bezig met kijken en vergelijken op Instagram. Hoeveel volgers heb je? Hoe verhoudt zich dat tot het aantal mensen dat jij volgt? Hoeveel likes heb je op deze foto? Ze moeten de hele tijd aan het werk voor die apps. Daar nodigen die dan ook tot uit: hoe meer aandacht er naar die apps gaat, hoe meer geld eraan wordt verdiend. Zo hebben knappe koppen in Silicon Valley ze ontwikkeld. Dat snappen jongeren goed, maar die sociale media zijn zo geïntegreerd in hun leefwereld dat ze er gebruik van blijven maken.”
Sommige ouders en leraren begrijpen maar weinig van sociale media, schrijft u. Is dat een probleem?
“Ik heb ervoor gekozen alleen tieners te interviewen en geen docenten en leraren, maar hoorde dat inderdaad soms wel terug. Sommigen zijn out of touch met sociale media, weten niet wat daar allemaal gebeurt. Ik denk dat het voor hen belangrijk is zich te verdiepen in die onlinewereld en de manier waarop tieners sociale media gebruiken, al is het maar omdat het zo’n enorm deel van hun dag in beslag neemt. Alles wat op school en thuis gebeurt, zit op dat computertje in hun broekzak. Zelf een Instagramaccount aanmaken hoeft niet eens, want je gaat sociale media toch niet ervaren zoals jongeren dat doen. Maar je kunt er wel over praten: wat doet het met jou als je op iemands Instagramaccount voorbijkomt? Wat vind je van TikTok? Heb je het geïnstalleerd? Wat doe je ermee?”
Willen ze daar wel over praten? Ze gruwelen er al van als hun tante hen volgt op Instagram.
“Naar hun afgeschermde Instagramaccount moet je misschien niet vragen, haha. Ik ben geen pedagoog, maar ik denk dat het zeker zin heeft om ernaar te vragen, ook als ze niet overal antwoord op willen geven. Al is het maar omdat er ook nare kanten zitten aan sociale media. Als je vroeger werd gepest, gebeurde dat op het schoolplein of werd er iets lulligs op de wc-deur geschreven. Nu zijn er haataccounts op Instagram, waar leerlingen en docenten belachelijk worden gemaakt. Even naar, maar het bereik is veel groter. Sociale media zijn een katalysator. Ook qua zelfbeeld: vroeger zag je Jennifer Aniston op tv en wilde je op haar lijken, nu ligt de lat nog hoger omdat je op Instagram ook je buurmeisje tegenkomt die poseert als Kim Kardashian.”
U heeft twee jonge kinderen. Hoe ziet hun onlineleven er later uit?
“Mijn kinderen zijn nu vier jaar en vijftien maanden. Als zij naar de middelbare school gaan, zijn we hopelijk wat meer gewend aan sociale media. Dan zijn we de fase waarin we alles nog moeten uitproberen voorbij. Daar zitten tieners nu volop in; zij spelen een grote rol in het bepalen van de norm en omgangsvormen van sociale media. Toen ik in 2017 aan dit boek begon, werd er geschreven dat deze nieuwe generatie ongelukkiger zou worden dan die ervoor, en dat dit kwam door de smartphone. Dat hoeft niet zo te zijn. We moeten alleen nog steeds leren hoe we sociale media willen gebruiken.”
Kelli van der Waals, Picture perfect, Atlas Contact, €21,99.
Het Parool, 8 september 2020