Na twee gecancelde festivalseizoenen is Jett Rebel (31) klaar om de zomer te rocken. Zijn plan? Gewoon iedereen z’n kop eraf blazen. Maar no way dat hij in een tentje slaapt. ‘Op een festival wil ik gewoon dat mijn schoenen vers gelakt zijn en mijn haar is geföhnd.’
tekst Kim van der Meulen
Het wordt een ander festivalseizoen dan anders, zegt Jett Rebel: veel organisatoren hebben een jaar de tijd nodig om een festival op te zetten, en dat was nu te kort dag. Maar toch: het kan weer. “Het is jammer dat we nu niet zo bizar veel festivals hebben als ons kikkerlandje normaal gesproken heeft. In het begin van mijn carrière speelde ik weleens op zestig festivals in een jaar. Dat zit er nu niet in, maar ik ben heel blij dat er weer iets gaat gebeuren.”
Staan er wel wat festivals op het programma?
“Ik sta op North Sea Jazz, het mooiste festival van Nederland. Daar lopen alleen maar muzieklefhebbers rond. Je gaat niet naar North Sea om aan de drugs te gaan en chickies te regelen, maar om mensen te horen te spelen. Ik voel me daar heel erg op mijn plek.”
Je hebt er al vaker gespeeld, toch?
“Ja, in 2015 stond ik er voor het eerst. Daar heb ik bijzondere herinneringen aan, mede omdat ik toen van het podium ben gelazerd. Ik gebruikte toen nog, dus ik was op verschillende manieren in extase. Zodoende lazerde ik met m’n ogen dicht twee, drie meter naar beneden, op een betonnen vloer. Later bleek dat ik zwaar gekneusde ribben had, ik heb er weken last van gehad. Maar toen ik daar lag, heb ik gewoon doorgespeeld. Als voetballers hun kleine teen stoten gaan ze een halfuur huilen op het veld, maar in de muziekscene is dat not done. Ik wil je niet lastigvallen met mijn zere ribben, ik wil je gewoon de show geven die je verdient.”
Wat maakt een festivaloptreden bijzonder?
“Vooral: iedereen zien. Er gaat veel tijd in een muziekcarrière zitten, dus ik hou er niet een superuitgebreid sociaal leven op na. Zeker als je bekend bent, wordt dat complex. Ik heb een trouwe vaste groep vrienden die ik sowieso zie, maar de mensen die ik daarnaast frequent zie en op wie ik altijd kan vertrouwen, zijn andere bands en crews. Mijn hele sociale netwerk loopt rond op die festivals. Het seizoen begint al op 5 mei, de belangrijkste dag die we vieren. Dit jaar stond ik op de bill met Duncan Lawrence en My Baby. Een belachelijk aantal supergoede vrienden zien, in de zon, de vrijheid vieren: dat is lekker spelen.”
Voelt zo’n festival een beetje als vakantie?
“Nee, eerder een beetje als sport. Ik moet gefocust op dat podium staan en daar gaat veel voorbereiding aan vooraf. Vroeger was het heel veel feesten, gebruiken en gekke dingen, maar nu weet ik gelukkig wat ik nodig heb om een goede show neer te zetten. Sociale dingen kunnen daar ook bij helpen: als ik een beetje gestrest ben op een festival en ik kan even grappen maken met een vriend die daar ook is, kan dat al een onderdeel van de voorbereiding zijn.”
Heb je rituelen die je uitvoert voordat je het podium opgaat?
“Ik doe weleens inzingoefeningen, al is het alleen maar om wat stress weg te nemen. Soms zing ik heel hoge nummers van Journey in de kleedkamer. Haal ik die, dan is het cool. En verder: een beetje mediteren, een beetje bidden, trainen. En gezond eten – dat doen we in de band allemaal. Vroeger waren we wild, nu is het: deze gemberjuice is echt chill. Het klinkt een beetje saai, maar hoe rustiger ik ben, hoe beter ik kan presteren. Vanuit die rust komt gek genoeg een vrije, open performer tevoorschijn. Zo ben ik in het echte leven niet, nee. Al zou ik dat soms wel willen. Als ik weer eens als een verlegen muurbloempje een café binnenschuifel en niemand recht aan durf te kijken, bijvoorbeeld. Maar als ik daarna optreed voor 10.000 man, ben ik gewoon de baas van het veld.”
Blijf je vaak plakken op een festival?
“Heel vaak. Dan ga ik bij iedereen kijken, sowieso bij mijn vrienden. Ik hou ook van festivals die wat verder weg zijn, in kleine dorpen. Als je daar na afloop een café binnenstapt, weet je honderd procent zeker dat iedereen net naar dat festival is geweest. Daardoor hangt er vaak een bijzonder sfeertje en is het leuk om met mensen te connecten.”
Hoe glamourous is het festivalbestaan?
“Dat is het niet. Vanaf en achter het podium zie ik weinig van een festival: ik zie de backstage, de mensenmassa op het veld en de dranghekken. De kleedkamers zijn altijd van die containerachtige dingen, en daar staan net zo goed Dixi’s. Als ik heb gespeeld op Lowlands of Pinkpop, ga ik het veld gewoon in. Ik wil dat festivalgevoel beleven.”
Zet je ook weleens je campingtentje op?
“Nee, ik ben wel een beetje een prinsesje wat dat betreft, haha. Als ik wil overnachten, boek ik liever een hotel in de buurt. Ik ben niet vies van een tent en hou van backpacken, maar op een festival wil ik gewoon dat mijn schoenen vers gelakt zijn en mijn haar is geföhnd. In mijn eentje in het bos maakt dat me niet uit. Ja, er is een groot contrast tussen een heel stoere outdoorsy guy en een soort parmantig meisje.”
Heb je gekke wensen op je rider staan?
“Er staat maar één lijpe op: in de kleedkamer moet een afbeelding aanwezig zijn van Brian Wilson, van The Beach Boys. Hij is mijn idool. Mensen denken vaak dat artiesten met zulke wensen crazy zijn, maar het werkt anders. Als ik een kleedkamer binnenkom en die afbeelding is er niet, ben ik er meteen op voorbereid dat andere dingen op het festival misschien ook niet in orde zijn. Want dan hebben ze de rest van de lijst ook niet gelezen. En dat betekent dat ze niet weten dat we allemaal vegetariër zijn en ik allemaal voedselallergieën heb. Ik vind het een nerdy onderwerp, daarom praat ik er nooit over in de media. Maar vaak kan ik het festivalvoedsel om die reden niet eten, en dat is best onpraktisch als je een halfuur daarna het podium op moet.”
Wat ga je deze zomer spelen?
“Ik schrijf altijd door, dus er is een vrij grote kans dat ik écht nieuw werk ga spelen. En het wordt stevig, want ik heb geen zin in slap gelul. Ik heb te lang op een stoel gezeten om nu een beetje zoetsappige popmuziek te gaan maken. Dus ik ga gewoon iedereen z’n kop eraf blazen, dat is mijn plan. Samen met mijn crew en band. We hebben dit zo lang niet kunnen doen. Nu gaan we precies doen waar we zin in hebben en ervan genieten.”
Veronica Superguide The Guide, zomer 2022