Interview Raymond Thiry over ‘The Net’: ‘Ik voel me niet thuis in stadions’ (Veronica Superguide)

Terwijl de voetbalgekte rond het omstreden WK in Qatar in volle gang is, begint FOX met The Net, een internationale dramaserie over de duistere kant van het betaalde voetbal. Raymond Thiry (63) speelt de louche directeur van een wereldwijde voetbalorganisatie. Een kolfje naar zijn hand.

tekst Kim van der Meulen

Raymond Thiry heeft een abonnement op het spelen van duistere figuren. Na moordenaar Luther in Penoza en crimineel John Zwart in Undercover kruipt hij in The Net in de huid van Jean Leco, een man die over lijken gaat om een wereldvoetbalcompetitie op te richten. Of, zoals Raymond zijn rol omschrijft: “Een zakenmannetje dat uiteindelijk altijd gedaan krijgt wat hij gedaan wil krijgen.” De spannende internationale serie, die werd opgenomen in Oostenrijk, Italië en Duitsland, bestaat uit drie delen, die je los van elkaar kunt bekijken. De gemene deler: ze gaan over wat zich achter de schermen van de internationale voetbalwereld afspeelt.

Je speelt eigenlijk in drie series tegelijk?
“Mijn personage komt in alle drie de series voor, ja. Zo kom ik in de Italiaanse serie verhaal halen bij iemand met wie ik een clash heb in de Duitse serie. Maar alleen in die laatste heb ik een hoofdrol.”

Was het lastig om je op zo’n groot project voor te bereiden?
“Ja, maar vooral omdat ik in sommige scènes Italiaans moest spreken. Dat is echt Swahili voor mij, ik begrijp er geen reet van. Gelukkig zat er een taalcoach op, maar je staat toch anders te spelen als je niet precies doorhebt wat iemand tegen je zegt. Dat Italiaans gaat ook zo ontzettend snel, die gasten gaan helemaal los. Ik moest me er af en toe doorheen bluffen, maar het ziet er goed uit. Ook mijn Frans klinkt wel oké. En Duits spreek ik inmiddels ook aardig, want ik heb al vaker projecten in Duitsland gedaan. Daar zeggen ze trouwens wel dat ik met een Süßer Akzent spreek, ook al doe ik mijn uiterste best alles strak (zet Duits accent op, red.) achter de tanden te houden.”

Ben je een grote voetballiefhebber?
“Nee, helemaal niet. Als er finales zijn, zit ik in het café en kan ik van mijn stoel springen als er een doelpunt gescoord wordt. Maar ik voel me niet thuis in stadions. Ik ben een beetje wars van die hele groepsdynamiek. Als iedereen op hetzelfde moment begint te schreeuwen, ben ik geneigd mijn mond te houden en te kijken hoe iedereen zich gedraagt. Beroepsdeformatie.”

Is het toeval dat de serie uitkomt nu het WK in Qatar eraan komt?
“Het land wordt niet benoemd in de serie, maar ik sta wel ergens in de woestijn met emirs te praten. Er was de hele tijd een team van advocaten mee om zeker te weten dat de FIFA geen bezwaar kon maken tegen deze serie en de parallellen die daarin getrokken worden. De voetbalorganisatie in de serie heet de World Football Association. Maar ik denk dat deze serie wel laat zien hoe het mechanisme achter de stemming van een wereldwijde voetbalcompetitie werkt: iedereen heeft evenveel stemrecht, van Frankrijk tot Tonga. In de serie ga ik omkoping niet uit de weg om de stemmen mijn kant op te krijgen.”

Je speelt weer een louche figuur. Wat heb je met zulke rollen?
“Eigenlijk helemaal niets. Het is meer dat mensen me typecasten dan dat ik voor zulke rollen opteer. Bij seizoen vijf van Penoza zag ik er weleens tegenop: daar gaan we weer, een beetje stoer lopen en kwaad kijken. Maar als je eenmaal speelt, met leuke acteurs om je heen, krijg je vleugels. Ik heb net twee films gedraaid waarin ik een andere kant van mezelf laat zien. In de een speel ik een ingetogen priester die de gemeenschap bij elkaar probeert te houden, in de ander een man die zijn zoon verliest aan zelfdoding. Eén grote pan met ongecontroleerde gevoelens.”

Word je nog weleens benaderd door onderwereldfiguren die je herkennen uit Penoza?
“Dat blijft, ja. Hartstikke leuk. Figuren met een enkelband die bij het pompstation op me aflopen om te zeggen dat ze zo van Penoza hebben genoten in de lik. Die ben ik nooit uit de weg gegaan, hoor. Het is een luxe om zo dicht bij je personage te komen. Zo kun je die wat gelaagder maken. En ik vind het altijd prettig om van zulke mensen te horen dat ze mijn rol geloofwaardig vonden. Het zijn rotzakken, maar wel leuke rotzakken.”

Je speelt vaker in internationale projecten. Doe je die het liefst?
‘Het is sowieso leuk om werk te hebben, laat ik dat vooropstellen. En andere talen spreken is absoluut een uitdaging. Je moet veel meer doen om je rol authenticiteit mee te geven. Maar het is absoluut niet mijn ambitie om in de Verenigde Staten of zo te spelen. Het is niet van: hou me tegen, ik moet carrière maken, haha. Als ik meer in Duitsland zou kunnen werken, zou ik dat wel doen. Daar hebben ze ongeveer dezelfde gezelligheid als op een Nederlandse set. Je kunt tussen de opnames gewoon rondhangen met de jongens van het licht of de dames van de make-up. In Italië moet je als een getalenteerd reptiel in je trailer wachten tot je je kunstje kunt doen.”

Hoe gaat dat dan?
“Ze halen je met een Jaguar op, want de acteur moet niks te klagen hebben. En ze stoppen je in een goed hotel. Maar een callsheet krijgen, waarop staat wat je de volgende dag moet doen en waar, dat zit er niet in. Het is een ongeorganiseerd zootje. Dat ze in Italië een fatsoenlijke auto uit een fabriek krijgen, is een wonder. Maar goed, ze hebben lekker eten en goed materiaal voorhanden: ik draaide in dat klooster van The English Patient, in een geweldige omgeving waar ook Gladiator opgenomen is.”

Wanneer zeg jij ja tegen een film of serie?
“Ik vind het vooral belangrijk dat het gezellig is. Daarom zeg ik ook niet snel nee tegen projecten: ik ben graag onder de mensen. Anders loop ik maar als een halve zool aan mijn brommer te sleutelen. Ik ben altijd bezig met schroevendraaiers, ik stap in mijn woning over het gereedschap heen. Waar ik nu aan werk? Aan het Senseo-apparaat van mijn zusje. Ze kan wel een nieuwe kopen, maar ik ga kijken of ik hem kan repareren.”

Kijk je graag naar series?
“Daar kan ik me wel in verliezen, ja. Better Call Saul, Ozark: mooie series die personages op de voet volgen. En nu ben ik The Net aan het kijken. Ik ken de verhaallijn natuurlijk, maar ben toch benieuwd hoe het zich gaat ontwikkelen.”

Veronica Superguide, december 2022